Als ik er nou eens voor kon zorgen dat die vraag niet meer gesteld werd, dan zou ik spontaan een fles champagne opentrekken. Al word ik helemaal niet blij van het effect dat alcohol op me heeft het laatste jaar. Binnen no-time ben ik een tomaat en heb ik loeihete handen en voeten. Fijn als je het koud hebt, even, maar het voelt al snel vervelend. Ik dronk al niet heel veel en dat is daardoor nog drastisch minder geworden.
Maar ik dwaal af. Na mijn longtumor van afgelopen zomer blijven mensen met regelmaat vragen hoe het is. Ik antwoord vaak maar met “goed” of “gaat wel”. Wat moet ik anders? Maar negen van de tien keer wordt er doorgevraagd.
“Ben je nu helemaal hersteld?”
En daar ga ik. Nee, ik ben niet hersteld, ik heb het nog steeds benauwd en ik hoest nog steeds. En ik ben chronisch doodmoe. Nee, ik weet de oorzaak niet. En nee, de arts ook niet. Ik heb puffers en pillen en vernevelaars en die werken niet of niet voldoende. Inmiddels lopen er onderzoeken bij het Erasmus MC naar uitzaaiingen.
Hoe ’t dan met de familie is?
“Nou… een oom van mijn echtgenoot is overleden aan Corona en…”
“Oh ok, op je werk dan? Al wat rustiger?”
“Mijn directe collega is uitgevallen, dus…”
Kortom. Ik voorzie je desgevraagd volop van deprimerend nieuws. En ik voel me dan ook meteen weer de zeikerd van de eeuw. Ben je nog niet depressief van Corona, de lockdown of de avondklok? Bel mij! Ik krijg je er gegarandeerd onder. Een soort 365-dagen-per-jaar-Grinch op afroep.
En dat ben ik een beetje zat. Héél erg zat. Ik wil ook wel eens vertellen hoe góéd het gaat. Dat we zo’n leuk weekend gehad hebben. Dat ik me steeds beter voel. Dat ik eindelijk die leuke projecten op het werk vol energie op heb gepakt. En van dien meer. Je weet wel, van die verhalen waar mensen blij van worden. Dat ze denken: hmm, ik voel me een beetje down, laat ik haar eens bellen. Dan word ik tenminste weer wat vrolijker.” Dat lukt nu alleen als de beller zijn of haar misère afzet tegen de mijne. Vette kans dat het allemaal best meevalt.
Nee, ik zit niet te zwelgen in zelfmedelijden en hou me zelfs niet (nou ja, nauwelijks) bezig met allerlei medische doemscenario’s. Ik werk, veel. Help de puber met haar huiswerk, probeer ervoor te zorgen dat het huishouden draait en dan is het kwartje op. En dat is eigenlijk pas erg als iemand vraagt hoe het met me gaat. Tot die tijd is het gewoon zo.
Dus, ja. Van mij mag die standaard vraag per direct afgeschaft worden. Kan dat? Gewoon beginnen met “Hoi” en dan vragen of ik die en die film gezien heb. En er is meer te verzinnen. Lust je chocolade (duh)? Peuter je wel eens stiekem in je neus? Kijk je ook zo uit naar de lente? Wat was het domste dat je ooit gedaan hebt (heb je even…)? Vragen en gespreksstof genoeg zonder te vragen: “Hoe gaat met je?”
Oh, ik doe het zelf ook, hoor. Vandaag nog, zelfs. Maar ik heb het vage vermoeden dat diegene ook liever had gezegd. “Kut! Volgende vraag.” In plaats daarvan volgde een relaas over drukke werkzaamheden, zonder dat ik eruit haalde of het goed of slecht ging. Volgende keer vraag ik of ze weleens erwtjes naar iemand toe heeft geschoten in een restaurant.

bron: pixabay.com 3255140