Ik beschreef ’t al eerder: dat gevoel van compleet vermurwd en lamgeslagen zijn. Pure matheid. Als in: “De koek is op.” Heeft natuurlijk alles met de huidige tijd te maken, maar ondanks alle maatschappelijke baseballknuppels die je steeds weer voor je harses slaan, kun je met wat kleine veranderingen tóch nog iets voor je mentale gezondheid doen. Dingen die weer ‘een deur voor je openen’. Heerlijk, die clichés.
Het is in ieder geval níét zo dat je er helemaal niks aan kunt veranderen en alles maar over je heen moet laten komen. Het is immers maar net wat je er zelf van maakt; met een mes kun je iemand doodsteken, maar je kunt er ook lekker mee gaan koken. Daarom heb ik negen (inderdaad, géén 10, dat is saai) manieren open deuren opgezocht die je mentaal (eventueel) tóch weer een beetje (zouden kunnen) opkrikken. Misschien. Mogelijk. Garantie tot aan de (open) deur.
1. Denk eens wat meer en reflecteer
Als je nooit nadenkt over waar je in vredesnaam mee bezig bent (namelijk: leven), kun je ook niet leren uit je verleden. Kijk eens terug op gemaakte keuzes, voorbije relaties, de banen die je allemaal hebt gehad. Wat ging er toen fout? En wat doe je nu wéér, en wel op precies dezelfde manier? Wat was toen juist wél goed? En heb je dat goede nu nog? Kun je je eigen verbeterpunten ontdekken? Kun je vrede hebben met de dingen die in het verleden fout gegaan zijn of die je verkeerd gekozen hebt? Kun je accepteren? Als je niet reflecteert op je keuzes, leer je ook nooit van gemaakte fouten. Dat kan een hoop onrust veroorzaken.
2. Analyseer je slaapgedrag

Bron: pixabay.com 55792
Slaap je wel genoeg? Ja? Weet je het zeker? Zo’n 6-7 uur slaap is het minimum voor een normale volwassene, 8 uur is nog beter. Er zijn mensen die zeggen dat ze echt niet meer dan 4 uur slaap nodig hebben, maar dat is bullshit. Daarmee schiet je alleen maar jezelf in je voet, want uiteindelijk breekt het je op. Die 6 uur heb je nodig om die paar absoluut noodzakelijke slaapcycli volledig door te maken. En als je een slaaptekort hebt, is je stemming shit, lijkt alles veel zwarter dan het in werkelijkheid is, maak je slechtere keuzes en heb je meer moeite om je dingen te herinneren. Kortom: je bent chaotischer en depressiever. Stom bezig dus. Geef jezelf slaap en je zult zien dat je je mentaal ook weer een stuk beter voelt. Kun je niet inslapen? Luister rustige muziek (en zet een timer op bijv. 20-30 minuten, zodat de muziek vanzelf uitgaat). Of lees een half uur een papieren (!) boek. Geen beeldschermboek. Een potje seks – desnoods met jezelf – mag ook. Wedden dat het na verloop van tijd beter lukt?
3. Doe eens gek: maak een planning
Elke dag dezelfde sleur. Opstaan, werken, koken, huishouden (en mogelijk kinderen), op de bank ploffen, slapen. Repeat. En elke avond heb je het gevoel dat je de hele dag alleen maar gewerkt hebt, dat het retedruk was, maar je hebt geen idee meer wat je nu eigenlijk de hele dag gedaan hebt. Doe eens gek en maak een plan voor de volgende dag (of week). Schrijf op wat je die dag per se moet doen, werk dat af (en begin met het meest rottige! Dan heb je dat alvast gehad), en ga dan de dingen doen die je écht leuk vindt. Plannen en lijstjes zijn er om te genieten van het afstrepen. En afwijken van een plan is ook iets moois; dan weet je in ieder geval wat je wél gedaan hebt.
4. Stop je tijd enkel in dingen die iets toevoegen aan je leven

