Dochter is de hort op, eindelijk weer eens een nachtje bij haar vriendje (en ja, dat mag: ze zijn al 1,5 jaar een paar. Een echte relatie dus). De woordenstrijd tijdens het avondeten vindt vandaag dus enkel plaats tussen mijn inmiddels volwassen zoon en mij, zijn ouwe (‘olle’) moedertje. Zoon heeft regelmatig de neiging om tijdens het eten in de overvolle boekenkast naast hem te turen. Op zoek naar een onontdekt raar boek. Mijn economie-boeken, mijn PADI-duikboeken, mijn afvalboeken, alles komt aan bod. Ook dit keer weet hij er weer een interessant exemplaar uit te trekken.
“Wat is dít nu weer? Dit boek heb ik nog nooit zien staan…”
Hij leest voor: “To make children understand who’s in charge. Okayyy dan… Echt, mam?”
Het pedagogische hulpboek is klaarblijkelijk dun genoeg om op te rollen tot een mepwerktuig. Zoon doet alsof hij mij een flinke klap ermee wil verkopen: “Nu weten we het, hè ma? Duidelijk wie er hier nu in charge is,” grinnikt hij. “Bij nader inzien inderdaad best een handig boekje.”
Inmiddels heb ik ook kunnen ontwaren welk boek hij in handen heeft: ‘Kid Cooperation’ van Elizabeth Pantley. Met een übersceptische blik bladert hij verder.
“Blijkbaar moet je ‘clear instructions’ geven als je iets gedaan wilt krijgen. Gaat het hier eigenlijk over kinderen of mannen? Oh, dit is wel héél triest… Dat je een ouder expliciet moet vertellen dat je humor moet gebruiken om iets gedaan te krijgen. Treurig, treurig.”
Het staat er echt: “Use humor, make a joke, sing a song and pick your battles wisely.” Ik doe mijn leven lang al niks anders, ook zonder kinderen. Ik zing me regelmatig suf (vooral als ik gefrustreerd ben) (en tijdens het eten koken) (en onder de douche) en ik probeer alle moeilijkheden steeds weer enigszins te relativeren met een beetje slappe lol. En dat “pick your battles”, da’s mijn middelste naam (nou ja, die is ‘Margaretha’ maar dat klinkt ongeveer hetzelfde).

bron: eigen foto (LB) – Boekcredits: Kid Cooperation – Elizabeth Pantley (1996, Uitg. New Harbinger Publications, Inc.)
“Wat moet jij in godsnaam met DIT boek, mam?”
Hij geeft het mij alsof het een stuk gebruikt toiletpapier is.
“Weet ik ook niet. Ik weet eerlijk gezegd niet eens meer waar ik het überhaupt vandaan heb. Waarschijnlijk een keer meegenomen van de kringloop of zo.”
Ik blader nu ook. Blijkbaar heb ik het wel eens (getracht te) gelezen, want ik heb de quiz gedaan voor het ontdekken van je Parenting Style; duidelijk mijn kringeltjes en handschrift (bij sommige vragen heb ik “jemig” of “niet van toepassing” geschreven).
Volgens de test ben ik een ‘Balanced Parent’. Elizabeth vraagt zich dan ook meteen af waarom ik dit boek lees. Dat wist ik op dat moment klaarblijkelijk ook niet meer, want na die test ben ik er overduidelijk abrupt mee gekapt. De navolgende bladzijden zijn nog als nieuw.
Ik ben in ieder geval géén ‘Democratic Parent’; ik haat ellenlange discussies over iets, waarvan ik vind dat het gewoon zo moet gebeuren. “Omdat ik het zeg!” was in vroeger tijden dan ook een van mijn zeer geliefde antwoorden op de eeuwige kindervraag “Waarom?!?”
Maar ook dat antwoord heb ik vandaag de dag allang niet meer nodig. Werkt sowieso niet bij pubers en volwassenen. Het antwoord “zo lang je er mij geen verdriet mee doet, doe je het goed. En als je mij er blij mee maakt, doe je het perfect” is veel subtieler en heeft ook meer effect.
Ik ben ook nooit een ‘Autocratic Parent’ geweest. Ik vond – en vind – bijna alles prima. Zolang het niet (levens)gevaarlijk of (uitermate) stom is, moeten ze vooral lekker doen waar ze zin in hebben.
En dan bestaat er nog zoiets als een ouder die alles maar toestaat en geen ‘nee’ kan zeggen (de ‘Permissive Parent’). Ben ik dus ook niet. Als ik iets echt niet wil, is dat ook meteen 100% duidelijk. Nee zeggen is geen probleem. Maar als het kind met een goed doordacht argument komt, valt over alles te praten. Nadeel daarbij is dan weer mijn hekel aan discussiëren. Maar goed, heel soms moet dat.
Ik denk echt dat die humor inderdaad het belangrijkste is van alles. Je niet per definitie gedragen als ouder en gezagvoerder. Meer gewoon ‘lekker stom meedoen’. Dat werkt veel beter. Openstaan, luisteren, bijstaan, maar vooral: lol hebben, ook als ’t kut gaat. Wij liggen regelmatig dubbel aan tafel. Lachen doet goed opvoeden. Maar dat moet je niet expliciet in een opvoedboek willen schrijven…
Zoon grist het boek uit mijn handen. “Aha! Uit 1996. Dát verklaart een hoop. In de vorige eeuw was inderdaad alles nog anders. Een vriendin van S. [= de nieuwe vriendin van zijn vader, mijn ex] was laatst op bezoek en die had een boek bij zich dat ze op zolder gevonden had. Het ging over de regels en voorschriften voor ‘een goede echtgenote’. Opgetekend in 1940 en totáál van de pot gerukt. Echt om je te bescheuren. Dat vrouwen daar toentertijd nog in meegingen. On-ge-fokking-looflijk.”
Ik ben uitermate opgelucht dat hij die “regels” van toen belachelijk vindt. Net zoals ik de regels in dit ‘hoe krijg je je kinderen zover dat ze meewerken’-boekje ook absoluut ridicuul vind.
“Maar,” zeg ik peinzend tegen hem, “als ik dit allemaal doorvoer, schijn ik wél ‘happy, confident, self-disciplined children’ te krijgen.
“Die heb je al, mams. Gaat prima zo. Gooi dat boek maar bij ’t oud papier.”
Ik kan een zelfgenoegzame glimlach niet langer onderdrukken.
Gelukt.
Pfoeh.
Opluchting.