Als je als 100% thuiswerkende zzp’er tegenwoordig nog iets anders buiten de deur wilt doen dan boodschappen, joggen of hond uitlaten, moet je verhipte creatief zijn. Vooral als je geen hond hebt en een grondige haat aan joggen.
Nu moet je weten dat er hier in Oostenrijk in zeer regelmatige afstanden ‘massatests’ gehouden worden. Gewoon, om te kijken wat de“Dunkelziffer” – mooi woord voor het aantal verborgen gevallen a.k.a. symptoomloze Covid – is. Dan wordt de hele bevolking opgeroepen om even snel te komen testen. Daar behoor je dan ook aan mee te werken. Alleen heb ik dat tot nu toe nooit gedaan.
Maar omdat het leven toch wel heel saai is geworden met alleen maar werk, eten en slapen, vond ik dat ik nu maar eens gehoor moest geven aan de oproep. Gewoon om te ervaren hoe dat is, zo’n priegelstaafje dat tot aan je hersenvlies je neus ingaat. Ik ben namelijk zo’n zeldzaam exemplaar dat dat allemaal nog nooit heeft ondergaan. Nooit nasaal gestaafd, nooit gorgelend gescreend, nooit pcr-beproefd, nada. Waarom ook: als er iemand is die de regels opvolgt, ben ik dat wel. Mijn levenswijze is al sinds jaar en dag niet anders dan nu. Ik werk 24/7 thuis, bestel zowat alles online en zie enkel mijn kinderen om de week (en die zijn voorzichtig, testen ook regelmatig en houden afstand, ja echt). En ik hang bank en maak sudoku’s (de extra moeilijke) als ik even ‘wat anders’ wil doen dan met m’n snufferd voor ’t laptopscherm of in de krant zitten.
Hoog tijd dus voor iets meer enerverends. Iets wat ook nog geoorloofd, ja zelfs gewenst is. Ik boek online meteen een timeslot: maandagochtend om 11:00h in het congrescentrum. Om half 11 spring ik op de fiets; lekker koud, daar gaat mijn neus goed van open. En zo heb ik ook meteen weer wat beweging in de buitenlucht gehad, iets wat ook nog wel eens tekort wil schieten in deze tijden.
Aangekomen bij het congrescentrum plant ik mijn ros naast een – aan de ogen te zien best knappe – militair die de ingang bewaakt. Zwaar bemondkapt knikt hij mij bemoedigend toe. Bij de ingang eerst verplicht handen desinfecteren. Alsof ik iemand ga aanraken daar in die hal… No way. Achter de schuifdeur de tweede militair. Ook prima om te zien. Waarschijnlijk hebben ze daar met opzet de knappere kerels geposteerd; zo ga je zelfs als vrouw zo’n “neuspenetratrie” toch nog leuk vinden.
Ik doorkruis een enorme entreehal en een schuifdeur. Daar staan rest een stuk of zeven militairen koffie te drinken. Die hebben pauze, zo te zien.
“Loopt u maar direct door naar box 4, mevrouw. Succes!” zegt militair-in-Coronadienst nummer 3, al wat minder knap. Succes?!? Zal ik dat echt nodig hebben? Nou ja, voor nu ben ik maar gewoon blij dat hij geen “sterkte” wenste. Braaf loop ik naar box 4, een ‘kamer’ gemaakt van witte tussenschotten. Tenminste dit keer geen aangifte in box 1, 2 of 3. Ook wel eens fijn.
Ik overhandig mijn ondertekende aanmeldingspapiertje en identiteitsbewijs aan twee (zeer) jonge mondkapmilitairen achter een bureautje. Ze vergelijken de data met het computerscherm en knikken. Goedgekeurd voor testing, yay!
“Mondkapje af, graag!” Ik krijg een papieren zakdoek en moet mijn neus flink snuiten.
