Ik heb echt te doen met de jongeren. Zij moeten immers al meer dan een jaar lang “in het belang van de gemeenschap” een aanzienlijk deel van hun “onbezorgde tienertijd” inleveren. En dat dóén ze ook; omwille van oma, opa, papa en mama beperken zij zich waar het maar kan. Maar ze kunnen dus al sinds een gevoelde eeuwigheid niet meer ongedwongen omgaan met hun leeftijdsgenoten, niet meer spontaan afspreken, doelloos rondhangen of IRL kletsen. En geloof het of niet, maar dat slaat een groot gat in de mentale ontwikkeling. In plaats van sociaal sterke volwassenen kweken we nu depressieve eenlingen die bang zijn voor fysiek contact.
Natuurlijk moet iedereen zich beperken qua contacten, dus zij ook. “Samen” hè. Tot op zekere hoogte kan ik dus ook absoluut meegaan in de maatregelen; wat moet, dat moet. En als de helft zich niet eraan houdt, komen we er nooit uit. Maar op bepaalde vlakken moeten we onze jongeren toch echt een beetje ontzien, zeker na meer dan 14 maanden op en af (overigens meer af dan op). 14 maanden jeugd en persoonlijke ontwikkeling down the drain. 14 maanden van halfslachtige, wanhopig makende online scholing. Ik voorzie een generatie van zwaar beschadigde en vooral angstige anarchisten. NIET “lost”, dat zeker niet. Eerder moedeloos en bezorgd over de toekomst.
Een vriendin van mijn dochter (vijftieneneenhalf) was vorig weekend jarig. Zoals zovelen voor de tweede keer in deze crisis. En aangezien er dus niets gevierd kon/mocht worden, besloten de dames om met een klein clubje iets lekkers te halen bij Subway en in het skaterpark te ‘picknicken’. Netjes op afstand, in de buitenlucht, met mondkapje en al.
Gezien de zonnige dag waren zij daar natuurlijk niet alleen. Dochter verhaalde over een veertigtal (!) jongeren van een jaar of 14 tot 18 die daar gemoedelijk zaten te kletsen in de zon. Gecoördineerd en wel; er werd bij aankomst duidelijk onder elkaar besproken wie waarheen zou rennen als de coronapolitie zou komen.
En heel eerlijk? Ik was een beetje geschokt. Niet over die get-together. Wel over het feit dat gewone jongeren – die in de buitenlucht even met elkaar wilden praten en geinen, zoals jongeren gewoon is en zoals het ook hóórt voor een enigszins ‘normale’ ontwikkeling – zó bang waren (en zijn) voor de overheid. Bang voor de politie. Bang om op de bon geslingerd te worden, omdat ze met meer dan twee personen uit meer dan twee huishoudens – op afstand – met elkaar praatten.
Dochterlief is door de langdurige beperkingen, regels en zorgen inmiddels behoorlijk depressief. En bovenal slaapgestoord. Ze huilt veel, piekert zich suf over haar toekomst. Ze mist de ‘normale’, ongestoorde interactie met haar vrienden en leeftijdsgenoten. Die zondagavond kwam ze dan ook als herboren thuis: “Oh mam, dit was zó fijn! Alsof alles eindelijk weer een beetje klopte, alles weer normaal was. Gewoon kletsen met anderen. Ik heb zó gelachen… En ik heb zelfs een paar nieuwe vrienden! Het was heerlijk, even al die zorgen vergeten. Ik ben zo blij dat ik toch maar gegaan ben…”
Ze hield vervolgens wel angstvallig afstand van mij, want daar was de volgende angst ook meteen al: “Stel je voor dat ik ondanks alles toch besmet geraakt ben, dan kun jij straks niet naar Nederland…” (Gelukkig testte ze in de afgelopen week drie keer negatief op school; dat is hier in Oostenrijk namelijk om de dag verplicht.)
Bij die ene zin kreeg ik toch even de tranen in de ogen. Want ik ben óók blij dat ze gegaan is. Daarom laat ik haar dus ook gaan. Anders heb ik straks een emotioneel puberwrak, waarmee ik dan van de ene na de andere jeugdpsycholoog mag lopen. Dit heeft haar zó ontzettend goed gedaan. Vannacht sliep ze voor de verandering weer eens in haar eigen kamer. Normaal gesproken kruipt ze ergens om een uur of twee, drie bij mij in bed, omdat ze in haar eentje niet simpelweg meer in slaap kan komen. Er moet iemand bij haar zijn. Ze moet een stem of ademgeluid horen.
Die nacht niet. Die nacht sliep ze.
Later bleek overigens ook waarom de politie niet was komen opdagen. Die had slechts een paar kilometer verderop de handen vol aan het oprollen van een tuinfeest. Aangiftes tegen en hoge boetes voor 53 personen. Dat jongvolk in het skaterpark moest maar even wachten; dit was blijkbaar lucratiever.
Ik vind het ziekelijk. Wanhopig. Want het enorme zwabberbeleid ten aanzien van jongeren zorgt bij hen uiteindelijk voor duurzaam vertekend en zwaar beschadigd beeld van de overheid. Een overheid waarvan de jeugd geen kaas gegeten heeft. En een jeugd die, ondanks die overheid, (hopelijk) tóch gewoon haar eigen weg gaat. Desnoods met z’n tweeën op één skateboard.

bron: pixabay.com 2845234
Het is inderdaad niet meer normaal hoe wij en met name onze jeugd zich dient te gedragen…. waar stopt dit? wie! stopt dit!
gewoon terug naar het oude normaal…