“Mam, laten we met z’n drieën een krantenwijk nemen!”
“Een krantenwijk?” Ik verslik me bijna in mijn koffie.
“Ja!!” valt mijn zoon zijn zus bij. “Best wel een goed idee. Bijna alles is nog steeds dicht. Er is geen bal te doen.”
“Jullie weten dat daar niet veel mee te verdienen valt?”
“Jawel. We doen het ook niet voor het geld, maar gewoon om iets te doen te hebben in Coronatijd. Één dag per week. En we lopen om de beurt. Degene, die op die dag tijd heeft, bezorgt de krant.”
“Tijd heeft…?” Ik voel meteen nattigheid.
“Stel,” legt mijn dochter uit, “ik heb die dag toevallig een examen, dan…”
“…loop ik die dag de wijk,” biedt haar broer behulpzaam aan.
“En als jij ook heel toevallig op dezelfde dag een proefwerk hebt?”
Argwanend kijk ik hem aan.
“Dan bezorg jij voor die ene keer, mam. Jij wilt toch afvallen en gezonder leven? En je haat sporten. Nou, dan is dit dé oplossing. Een heerlijke wandeling. Met een beetje geluk schijnt ook nog eens het zonnetje.
“Ik maak je huiswerk wel, dan kan jij bezorgen,” brom ik.
Wanneer ik dinsdagochtend vroeg de hond wil uitlaten, struikel ik over een stapel gebundelde krantjes en folders, die op onze stoep ligt.
Niet veel later zitten we met z’n drieën gezellig te vouwen aan de ontbijttafel. Omdat het stralend weer is, besluiten we deze eerste keer gezamenlijk te gaan bezorgen. Met een oud boodschappenwagentje gaan we wat lacherig op pad.
De laatste folders moeten we bezorgen in een buurt waar de afgelopen jaren flink is gebouwd. Vol verbazing kijk ik rond.
“Jeetje, is dit die nieuwe villawijk?! Wat moeten die mensen met zo’n folder? Ze hebben alles al!”
Beduusd kijk ik naar het armetierige foldertje, waarin de laatste koopjes staan vermeld.
“Mam, vergis je niet. Het zijn juist die rijke gasten, die op de koopjes afkomen,” weet mijn dochter.
“Je wordt namelijk niet rijk door een hoger salaris, maar je wordt vooral rijk wanneer je minder uitgeeft.”
“Hm. Ik zie dat lage uitgavepatroon nou niet echt om me heen?”
“Toch is het zo,” vervolgt mijn dochter. “Rijke mensen zijn veel minder geneigd om iedere keer weer iets nieuws te kopen, terwijl armere mensen dat juist wel gemakkelijk doen. Rijke lui gooien zelden iets weg.”
“Er staat inderdaad nooit zoveel bijzonders voor hun deur, wanneer het grof vuil langs komt,”
bedenk ik me ineens.
“Zie je wel. Ook doen ze veel bewuster boodschappen. Die mensen gooien níét zomaar alles, waarin ze op dat moment trek hebben, lukraak in een boodschappenkar.”
“Hmmm… “ Hierop besluit ik maar even niet te reageren.
“Ze bekijken eerst of ze misschien toch nog iets kunnen maken van hetgeen ze thuis nog in de koelkast hebben liggen.”
“Vrekken zijn het dus,” concludeer ik.
“Maatschappelijk betrokken, zou je ook kunnen zeggen,” verbetert mijn zoon. ‘Of milieubewuster.”
Intussen wurm ik me met veel moeite tussen een klassieke Porsche en een luxueuze gezinsauto, om bij een brievenbus te komen.
‘NEE – NEE’ lees ik, als ik eindelijk dichterbij kom.
“Ze wíllen niet eens een folder,” roep ik geïrriteerd.
“Tuurlijk niet. Ze willen niet verleid worden tot koopziek gedrag. Als je naar binnen kijkt, zie je toch ook dat overal maar héél weinig spullen staan? Minimalisme, mam!”
“Dat komt vast omdat ze een werkster hebben.”
Jaloers werp ik een blik naar binnen.
“Nou, ja. Wij zijn in ieder geval lekker snel klaar!”
Ineens moet ik verschrikkelijk plassen.
“Kijk,” wijst mijn zoon.
Tot mijn grote verbazing staat er een mobiele toilet ergens halverwege de oprit naast een villa. Zo te zien laten de bewoners de badkamer verbouwen.
“Beetje raar toch, als ik daar naar de W.C. zou gaan,” twijfel ik.
“Ga nou maar, er is toch niemand thuis.”
De nood is hoog dus aarzelend trek ik aan de kunststof deur. Die schiet moeiteloos open.
“Er is geen wc-papier,” gil ik vanuit de Dixie.
“Jawel hoor,” gilt zoon terug, “kranten zat!”
Als een echte vrek scheur ik een te smalle reep van een krantje af en bespaar ik ook nog eens heel milieubewust een plens water omdat ik niet door kan trekken.
“Lukt het?”
“Nou, nee,” mompel ik benauwd vanaf het te krappe, meurende toilet, “maar ik pas me wel aan. In deze wijk moet je je nu eenmaal kunnen behelpen met de schaarse middelen die je tot je beschikking hebt.”

bron: pixabay.com 1853667
Je moet eens voor de lol op Funda kijken… Kasten van huizen met een hele lap grond, maar de binnenkant… Om te janken! Vaak een bij elkaar geraapt zooitje en een verpauperde inboedel uit het jaar nul. Zóveel geld en dan zo je huis inrichten! Haha 😛
Waarschijnlijk omdat na het kopen van dat gigantische huis al het geld op was, was ik even vergeten erbij te zetten 😛
Ja, dat viel mij ook al op. Zelf woon ik in een huurhuis van de gemeente (sociale woningbouw). Maar er staan hier ook enorme kasten van huizen in dit dorp. Wanneer ik daar naar binnen kijk, ziet er altijd zo leeg uit. Keurig opgeruimd. Nergens speelgoed op de grond, leerboeken op tafel of vaat op het aanrecht.