Een all-inclusive vakantie is voor mij het equivalent van de hel. Maar er is nu een next level variant : de testvakantie naar Rhodos. Met 200 Nederlanders een week naar een resort. Hoera?
Ik zag hoe de uitverkoren groep opgetogen incheckte op Schiphol. Hun oogjes staken vrolijk glinsterend boven de mondkapjes uit. Logisch, wie zou niet blij zijn! We lijden al een jaar onder de maatregelen, dan is een ontspannen vakantie naar Griekenland heel erg aantrekkelijk.
Maar toen las ik verder en zag dat ze terecht zouden komen in dezelfde situatie als hier, maar dan een paar graden warmer. Met – ik zeg het nog maar een keer – 200 andere Nederlanders (komt mijn afschuw een beetje goed over?). Ze moeten zich houden aan de coronamaatregelen, dus met mondkapjes en de anderhalve meter afstand. Ze mogen de vakantieburcht niet verlaten. Ze mogen zelfs de weg niet oversteken om naar het strand te gaan. Ontsnappen onmogelijk. Ik vraag me af hoe ontspannen die vakantie gaat zijn…
Vakantie betekent voor mij zorgeloosheid. En die bereik ik door een zorgvuldige planning. Doe ik dat niet, word ik onrustig. Het concept “vakantie” vind ik al stressvol genoeg. Een hotel uitkiezen is voor mij dus een militaire operatie. Alles moet kloppen. Kleinschalig, een zwembad en schone, moderne kamers. En heel belangrijk: genoeg restaurants en cafeetjes op kruipafstand van het hotel. De gemiddelde review moet positief zijn, maar zeikers heb je overal, dus dat soort commentaren neem ik met een korreltje zout.
Na een paar avonden zoeken en vergelijken presenteer ik mijn (zeer korte) lijstje vervolgens aan mijn partner. Die moet namelijk ook mee. En ik ben nu eenmaal de uitzoeker in onze relatie; hij wordt na een uurtje googelen al gillend gek van het grote aanbod. Gelukkig valt mijn keuze negen van de tien keer goed uit. Tot het jaar dat mijn oog viel op een schattig all-in resort in Bodrum. Na een zorgvuldige berekening van de kosten besloten we dat een appartement net zo duur was, dus why not? Als we een keer geen zin hadden om op het resort te eten, gingen we gewoon gezellig naar een restaurantje, win-win!
Het bleek een gevalletje ‘eens maar nooit weer’. Het hotel lag aan het einde van een hoge, steile weg. Het uitzicht was dus geweldig, maar met mijn nul conditie was de weg naar boven een marteling. Het ergste was echter de lamlendige routine waaraan we ten prooi vielen. Alles draaide om het eten. Als er een eetmoment aanbrak, hoorde je dat aan het geluid van teenslippers die richting restaurant klepperden. Het liefst wilde iedereen vooraan staan bij het buffet. Je moet er toch niet aan denken dat je geconfronteerd wordt met een leeg buffet! Waar heb je anders voor betaald!
Maar de grootste nachtmerrie voor een resort-type is natuurlijk een slechte plek aan het zwembad. Dus hoorde je ochtends om 7 uur de eerste hotelgasten die met hun handdoeken naar het zwembad liepen om een stoel te reserveren. Ik kon het niet geloven. Waren wij echt in een real-life race-op-de-strandstoel-toestand terecht gekomen? Nooit, echt nooit zouden we toegeven aan dat belachelijke gedrag! Die koppige houding duurde welgeteld twee dagen. Op dag drie hing ik de witte vlag uit het raam en in alle vroegte de handdoek over een stoel. Zo. Van mij.
Het is echt de grootste schandvlek in mijn leven, dus ik geef het niet graag toe, maar there you have it. Ik was een van hen. En dat niet alleen: ook wij begonnen zombie-achtige trekjes te vertonen. Schuifelend naar het ontbijt, schuifelend naar de gereserveerde strandstoel, schuifelend naar de lunch, schuifelend naar het snackstandje in de hoop op iets uit de frituur. En ‘s avonds op de hakjes naar het buffet. Het. Was. De. Horror.
Gelukkig kregen we het toch voor elkaar om ons af en toe te onttrekken aan de wurggreep van het resort. Maar we waren niet in de meerderheid. Het gros van de gasten bracht echt de gehele vakantie op die paar honderd vierkante meter door. En dat vind ik nog steeds onbegrijpelijk. Voor ons nóóit meer een all-in vakantie. Nog niet als ik er geld bij krijg.
Er zullen nog meer testvakanties komen en ik wens degenen die deelnemen aan die experimenten heel veel plezier. Maar ik sla over. Al moet ik een jaar wachten tot ik weer op een vliegtuig kan stappen, geen resort voor mij. Costa del Achtertuin it is!

bron: pixabay.com 792920