Witte, dwarrelende sneeuwvlokjes. Maagdelijk, schoon, verfrissend – ijskristallen die samen zijn gekomen met een wiskundige schoonheid. Uniek en toch hetzelfde, er zijn boeken over geschreven, liedjes over gemaakt en in december hoopt (bijna) iedereen op een witte wereld onder een dikke deken van sneeuw. Lieflijk en welkom.
Ook sneeuwvlokjes: de generatie jongvolwassenen vanaf 2000 die ook de snowflake generation wordt genoemd. Of ze nou vertroeteld zijn van de wieg tot de studentenkamer of genegeerd zijn door werkende ouders, ze hebben één ding gemeen: ze denken allemaal dat ze speciaal zijn, de wijsheid in pacht hebben. Gods gift aan de mensheid. En ze groeperen zich – als een echte sneeuwbal – in online clubjes van gelijkgestemden die vooral gelijk willen hebben, omdat teleurstellingen niet voorkwamen in hun jeugd.
Twintigers die hun ‘rustmomentjes’ moeten pakken omdat nieuwe situaties zo spannend zijn dat ze echt even bij moeten komen met 23 afleveringen van Jane the Virgin op de bank. Ze hebben sowieso een heel zwaar leven, want het valt nog niet mee om zo politiek correct te zijn en iedereen de hele dag terecht te wijzen. Hun mening presenteren zij als een feit en de favoriete reactie op een mening (geen feit) die afwijkt is standaard iets als “Ja, natuurlijk mag je alles zeggen maar dat houdt nog niet in dat je het ook moet doen!”. Gelukkig weten de meeste mensen die wél weten dat alles voor de “maar” een leugen is, gelijk hoe de vlag erbij hangt en hoe ze er echt over denken, die vrijheid van meningsuiting die ze zelf zo graag opeisen.
Ze houden met z’n allen een heel contingent hulpverleners aan het werk. Want ze hebben allemaal wel iets. Winterdipjes, burn-outs, depressies. Ze zijn whatever-foob, hebben zere enkels of knieën, chronische algehele malaise, hoofdpijn, keelpijn, hooikoorts en vooral heel veel auw aan de lange tenen die zó ver uitsteken dat er altijd wel iemand op gaat staan. En als ze dan eens de moeite nemen om te luisteren naar de vergelijkbare kwaaltjes van tante Gerda, dan herkennen ze die gelijk, want was dat niet precies wat ze zelf ook hadden, toen ze zich zo naar voelden vorig jaar in de lente?
De sneeuwvlokjes zoeken graag bescherming in hun online bubbeltje van gelijkgestemden, zodat de veren keurig in de derrières worden gestoken, precies zoals ze het lekker vinden en graag zien. In hun bubbeltje delen ze boeken die geen normaal mens begrijpt, muziek waar de meeste mensen pas echt hoofdpijn van krijgen en ingewikkelde Franse films uit 1953 die je echt gezien moet hebben, want anders ben je een cultuurbarbaar die niet meetelt en zeker geen mening mag hebben.
Het ligt ook altijd aan andere mensen als ze een baan niet krijgen, een promotie aan hun neusje voorbijgaat of de beoordeling van een werkstuk op de universiteit een mager zesje en geen negen is – terwijl ze soms best zes jaar over hun bachelor mogen doen want het moet vooral leuk zijn allemaal. Waarom ziet zo’n headhunter nou niet hoe speciaal ze zijn, of hun leidinggevende hoe veel beter ze wel niet hun werk doen dan hun collega die de promotie wel kreeg? Ze kunnen er toch ook niets aan doen dat ze zo vaak ziek, zwak en misselijk zijn? Of dat een werkstuk inleveren zonder al te veel spelfouten toch iets heel anders is dan je eigen, bij voorkeur originele, onderzoek goed verwoorden en aantrekkelijk opschrijven, dat is toch onredelijk van de beoordelaars van de werkjes? Daar kunnen zij zelf toch allemaal niets aan doen?
Al deze tere, gevoelige en vooral onbegrepen zieltjes worden in het Engels snowflakes genoemd. Ze geven bij een tweet een TW (trigger warning) aan, als er ook maar een woord staat, waarover een van de andere sneeuwvlokjes zou kunnen vallen. Hoe zij zich door het dagelijks leven worstelen met het Journaal, kranten, series, boeken en andere zaken zonder deze waarschuwingen, is me een raadsel, maar de hemel verhoede dat ze een tweet te zien krijgen over een onderwerp waar ze drie nachten niet van kunnen slapen, hoeveel kamillethee ze ook drinken voor het slapengaan.
Sneeuwvlokjes, de echte, zijn wit, mooi en puur. Heerlijk om in te rollebollen en spelen als er genoeg valt, bij voorkeur in december. Daar mag je gewoon een sneeuwpop van maken zonder dat je er zijn/haar/hen gender bijzet met een sjaal in Schotse ruit zonder je schuldig te maken aan cultural appropriation.
Pseudo feministjes, Vindicat look-alike jongetjes en meisjes die denken dat misandrie en chronische chagrijn de oplossing vormen tegen zo ongeveer alle problemen, dát zijn de snowflakes anno 2021. Een bijnaam die niet bepaald een Geuzennaam is voor de opvolgers van de millennials. Ook wel Generatie F genoemd. Dat is dan wel weer toepasselijk, vooral als het voor ‘Fucked Up’ staat.

Bron: pixabay.com 554635