
Fotocredits: Eveline van Egdom (met gebruikstoestemming)
Ik heb altijd een stokpaardje klaarstaan voor mensen die tijdens mijn workshops bang zijn om hard te zingen of spreken.
‘Nee, ik moet mijn stembanden sparen…’
‘Ik kan niet zo tekeergaan, dan raak ik mijn stem kwijt.’
‘Mijn keel voelt nu al erg ruw, dus ik wacht nog heel even…’
Ik vertel dan dat er nog nooit een kind wakker is geworden met de mededeling dat hij of zij die dag even wat rustiger aan zou doen. ‘Mam, ik moet even mijn stem sparen, dus ik ga wat zachter gillen en minder krijsen vandaag’. Echt niet. Zo’n kind gaat gewoon los! Er zit geen enkel oordeel in, geen rem op. De scheur gaat wijd open en er wordt getetterd.
Wij leren dat allemaal af. Wij worden volwassen, denken na, passen ons aan en als we dan een keer schreeuwen, voelt het vaak heel onwennig of overdreven. Met andere woorden, als je jouw stem wilt sparen, is het is veel belangrijker om die enorme rem eraf te flikkeren, om het gaspedaal volledig in te trappen en de boel open te gooien.
Ooit zag ik een reisprogramma over China. In het Ritan park in Beijing komen elke ochtend mensen samen om daar als dagelijks ritueel te krijsen en heel hard te lachen. Ze gooien alles in klank eruit, wat er maar opkomt en opborrelt. Keiharde, dierlijke klanken. En niemand die er commentaar op heeft. Om een of andere reden is me dit altijd bijgebleven en onlangs besloot ik er iets mee te gaan doen.
Wat mij de laatste tijd zo opvalt, is een soort allesoverheersende melancholie, frustratie en droefgeestigheid tijdens deze bizarre pandemie. Juist nu we elkaar zó nodig hebben en het belangrijk is om elkaar te kunnen troosten, kan er klaarblijkelijk niets meer. Zijn we alleen. Is er geen geld. Of overheerst de angst om ziek te worden. Ik zie mensen die murw zijn, lamgeslagen. Mensen die zich machteloos voelen.
Ik weet als zangeres uit eigen ervaring hoe ongelooflijk helend en verrijkend het kan zijn om een stem te geven aan je diepste emoties. Om welluidend en krachtig geluid te maken, te bewegen, je lijf te laten werken. Te zoeken en te stampen tot die uiterste kreet ook de wereld in is geworpen.
Dus bedacht ik een lichtelijk gestoord plan. Hoe zou het zijn om drie weken lang elke ochtend in alle vroegte aan zee te gaan krijsen? Het leek me echter niet zo’n goed idee om dit in mijn eentje te gaan doen. Ten eerste durf ik dat helemaal niet. En ten tweede denk ik dat het enkele reis rubberen kamer met heel veel medicatie zou worden, als mensen me zo tekeer zouden horen gaan in m’n uppie. ‘Daar heb je dat gekke mens weer, die vrouw die altijd zo schreeuwt…’ Nee, dat werkt niet.
Ik besloot om er een evenement van te maken op social media. Iedereen kon meedoen, geen kosten, geen inschrijving, geen verplichting. Alleen voor wie wil: in alle vrijheid om 8 uur op het strand een korte opwarmsessie en dan… krijsen naar de zee!
(tekst loopt door onder de foto)
Twaalf dagen geleden ben ik begonnen. Mijn wekker gaat tegenwoordig dus om half zeven en dat ben ik absoluut niet gewend. Ik ben een nachtdier met een grote liefde voor rode wijn, dus dit alleen was al een enórme omschakeling.
De ochtenden beginnen telkens in het pikkedonker. De stad slaapt nog, terwijl ik met een thermosbeker koffie in de richting van het strand loop. Wat me opvalt, is de rust, de sereniteit. Het magische moment dat bij aankomst de zon langzaam verschijnt en de duinen iedere dag weer anders kleurt.
(tekst loopt door onder de foto)
Vanaf de eerste dag zijn er al mensen die met me mee willen krijsen, maar ik weet nooit van tevoren hoeveel dat er zullen zijn en beslis dus altijd op het moment zelf hoe we zullen opwarmen. Soms is dat heel uitbundig; dan rennen we over het strand als gestoorde voetbalhooligans. De andere keer neuriën we een wiegelied en focussen we op onze diepste wensen en frustraties.
Er is altijd een minuut stilte, om even helemaal in je op te nemen waar je bent en de omgeving door te laten dringen. Dan tel ik af. Een, twee, DRIE!! KRIJS!!!
Bulderende, gierende, grommende waanzin! Springende, stuiterende wezens aan de kustlijn, die ruimte nemen en ruimte krijgen… Heel even is die rem vergeten, zijn we samen en kan alles.
Daarna weer een minuut stilte. Mijn lijf pompt en gaat tekeer. Ik voel de kracht van deze onwaarschijnlijke machine en de natuur om me heen. Die laat ’t gebeuren en kijkt toe. De natuur maalt er niet om.
(tekst loopt door onder de foto)
Tijdens de eerste krijssessie voelde een deelnemer zich bezwaard, vond het zo naar om al die ellende naar de zee te krijsen. Om die reden bedanken we na afloop de zee. Ieder op zijn of haar manier.
Wat begon als een suf idee, een best wel bizar plan, is nu ineens – in ieder geval tijdelijk – verankerd in mijn leven. Ik ontmoet elke dag nieuwe mensen waarmee ik dit bevrijdende ochtendritueel mag delen. We kennen elkaar niet, maar door samen op zoek te zijn gegaan naar het diepste in onszelf en dat eruit te gooien, is er een connectie ontstaan die ik ronduit magisch vind.
We hebben plezier, er wordt verschrikkelijk veel gelachen en soms is er een traan als er tijdens het krijsen iets loskomt dat in het dagelijkse leven geen ruimte mag krijgen. Soms rennen mensen daarna in hun onderbroek of poedelnaakt het ijskoude water in, anderen lopen naar huis over het stille, prachtige strand.
Iedere dag wandel ik terug door de Haagse duinen en voel ik me lichter. Open. Ik zou bijna zeggen: gelukkig. Ik wens iedereen toe dat er ruimte is om te zijn wie je bent, dat je ruimte voelt om te worden wie je wilt zijn, dat jouw stem ertoe doet en dat we elkaar versterken en laten groeien. Dat hebben we allemaal nodig. En daar wordt deze aardkloot een stuk mooier van.