“Mondkapje weer op, alstublieft!” Ik doe het allemaal gedwee en loop dan door naar de volgende schottenkamer. Het lijkt wel een testkamerlabyrint. Of een mega escape room. In de volgende ruimte staat – wijdbeens – een Corona-astronaut in wit pak, een tafel met daarachter wéér twee militairen en een stoel, op dik twee meter afstand van alles en iedereen. Daar moet ik zitten. Nieuwsgierig kijk ik de mannen aan.
De astronaut vraagt of ik al eens eerder een ‘corona-uitstrijkje’ heb laten doen. “Nee, nog nooit. Niet in de neus in ieder geval,” antwoord ik waarheidsgetrouw. Hij begint prompt met zijn beschrijving van ‘de ervaring die ik wist dat ging komen’: “Dit staafje steek ik circa vijf seconden lang in uw neus. Is wat onaangenaam omdat u dat gevoel niet kent. Het kan nogal kietelen, maar u hoeft niet bang te zijn. Er zijn mooiere dingen in het leven dan dit, maar ook véél ergere dingen.”
Wat een filosofische astronaut.
“Geen zorgen, ik ben niet bang. Ik doe dit vrijwillig, hè?” grinnik ik, terwijl ik mijn mondkapje weer eens afzet. “Maar ik heb wel een vraag…”
“Dan moet u uw mondkapje eerst weer opzetten.”
Mondkapje weer op.
“Ik werk voor een Nederlandse nieuwssite en ik wil graag een artikeltje schrijven hoe het is om zo’n sneltest te ondergaan. U weet wel, mensen geruststellen en zo. Mag ik voor dat artikel een foto maken terwijl u dat stokje in mijn neus schuift?” Vraag ik dit echt? Ja. Doe ik.
“Nee.”
“Oh. Waarom niet?”
“Omdat dat niks gaat worden. U gaat dat staafje voelen. En bij een eventuele schrikreactie moet ik me kunnen concentreren en het staafje stilhouden, zodat ik niet achterin uw hersenen beland. Met een fototoestel in de aanslag gaat dat niet lukken. Dus nee.”
Hè jammer. Nou ja. Dan maar zonder.
Mondkapje weer af.
De witte prikstok-alien instrueert me dat ik mijn hoofd zover mogelijk naar achteren klappen. Kan ik, ondanks chronische computernek. Nu gaat het dan eindelijk gebeuren… Het stokje. Tergend langzaam in mijn rechter neusgat. Bijna erotisch (nee, niet heus). Het kriebelt. Ik vraag me af hoeveel verder hij er nog in denkt te gaan. Ver, zo te voelen. Het jeukt nu. Mijn rechter oog begint spontaan te tranen.
En dat was het. Floep. Klaar. Niks schrikreactie. Fluitje van een cent. Ik had best tegelijkertijd een selfie kunnen maken. Die beschreven vijf seconden waren er echter minstens vijftien; ik heb meegeteld.
“Klaar?”
“Klaar.”
“Oké, bedankt!”
“Mondkapje weer op, mevrouw.” Oh ja.
“Fijne dag nog!” Joe. Ga ik hebben.
En zo sta ik nog vóór elven alweer buiten naast mijn fiets, met een nakriebelende neus. Alsof ik coke gesnoven heb. Whoei. Ook de testuitslag is razendsnel binnen: nog voor ik goed en wel thuis ben, zit ie al in mijn mailbox. Vanzelfsprekend negatief. Kon ook niet anders. Positief was absoluut onverklaarbaar geweest; dan had ik COVID-19 pas écht super-eng gevonden, want dan zou ik dus via de wind over grote afstand corona-bezwangerd zijn geraakt. Maar we weten allemaal: de wind maakt geen kind. En vliegende lullen bestaan niet.
Anyway, ik heb er een lockdown-hobby bij: Coronamassasneltesten. Bij de volgende oproep ga ik weer. Nu al zin in. In deze tijd moet je je immers zelf (laten) kietelen, hè. En dát doet het. Heel erg.