*Ploink* Een e-mail van een bitcoinbedelaar. Ik ben weer eens gefilmd tijdens een van mijn heftige zelfbevredigingssessies, zo blijkt. Of ik maar even mijn wallet wil openen? Nu ben ik wel wat gewend inmiddels, dus deze Nigeriaan bedelt maar lekker ergens anders. Maar het is irritant. Onder andere omdat deze minkukel (m/v) mij automatisch als man inschat (“Hallo meneer Bartels!”); blijkbaar doen alleen mannen dat soort seksdingen. Maar ik bén geen man. Volgens mijn genderopvattingen ben ik een vrouw. En ja, ik doe óók aan zelfbevrediging. Maar niet achter de laptop of met mijn mobiele camera voor mijn neus. Zo stom ben ik nu ook weer niet. Toch voelde ik me, raar genoeg, een beetje in mijn vrouwelijkheid aangetast.
Op Facebook feliciteer ik wat mensen op de automatische pandemiepiloot. Eén daarvan, iemand die ik niet zo goed kende, is al twee jaar geleden overleden. Ik deed dus een ‘Henk Krolletje’. En voelde me meteen vreselijk. Oerstom. Bijna onmenselijk. En vooral asociaal. En in ieder geval ook heel “onvrouws”. Wat heeft mij haar in de afgelopen twee jaar doen vergeten? Onverschilligheid? Achteloosheid? Waarom ging er geen belletje rinkelen toen Facebook mij de jarige personen voorschotelde? Wat een trieste, onattente non-vrouw ben ik dan…
Twee totaal verschillende en vooral totaal irrelevante situaties, waarin ik mij tóch ineens geen ‘ware vrouw’ meer voelde. Meer een mat stuk mislukte mensheid, waar alle menselijkheid – door de crisis geplaagd – langzaamaan uitgesijpeld is. Wat ís een vrouw vandaag de dag nou nog helemaal?
En dan is het ineens vrouwendag. Alwéér. De dag waarop je het vrouw-zijn moet c.q. mag vieren, waarop je er weer aan herinnerd wordt, wat vrouw-zijn werkelijk betekent. In voorgaande jaren had ik meestal wat losse gedachten in de trant van: “Vrouwendag? Alwéér? Gááp… Waar hebben we dat voor nodig? Wij westerse vrouwen hebben toch al alles wat we willen? Kiesrecht, opleidingsmogelijkheden, anticonceptie, financiële zelfstandigheid, quota, leidinggevende posities, you name it. Slachtofferrol niet meer nodig. Waarom dan toch steeds weer die Vrouwendag?”
Afijn. Dat was vóór de crisis. Nu is ’t anders. Want deze crisis legt met harde hand bloot, wat het grootste euvel van de huidige wereld is: de machtsgeile, misogyne topman. De ‘beleid’ makende testosteronhanen die alles voor iedereen – maar vooral voor vrouwen – willen bepalen. Die denken te weten wat goed is voor elke ‘onderdaan’, maar nog het beste voor henzelf.
En dus is Internationale Vrouwendag ook in mijn ogen ineens weer een stúk belangrijker geworden. Omdat deze dag óók benadrukt hoeveel goeds vrouwen in deze wereld doen, “ondanks mannen”. Hoe noodzakelijk zij zijn als tegenhanger van de politieke man-met-macht. Dat mag bitter en feministisch klinken. Is het misschien ook. Maar ik bedoel hier dus zeker NIET álle mannen. Of ‘de man’ als zodanig. Ik zou niet durven… In dit stuk schiet ik enkel op die idiote despoten die nog steeds de dienst uitmaken aan de diverse toppen dezer samenlevingen. Veruit de meeste mannelijke leiders – op top- en wereldniveau – maken er namelijk een grote puinhoop van, met name in tijden van crisis. En daarvan schijnen we er nu eentje van formaat te hebben; eentje die alle falende verhoudingen blootlegt.
