Het is de ergste zin die je tegen je partner kunt zeggen: “We moeten praten.” Ooit hebben Mark en ik, op een nacht waarin we niet konden stóppen met praten, afgesproken deze zin nooit, maar dan ook nooit, aan elkaar te zullen uitspreken. Niet alleen geeft het op een pijnlijke manier aan dat er blijkbaar al heel lang überhaupt niets meer te zeggen valt, ook kan het maar één ding betekenen – namelijk dat je relatie binnenkort de afgrond in verdwijnt.
Het is mijn verjaardag en de telefoon gaat. Een foto van Marks lachende gezicht en zijn slordige krullen knippert op mijn scherm. Ik wil niet opnemen, want ik weet niet wat ik moet zeggen. Snel overweeg ik de opties. De oproep negeren? Wel opnemen en opgewekt doen? Of zeggen dat ik eigenlijk heel boos ben? Ben ik dat? En dan zucht ik, want het feit dat ik niet meer weet hoe ik me bij hem moet gedragen, is al confronterend genoeg.
Een maand eerder.
Mark zei het tijdens de ovenschotel met broccoli. “Ik wil er even tussenuit.”
“Ja, lekker weg,” droomde ik hardop. “Spanje of zo.”
“Nee, niet reizen. Echt weg. Voor langere tijd.” Hij schonk de wijn in mijn glas bij.
“Ja, maar hoe moet dat dan met mijn werk?”
Hij kauwde langzaam en nam de tijd om zijn mond leeg te eten. “Ik denk dat het goed is als ik dit in m’n eentje ga doen.” Bijna onzichtbaar beet hij op zijn onderlip.
“Weet je nog…?” probeerde ik daarvoor al steeds. Weet je nog, toen we vijf jaar geleden op de motor naar Parijs reden terwijl het tien graden vroor en we op de snelweg zonder benzine kwamen te staan? Weet je nog, die keer dat je boos werd omdat ik zei dat je te mooi was voor mij? Weet je nog, toen we paddo’s deden in het park en moesten huilen omdat de bloesem aan de boom zo prachtig was? Weet je nog, dat we zo erg de slappe lach hadden dat onze neuzen verstopt raakten met snot? Weet je nog, onze bruiloft in de woestijn waarop ik zei dat ik niet oud met je wilde worden maar voor altijd jong met je wilde blijven? Weet je nog?
Ik danste voor hem, lachte voor hem, praatte voor hem. Ik kwam er niet meer doorheen.
Hij boekte zijn ticket naar India en vertrok op tweede kerstdag. In de trein naar Schiphol moest ik het zeggen: “Mark, misschien moeten we dit ook zien als een pauze.” Ik zei niet: Tussen ons.
“Ik wou precies hetzelfde voorstellen.” Hij knikte en gaf me een klopje op mijn knie.
Plots wilde ik hem een harde klap tegen zijn hoofd geven.
Maar het is eigenlijk wel lekker, het huis voor mij alleen. Al het eten blijft keurig op me wachten zoals ik het achterlaat. De wasmand loopt niet onverwachts vol. Ik geniet van de stilte in huis of zing juist hard mee met Kate Bush, wat hij nooit zo goed trekt. En het fijnste, maar ook het ergste, is dat ik nu méér mezelf en minder eenzaam ben dan toen hij er wél nog was.
Als mensen me vragen waar hij is, probeer ik het als een neutrale mededeling te brengen: “Hij is zichzelf aan het vinden in India.” Het komt er altijd sceptisch en spottend uit. Als ik zeg dat hij zeker drie maanden weg zal zijn, reageren er veel met: “Dat dat mág van jou.” Wat ik maar raar vind: iemand beperken in zijn behoeftes vind ik geen teken van liefde. Maar ik hoop wel dat er ook mensen zijn die dat tegen hem zullen zeggen. “Goh, dat dat mág van jouw vriendin.”
Ik besluit toch de telefoon op te nemen. Hij feliciteert me met mijn verjaardag. Daarna komen we niet verder dan het mooie weer en de dagelijkse bezigheden. Ik vraag niet naar de mensen die hij ontmoet, want ik hoef het niet te horen als hij verliefd is geworden op een acrobatisch hippiemeisje met okselhaar, dat natuurlijk veel ruimdenkender is dan ik en ook minder zeurt. Ik vertel hem niets over de jongen die elke ochtend bij me in de trein zit, op wie ik stiekem een oogje heb. Of die ik eigenlijk gewoon een keer mee naar huis wil nemen om schandalig te misbruiken. Ik vertel hem ook niet hoe ik zaterdagnacht op de grond van de keuken heb zitten huilen, totdat de katten met wantrouwende blikken kwamen kijken wat er in godsnaam aan de hand was.
Mark en ik hebben het wél over het Indiase eten waar hij nog steeds niet ziek van geworden is.
We moeten praten. Maar het lukt niet.

Bron: pixabay.com 4465314