Sommige woorden zijn echt spuuglelijk en dekken de lading niet. Het neologisme ‘mansplaining’ is er zo een. Bovendien zijn er ook genoeg vrouwen die zich schuldig maken aan het op denigrerende wijze uitleggen van zaken, om de ontvanger klein te maken of te houden.
Ver voordat het woord bestond, had ik op mijn werk te maken met een ‘serial mansplainer’. Het was in dit geval inderdaad een man, type Brilsmurf. Hij had zichzelf via een vrind naar binnen ge-NLP’t in een voor hem gecreëerde functie met natuurlijk een te hoog salaris. Er moest worden bezuinigd en op dat moment werd ik binnengehaald als beleidsmedewerker met bijpassend CAO- salaris.
Brilsmurf was meteen op zijn hoede. Als ik daadwerkelijk zou doen waar ik voor kwam – met mijn manager het Integraal personeelsbeleid gestalte geven – dan zou hij in de gaten lopen. Daar had de wijsneus iets op gevonden: alles wat ik produceerde moest na formele goedkeuring van mijn manager, langs Brilsmurf voordat het met zijn handtekening naar de Grote Smurf kon. Zo sloeg hij twee vliegen in een klap. Mijn direct leidinggevende was namelijk niet van de politieke spelletjes, een man van inhoud en een strateeg met meer hersens dan de toenmalige top tezamen. Een ‘lastig’ figuur dus en zo werden mijn manager en ik het span dat op totale tegenwerking kon rekenen.
Brilsmurf keurde standaard af wat ik indiende. Dat ging met veel uitbranders én ‘mansplaining’ gepaard, waarna ik met huiswerk werd weggestuurd. Ik moest lappen tekst aanpassen naar zijn blieven. Dat deed ik in het begin braaf en het was een kutklus. Hoe kon ik zijn larie verwerken, toch binnen de kaders van wet- en regelgeving blijven, vervolgens de beleidsvoorstellen op de plek krijgen waar het definitief vastgesteld moet worden én uiteindelijk bij de mensen waar je het voor doet? Helemaal niet, zo bleek.
Ik was het spuugzat en besloot het – na weer zo’n vergadering incasseren – anders aan te pakken. Alles wat Brilsmurf op schrift als gewenste aanpassing erbij had gekalkt, nam ik letterlijk over en diende dat stuk bij hem in. Ik wachtte op de uitnodiging. Die kwam. Ik nam gedwee plaats aan de vergadertafel, gniffelde inwendig bij het zien van de rode pennenstreken enkel door de aangepaste stukken tekst en liet hem zijn gang gaan. Toen zijn spuugspetters waren neergedaald en opgedroogd, schoof ik de vorige versie met zijn letterlijke wensen onder zijn neus naast de ingediende versie en mansplainde hem alle hoeken van de kamer.
Schaakmat.
Na dit voorval gingen onze notities druppelsgewijs door naar het bestuur en hoewel niet zonder slag of stoot, kreeg de organisatie eindelijk wat zij verdiende; serieus genomen worden. Ik kan niet ontkennen dat dit koekje van eigen deeg weliswaar smaakte, maar het is zeker niet voor herhaling vatbaar. Brilsmurf had genoeg tijd gehad ons te ‘framen’ – dit woord dekt de lading wel. Als er iets is dat alle energie uit je zuigt en gedoemd is te mislukken, dan is het misvormde beelden scherp stellen.
Het is en blijft het grootste euvel tussen hen, die met hart voor de zaak werken en te veel geweten hebben om
smerige strategieën toe te passen en hen die enkel macht, geld en aanzien nastreven en hier niets voor laten en te weinig doen.
Maar wat nu met dat foeilelijke woord? Ik noem het in ieder geval vanaf nu Brilsmurfen, dat klinkt klein, schattig en is daarom passend. Je bént geen man of mans als je ‘mansplaint’. Laten we het dan ook geen naam geven alsof het een soort superkracht is. Het is enkel zielig. Sneu. Net als die arme Brilsmurf uit de strip die zo graag invloedrijk wil zijn. En net als ‘mijn’ Brilsmurf op de werkvloer.

bron: pixabay.com 664432