Als ik ergens niet in uitblink, dan is het wel ontbijten. Hoe vroeger het in de ochtend is, hoe lastiger ik eten vind. Wel weer jammer dat dit niet geldt voor de rest van de dag, maar ja, dat is dan weer een heel ander verhaal. Nu behoort de ochtend sowieso niet tot mijn favorieten; wellicht dat dit enig verband houdt.
Het functioneren doet het bij mij gewoon net even wat minder lekker in de ochtend. Als puber sloeg ik het ontbijt heel simpel gewoon over: geen staarwedstrijd naar mijn eten, geen gedoe en lekker snel de deur uit. Net als met nat haar de deur uit gaan. Al was het hartje winter en vroor het dat het kraakt. Moet ik nu eens doen; kan ik in één moeite door naar de teststaat. Soms mis ik stiekem die onbezonnen tijd wel. Maar goed, ik dwaal af.
Als puber gaf het me weinig problemen om mijn ontbijt over te slaan, op een vader na, die steevast hamerde op dit ‘belangrijkste eetmoment van de dag’. Waar ik vlak voor zijn vertrek naar zijn werk net zo steevast tegen hem loog dat ik echt zo ging ontbijten (vaak gepaard gaande met het welbekende ‘jaaahhaaaa!’ als antwoord op zijn aandringen), werd het niet ontbijten problematischer toen ik naast mijn opleiding in de weekenden ging werken in de zorg.
Het op een lege maag fysiek werken met een ochtenddienst om 7.00u, waar de eerst volgende mogelijkheid om te eten pas rond 10.30u was, was toch nét even wat anders dan op een lege maag stil zitten in de klas. Het scheelde veel dat ik de daarop volgende 18 jaar relatief vaak in de avonden werkte. Die paar verdwaalde ochtenddiensten per maand onderdrukte ik mijn hongergevoel dan maar met het tussen de bedrijven door snel achteroverslaan van een glas melk.
Het werd pas echt weer gedoe toen ik een paar jaar geleden lekker burgerlijk op kantoortijden ging werken. Steevast liep ik weer aan tegen een knorrende maag en concentratieverlies in de ochtenden. Vooral dat laatste trok ik niet goed. Ik heb van alles geprobeerd – van allerlei fruitsoorten tot havermout in diverse varianten. Maar het ene was niet stevig genoeg om tot de eerste pauze vol te houden en het andere kreeg ik alsnog niet weg in de vroege ochtend.
Ik hield er uiteindelijk wel één succesje aan over, de havermout-fruit-smoothie (havermout blenderen, fruit en water of melk erbij). Dat nam ik mee in m’n dopper en dronk het in de auto op weg naar het werk. Sindsdien, inmiddels alweer een paar jaar, is dit vaste prik op mijn werkdagen. Maar ik mis toch enige afwisseling. En zo googelde en pintereste ik bij tijd en wijle steeds weer , op zoek naar alternatieven, die veelal op niks uitdraaiden.
En zomaar ineens, kwam ik me laatst toch eens wat tegen! Ontbijttaart. TAART!
Als ik voor iets alles uit mijn handen laat vallen, dan is het voor kwarktaart. En als er iets is dat simpel is om te maken, dan is het kwarktaart! Tenminste, met de hulp die ik altijd kreeg van Dr. Oetker was het altijd een “piece of cake”. Hier liet ik dan ook echt geen gras over groeien. De volgende dag ging ik meteen aan de slag met dit recept. In plaats van blauwe bessen, gebruikte ik perziken.
Hoewel het natuurlijk niet exact en zo zoet was als een echte kwarktaart, was de kwark met perzik wel degelijk fantastisch en uniek als ontbijt. Alleen de bodem was niet goed gelukt. Ik was niet weg van de smaak en structuur en het viel uit elkaar met snijden. Ik zocht online naar andere manier van bodem maken en ik vond daarop een havermouttaartjes-recept uit de oven. Dat leek me een beter alternatief als bodem.

bron: pexels.com – credits: Gustavo Fring
Mán! Wat was ik goed bezig! Aan de slag met mijn patisserie-kunsten deel twee. Ik besloot dit keer rijpe bananen te gebruiken in de kwark. De bodem was echt heel geslaagd. Maar de kwark was volledig mislukt. De kwarkmassa was niet stijf geworden en droop zelfs van de bodem af zodra ik de zijkant van de taartvorm los haalde. En zo lekker smaakte het eigenlijk ook niet, kwark met (alleen) banaan.
Onder het mom van “het kan echt alleen maar aan de bananen hebben gelegen”, begon ik van de week aan poging drie(-maal is scheepsrecht). De lekkere bodem uit de oven zag er weer goed uit, dit combineerde ik weer met de kwark en perziken. Nu was ik écht nog maar één keer bakken en stijven verwijderd van mijn feestontbijt! Ik deed alles precies zoals ik het de eerste keer ook had gemaakt. Na een paar uur haalde ik ‘m uit de koelkast. En oké, het droop dan wel niet zo erg als de banaan, maar dit was gewoon kwark op een bodem, geen kwarktaart. Weer mislukt. Afgezeken was ik!

“Druipkwarktaart” – bron: eigen foto (MO)
Als ik naast ontbijten dus nog ergens níét in uitblink, dan is het wel fatsoenlijk een nogal makkelijke (ontbijt-) taart in elkaar draaien. Wát een deceptie.
Patisserie met Maaikeologie wordt ‘m nie’.
PS: mocht je het gaan maken, plaats even (link naar) een foto om mijn ogen uit te steken met jouw wel gelukte kwarktaartontbijt. En hou een stukje apart voor mij?