Onder de topmannen dezer tijd vieren corruptie, ontkenning, overdrijving, machtsgeilheid en eigen gewin hoogtij. In landen waar vrouwen de boel bestieren, gaat ’t er een stuk socialer, humaner en beter aan toe. Dat is even heel erg over één kam geschoren, maar een trend valt niet te ontkennen. Want hun beleid is socialer, empathischer, nadenkender. Minder machtsbelust. Menselijker, zo je wilt. De vriendjespolitiek is niet omgezet in vriendinnenpolitiek, maar gewoon in sociaaleconomisch gezien ‘logische’ politiek. Maar helaas: wordt zo’n vrouw vervolgens gevierd, wordt ze ook meteen weer van hoger hand weggewerkt. Zie Myanmar.
En even afgezien van dat politiek-economische aspect worden vrouwen in een onnoemelijk aantal “minder westerse” landen nog steeds massaal onderdrukt, versluierd, mishandeld, verkracht, besneden, achtergesteld en minderwaardig verklaard. Inderdaad: wederom door diezelfde mannelijke machtswellustelingen, die vrouwen als hun bezit zien. En ook zeker niet méér dan dat. Baas in eigen buik? Seksuele vrijheid? Gendergelijkheid? Vergeet het maar.
Een op de vijf (!) vrouwen (wereldwijd) wordt stelselmatig fysiek mishandeld. Dat daarbij op Internationale Vrouwendag tenminste stilgestaan wordt, is niet meer dan absoluut noodzakelijk. Daarbij zou élke dag stilgestaan moeten worden. En beter nog: er zou ein-de-lijk iets aan gedaan moeten worden. Maar ja, wat? En hóé, in vredesnaam? Met stevig zetelende heerschappen in ’t algeheel bestuur wordt het in ieder geval zéker niet beter.
Maar wat doen we met z’n allen nu werkelijk op Internationale Vrouwendag? Ongeveer dit: gordijntje open, ‘ah ja, vrouwen’ denken, even herinneren aan de feiten, schouders ophalen, gordijntje weer dicht. Zo, weer klaar voor een jaar. Op naar Steak-and-Blowjob dag (14 maart) en Internationale Mannendag (19 november).
En dus gaan we ook gewoon weer als vanouds verder: door met die dagelijkse sleur, waarin mannen de dienst uitmaken. Dóór in een wereld waarin nog steeds hoofdzakelijk mannen – al dan niet op grond van achterhaalde religieuze ideeën – bepalen wat er gebeurt in de politiek, de economie, de crisis en de toekomst. De vrouwen die de moed hebben om politiek op te treden omdat zij óók iets te melden hebben, worden bijna systematische weggemobd – met name via social media. En dus ook: dóór in een wereld waarin vrouwen in overgrote mate de (extra) zorg voor medemensen – en vaak nog een extra beuk in ’t gezicht van een of andere gefrustreerde man – op de koop toe nemen.
Want ja, met name in crises zijn het de vrouwen die de klappen opvangen. Die hun banen verliezen; de man verdient nu eenmaal meer [wáárom?], is belangrijker [wáárom?] en essentiëler [écht niet!]. Het zijn de vrouwen die dag in dag uit de kinderen van thuisscholing voorzien, náást hun werk (als ze dat nog hebben). Die de rotklussen en de extra zorgtaken op zich nemen, en dan niet alleen in de thuissituatie; vooral ook in de medische zorg. En die uiteindelijk hooguit een patriarchaal schouderklopje en – met een beetje geluk – een verbaal bedankje (of applausje) krijgen voor al het extra werk dat ze zonder morren verrichten. Want vrouw.
Scheef. Dat is het. Nog steeds. Op alle fronten.
Girls DON’T just wanna have fun.
Girls wanna make things BETTER.
Voor iedereen. Niet enkel voor zichzelf.
Dát is – even generalistisch gesteld – het man-vrouw verschil.
En dáárom ben ik vandaag feministe pur sang. Ja, vandaag wel.
En voor morgen hoop ik op een wereld met meer vrouwenverstand aan de top. Want ja, óók vrouwen kunnen denken. En veel gevallen zelfs stúkken beter, socialer en realistischer. Dan wie? Think!

bron: pixabay.com 36446