Scrollend door Twitter lees ik het zoveelste artikel over ‘Woke’. In mijn deughoofd ontstaat wrijving, want wat de rechts-conservatieve man schrijft, snijdt deels hout. Als iets als drammen wordt ervaren, dan kun je nog zo hard palaveren dat dit niet eerlijk is, maar dat verandert het heersende gevoel niet.
Bij de gedachte hierover te tweeten, voel ik dat gekromde vingers in de aanslag staan me uit de linkse Twitterbubbel te tikken. Het niet vóór de manier zijn waarop men voor gelijke rechten opkomt, is reden om je er pal tegenover te plaatsen. Dat bemerkte ik onlangs onder een tweet over de mishandelde Frédérique.
Eerst worden je motieven in twijfel getrokken, context wordt gesloopt. En geef je dan nog niet toe, dan was je altijd al een undercover transfoob. Met een beetje pech word je als zodanig over het web geslingerd: “We hebben er weer een!” Wat betreffende bubbelbeulen niet begrijpen, is dat de gemiddelde Nederlander nog niet eens tot aan mijn vragen of twijfels is gekomen.
De twitterloze Sjef en Harry uit Banholt zijn er samen nog helemaal niet uit of van Gaal wel de goede keuze is. En Tinie uit Diphoorn vraagt zich af of je okselhaar laten wapperen een blijvertje is. Zij vinden het allemaal maar Randstadgeneuzel en dat past niet tussen de soep en de aardappelen. Er moeten boontjes gedopt en eindjes aan elkaar geknoopt worden. Nog een belerende vinger erbij is er één teveel, zelfs als die vinger terecht is.
In mijn hoofd zie ik de eerste reactie op mijn bovenstaande breindefecatie al voor me:
WTF? Je voorbeelden zijn zelfs stereotyperend ‘to the max’. Mannen die over voetbal praten ‘crazy’ en een vrouw over okselhaar? Jij bent onderdeel van het probleem met je ‘language’.
Sjef en Harry zijn getrouwd met elkaar en gek op voetbal. Tinie is denkbeeldig en staat voor iemand als ik. Iemand die murw wordt van wat vandaag trending en morgen weer voorbij is. Je mag als lezer zelf invullen of ze geboren is als Tinie. Meer schets durf ik niet aan. Stel dat ik me per ongeluk schuldig maak aan ‘deadnaming’, dan zijn de rapen pas echt gaar. Specifiekere context laat ik dus achterwege, vanwege bubbelbeulen en – toegegeven – ook mijn gebrek aan kennis over het onderwerp.
‘Educate yourself, anders ben je onderdeel van het probleem,’ is er nog zo een uit het assortiment.
Mijn tenen krommen. Alleen al dat gebruik van Engelse termen en dan vloeit die ergernis over in verontwaardiging. Wie zijn die mensen om hun probleem het mijne te maken? Alsof ik er zelf niet genoeg heb! Wie een probleem ervaart en gehoord wil worden, zorgt er maar voor dat ik het begrijp. Ik fluister mezelf toe niet flauw te zijn en zo iedere discussie op voorhand dood te slaan.
Oké, dan ‘educate’ ik mezelf; het valt immers te proberen. Zeker ook omdat ik – in tegenstelling tot Sjef, Harry en Tinie – onvrijwillig veel tijd heb. Bij mijn eerste serieuze poging struikel ik. Het vereist dat ik me moet kunnen verplaatsen in de ander. Empathie gaat doorgaans niet verder dan bij een situatie een eigen referentiekader zoeken dat past bij het geopperde probleem en gevoel. Eenmaal gevonden, is het vooral oppassen dat je de eigen sores niet als blauwdruk gebruikt of erger, je hervonden zelfmedelijden inzet om te helpen.
Ik zoek overigens tevergeefs. Niets in mij kan zich vereenzelvigen met hoe het is om een transgender te zijn. Het enige wat me rest, is aannemen dat er ongelijkheid en bedreiging ervaren wordt, dat transfobie ook in Nederland bestaat én dat dit pijn doet. Verdriet, gevoel van onrecht en zelfs ongelijkheid is me bekend, dáár kan ik iets mee. Wil ik iemand dat aandoen doen om wie hij is? Nee. Kan ik het voorkomen? Ook niet, want wat precies pijn doet, is niet in een mal te gieten. Zelfs niet als de oorzaak dezelfde is.
Dat blijkt ook al vlug als ik de verdeeldheid over J.K. Rowlings uitspraken lees. Menslief, als jullie er zelf al niet uitkomen, wat verwacht je dan van een ander? Het enige dat wel kan, is vragen wat ík kan doen? Wie me dan het ‘woke-handboek’ voorschotelt, overvoert me. Hersens kunnen geen klimaatcrisis, coronacrisis, economische crisis, vluchtelingen, criminaliteit, politiek etc. verwerken bij de dagdagelijkse persoonlijke beslommeringen. De software hapert.
Dan nog iets te vinden, voelen en voegen naar wat een van de vele bubbels in marge wil, stuit simpelweg op kortsluiting. Het is een neurofysiologisch onvermogen van de mens om alles te kunnen verhapstukken. Raakt de bedrading overbelast, dan gaat het brein omleidingen zoeken in de vorm van de makkelijke weg en in dit geval dus aansluiten op frames die je gevoel van onbehagen wegnemen. En laat dat precies de zwakke plek zijn die kwaadwillenden weten te vinden.
Het publieke debat over gendergelijkheid is er een van op eieren lopen. De spaanders vliegen aan weerszijden om je oren en op datzelfde moment begint het gemorrel onderling. Vooringenomenheid samen met zelfingenomenheid nemen de overhand, waarmee het doel uit ’t zicht verdwijnt.
Wat de woke-gemeenschap mijn inziens dus verzaakt, is het zoeken van communicatieve aansluiting bij de doelgroep die ‘de gemiddelde Nederlander’ heet. Conservatief rechts ziet het handenwrijvend toe, pent nog een column over links intellectueel drammen en ziet smalend toe hoe de bubbel knapt.
De mannen uit Banholt en Tinie lezen dit alles niet. Zij verzuchten na een blik in de Telegraaf dat er wéér Randstadgeneuzel gaande is. Gelukkig hebben zij mensen als Wierd Duk, die hen met makkelijke frases op het gemak stelt dat hij over ze zal waken en alles bij het oude blijft.
En deze deuger ziet met lede ogen aan hoe de Dukjes van deze wereld terrein winnen. Zij bereidt zich voor op de volgende uithaal van de bubbelbeul, mocht die dit genderspecifieke forum überhaupt lezen als momentje van zelfeducatie.

bron: pixabay.com 1438382