bron: Klunst.nl
Anders gezegd: leer vaker ‘nee’ te zeggen tegen alles wat alleen maar belastend voor je is en niks toevoegt. Zeg ‘nee’ tegen al die mensen die jou in hun schema’s en plannen willen proppen. Zeg ‘ja’ tegen de mensen die je liefhebt en voor wie je daadwerkelijk met alle liefde wilt zorgen. En besteed ook meer tijd aan jezelf, aan de activiteiten en klussen die wél iets toevoegen. Al is het maar dat je eindelijk dat stomme bijzettafeltje – dat al een eeuwigheid in de doos in de gang staat – in elkaar klust of dat je een suf omkeerschilderij van billen in een tangaslipje maakt. Ja, er zijn mensen die dat doen. Alles onder het motto: als jij er lol in hebt, is het goed. Als enkel een ander er lol van heeft, laat ’t dan. Als het kan.
5. Schrijf de hele zooi op
Dat is iets wat ik nogal vaak zeg tegen mensen. Het antwoord is altijd weer hetzelfde: “Ja maar… ik kán helemaal niet schrijven.” En dat terwijl niemand van hen analfabeet was! Je hoeft niet GOED te kunnen schrijven om je zielenroerselen eens neer te pennen.Je moet alleen letters op papier (of op ’t beeldscherm) kunnen zetten. Punt is: al die gedachten die je dagelijks hebt (en dat zijn er, volgens studies, veel meer dan 10.000 per dag), zijn van grote invloed op je eigen realiteit en dus ook op de manier waarop je in het leven staat. Als je je mijmeringen en overpeinzingen – alles waarmee je worstelt, maar óók alles wat wat jou meer geluk bezorgt – opschrijft, krijg je je realiteit, jouw wereld, weer wat beter op orde.
6. Praat meer met je liefsten
En praat dan vooral over je gevoelens, je emoties. Als je daarover kunt praten met degenen die dichtbij je staan (familie, vrienden, partner(s) etc.), zul je zien dat die relaties veel sterker worden. Maar in godsnaam, práát? Ook via de telefoon, ja. In deze tijd kruipen we steeds meer in onze schulp. We sluiten ons af, wachten op beter, op de tijd dat we eindelijk weer eens – op alle vlakken – ‘normaal’ naar buiten te treden. En die tijd lijkt maar niet te komen. Dus praten we niet meer. Het overmatige coccoonen wordt bijna een ziekte op zich. Een kluizenaarsziekte. En dat, terwijl praten nu juist zó belangrijk is. Doe het. Praat.
7. Maak ruzie

bron: pixabay.com 4465314
… maar dan wel op de goede manier. Dat wil zeggen: zónder gescheld en mét argumenten. Dat is soms lastig, maar boos zijn en schelden, of nog erger: dichtklappen, lost niks op. Dat is geen praten (zie 6), dat is enkel een informatieloze uiting van frustratie. Al gauw verzand je dan in welles-nietes-gedoe, kleinerende opmerkingen en schuld afschuiven. Met doordachte argumenten een conflict te lijf gaan is veel beter (en daar komen open deuren nummer 1 en 5 weer om de hoek zeilen; handig in dit geval). Betekent wel dat beide partijen óók naar elkaar moeten luisteren. Elkaar de tijd geven om te zeggen wat je wilt zeggen. Anders wordt het niks met dat constructieve conflict. Keihard vloeken doe je maar in je eentje in de auto.
8. Zit eens niet zoveel te zitten!
We zitten de godganse dag. Nu nog meer dan vroeger; thuiswerken doet dat. Je ploft vanuit je bed zo in je bureaustoel. In de huidige tijd moeten we nu eenmaal op onze kont zitten om ons werk gedaan te krijgen. Meestal zitten we dan ook nog (licht) voorover gebogen. Funest voor rug en nek. Spanning en pijn voorgeprogrammeerd. Dus: ga regelmatig bewust rechtop zitten, schouders omlaag. En sta elk half uur even op, haal koffie of thee, loop naar buiten, aai de kat of je kind over de bol, rek, strek en ga weer verder. Beetje zoals die clichématige Pomodoro-techniek, maar dan niet om je tijd (zinloos) te managen, maar om even de benen te strekken en door te ademen.
9. Poets je tanden
Klinkt raar, doet veel. En nog belangrijker: zie tandenpoetsen als een rustmoment. Wandel dus niet al tandenpoetsend het hele huis door. Dat doen veel mensen: nog even de was wegruimen, kinderen door het huis commanderen omdat ze te laat zijn voor school, een paar toetsdrukken op de laptop, etc. Sta stil, sluit je ogen en concentreer je op het poetsen. Liefst onder de douche; dat is nog ontspannender. Een schone, frisse mond kan je weer op doen leven.
Bonustip (aargh! toch een tiende tip!)
En als je even weg wilt dromen, heb ik nog een bonustip voor je. Luister dan af en toe eens naar In the moonlight van Susie Suh. Pure vakantie in je hoofd. Je eigen muziekcoconnetje. Ook erg fijn om bij in slaap te vallen.