Moet je zien hoe ze erbij zit. Met een papieren zakdoekje dept ze haar opgedirkte ogen droog. En die jankhannes van een advocaat trapt er nog in ook! Maar hij piekert er niet over om zijn hond aan zijn eisende ex mee te geven. Hij likt nog liever de Kliko schoon. Ze was destijds al eeuwig te beroerd om dat beest uit te laten.
Hij kan haar aanstellerige gedoe niet langer aanzien. Hij loopt naar de deur van de spreekkamer, praat kort tegen iemand, en met een gezicht dat het leven een zware beproeving is, duwt hij haar een hond met riem in de handen.
‘Ik heb erover nagedacht: je mag hem hebben,’ zegt hij met een uitermate moedeloze intonatie.
Het beest besnuffelt haar kort, zwiept wat met zijn staart en gaat braaf naast haar stoel zitten. Haar blik verandert op slag van verbazing naar ongeloof. Hij geeft haar haar zin? Zomaar?! Alhoewel… Zó verbazingwekkend is dat eigenlijk niet. Ze heeft altijd geweten dat hij de ruggengraat van een tuinslang heeft. Triomfantelijk kijkt ze beurtelings naar de advocaat en naar hem. Dan maakt ze aanstalten om de spreekkamer te verlaten.
‘Momentje,’ zegt hij. Voor de tweede keer staat hij op en doet de deur open. Een soortgelijke hond rent enthousiast de kamer binnen. Het beest springt tegen zijn baas op, likt hem pontificaal in ’t gezicht en keurt vrouw en de andere hond geen neus waardig.
‘Zie je,’ zegt hij tegen het verbaasde gezicht van de advocaat, ‘mijn ex herkent haar eigen hond niet eens!’
Ontdaan kijkt zij van de ene naar de andere hond.
‘Wat…hoe…eh… snap ’t niet?’ hakkelt ze.
‘Heel eenvoudig,’ zegt hij met voldoening, ‘de hond die jij vasthoudt, ís niet Boomer. Het is zijn zusje.’
Haar ogen glinsteren hysterisch. Ze hapt naar adem.
‘Dit is niet je geluksdag, hè?’ zegt hij mild. Hij staat op en loopt de spreekkamer uit. Halverwege tilt Boomer zijn achterpoot op en piest spontaan tegen de plastic kamerplant in de hoek. Ach, wat is geluk toch simpel.

bron: pixabay.com 1381186