De Europese cultuursector heeft het zwaar. Maar liefst 31% minder omzet dan vorig jaar.
Op een bedrag van 643 miljard is dat een aderlating van 199 miljard euro. Wat een bedrag. En geen haan die ernaar kraait. En in Nederland, normaal gesproken toch ook goed voor zo’n 28 tot 30 miljard (!) in die sector, is het zelfs nog erger: bijna 38% minder omzet. Over de gehele culturele linie.
Natuurlijk wordt het nieuws overspoeld met artikelen over Covid-19, rellende droeftoeters en een demissionair kabinet. Logisch. En uiteraard worden zoveel andere sectoren óók zwaar getroffen door alle noodzakelijke maatregelen. De horeca misschien nog wel het ergst.
Maar jemig, bijna 200 miljard Europese euro’s…
Binnen de theaterwereld werd er zelfs 95% (!) minder omzet gedraaid en dat treft de acteurs snoeihard. Als ik alleen al naar mezelf kijk, dan word ik heel droevig. Van gekkigheid ga ik maar bij televisiespelletjes zitten, om maar iets te doen te hebben. Dat is dan het voordeel van het hebben van een bekende kop.
Maar die 95% minder omzet treft niet alleen de acteurs. Wat dacht je van alle technici? En hoe zit het met de kleinere theaters? Zij moeten misschien wel voorgoed hun deuren sluiten, omdat de zalen klinisch leeg blijven. En in hun val nemen ze de huismeesters, de schoonmakers en de administratieve medewerkers keihard mee.
Of denk eens aan alle amateurverenigingen, die niet kunnen repeteren.
Stel dat de lockdown binnenkort inderdaad binnenkort een keer voorbij is. Puur theoretisch, hè. Dan wordt er helaas nog stééds niet per direct weer omzet gegenereerd voor de artiesten. Want alle repetities liggen óók stil. Er is immers geen ruimte waar je met veel mensen mag oefenen. Voorstellingen die voor dit jaar gepland waren, zullen naar alle waarschijnlijkheid pas in 2022 op de planken staan. En de omzet wordt pas gegenereerd als mensen een kaartje kopen. Maar de zalen van alle theaters blijven met pech nog een heel jaar leeg. Met alle (financiële) gevolgen van dien.
Mijn theatrale hart gaat vooral uit naar al die vrijwilligers die de kleinere theaters draaiende houden. Zalen waar niet meer dan 400 man in past. Waar de frisdrank nog uit kleine flesjes komt. Waar de bardame de koffie uit zo’n aftandse machine laat pruttelen. Waar het bittergarnituur nog smaakt naar de kroketjes van gisteren. Waar de huismeester nog even achter de coulissen op de deur van de kleedkamer klopt om te vragen of “ge nog een bakske koffie lust” en waar je na afloop de plaatselijke lekkernij in een cellofaantje mee krijgt.
Die charmante theaters, ze zullen uitsterven. Maar dáár praat men niet over. Helaas. Waarschijnlijk wordt het pas een hot item op het moment dat alle amateurverenigingen geen zaal meer vinden om hun stuk op te voeren. Dan blijft het doek voor ons allemaal voorgoed gesloten.

bron: pixabay.com 3079906