Mijn entree is grandioos: ik zie het afstapje over het hoofd en kan me ternauwernood vastgrijpen aan de deurstang. Goddank klemt de deur waar ik tegenaan donder, zodat ik niet met de winkeldeur in huis val.
Binnen stap ik echter met een kleddernatte laars bovenop de laatste nieuwe krant, die op de deurmat gewaaid is. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik geen mens zie. Snel fatsoeneer ik de vuile krant en leg hem terug op tafel. Uitgerekend op dat moment komt de eigenaar achter een plastic winkelplant vandaan. Aan de blik in zijn ogen zie ik dat hij alles gezien heeft.
‘Goedemiddag,’ zegt hij beleefd. Zijn adamsappel bobbelt op en neer. Hij kijkt allesbehalve verheugd. Ik snap zijn reserves: als ik zijn stoepje al niet zie, wat blijft er dan straks nog van zijn interieur over?
Al tijden probeer ik een nieuwe bril te vinden waar ik een paar jaar met plezier doorheen en tegenaan kan kijken. Op adviezen van verkoopsters kan ik niet blind varen. Een brillenmevrouw met doodgeblondeerd haar hield glashard vol dat een afschuwelijk uit-de-tijds montuur me “fan-tás-tisch” stond. Dat ik ergens dit jaar vijftig-plus-nogwat word, wil nog niet zeggen dat ik een modelletje grootmoeder zoek.
“Deze bril heeft niemand!” prees haar collega in een andere zaak. Nee, dat snapte ik ook wel. Zelfs Dame Edna had dat model geweigerd. Het probleem is dat je een bril nodig hebt om te kunnen zien hoe de nieuwe staat.
Brilverkopers zijn dat ook gaan inzien en tegenwoordig kun je een aangezichtsfoto laten maken met het uitverkoren exemplaar op je wipneus. Bij mij werkt dat alleen niet, want zodra ik een foto van mezelf zie, ren ik altijd hard weg.
Vandaag echter ben ik goed bezig, want ik heb mijn dochter Roos meegesleurd om voor jury te spelen. De opticien reikt me montuur na montuur aan. Ik zet ze braaf op mijn neus en peil Kinds reactie. De ene keer trekt ze haar neus minzaam op, een andere keer lacht ze me uit tot ze er buikpijn van krijgt.
Hoe moeilijk kan de aanschaf van een nieuwe bril zijn? Ik heb er maar eentje nodig.
Net wanneer de moed me voorgoed in de laarzen zakt, trekt Roos een verheugd gezicht en moedigt me aan in de spiegel te kijken.
Ik werp een glazige blik op mijn spiegelbeeld… en glimlach van opluchting.
‘Hij staat nog leuker als je het kaartje van je neus haalt,’ zegt ze giechelend.
Ben ik net voor een nieuw montuur gevallen, blijft mijn oog achter het prijskaartje hangen.
Zóveel? Over eye-openers gesproken… Maar niets houdt me van de aanschaf van dit exemplaar af. Hij werpt vast een heel ander zicht op de zaak. En op stoepjes.

bron: pixabay.com 3355958