
bron: pixabay.com 3054410
Het gaat lekker met mij en mijn kennis. En dat bedoel ik letterlijk; we zijn een beetje als konijnen in de lente; die blijven elkaar ook maar bespringen als het even kan. Elke twee weken, als mijn zoon bij zijn vader is, liggen we bij elkaar in bed. Of we staan. Of we zitten. Of we hangen in een of andere onmogelijke positie.
We hebben de afspraak dat we beurtelings mogen beslissen wat er gaat gebeuren. Hoe we het willen. En vooral wat de ander moet doen. Tenzij de ander het voorgestelde per se niet wil; dat gebeurt ook wel eens. Hoe dan ook: ik leef mijn seksuele fantasieën. De ene keer laat ik mij vastbinden en moet ik mij volledig aan hem overgeven, de andere keer duw ik hem bij binnenkomst op de bank en zorg ik dat hij binnen vijf minuten al een eerste keer klaargekomen is.
Ik vind het fantastisch. Zeker omdat we verder niets van elkaar verlangen. We hebben seks en daarna drinken we nog een wijntje. Of hij blijft slapen en dan pakken we een ontbijtje. Maar daarna is hij dan weer twee weken uit mijn leven. Lekker rustig.
Dat ik eindelijk weer seksueel aan mijn trekken kom, uit zich in een bepaald soort zelfvertrouwen dat ik al lang niet meer gevoeld heb. Ik loop letterlijk met een rechte rug, ik kijk vooruit de wereld in. Ik kleed mij weer goed, niet meer slonzig. Alsof ik vind dat ik gezien mag worden. En dat ís eigenlijk ook zo. Ik mag er zijn!
Dat zegt mijn therapeut ook. Ik straal zelfvertrouwen uit. Ik ben assertiever dan een half jaar geleden. Waar dat door komt, vroeg die therapeut. Maar dat heb ik toch maar niet gezegd. “Ik zit gewoon heel erg lekker in mijn vel,” zei ik enkel. En dat is niet gelogen.
Gisteren kwam hij weer bij mij langs. Ik had een sexy zijden kimono aan, zonder iets eronder. Mijn idee was om hem al bij de kapstok te bedienen.
“Ho stop. We moeten even praten…”
Nee, hè? Niet wéér?
Alle blogs van Emma vind je >> hier <<
Geef een reactie