Op Twitter kun je nog wel eens ergens een mening over hebben. Over politiek, over vaccineren, over het weer. Sommige mensen twitteren alleen over recepten, anderen delen graag tips voor tuinieren, sommigen houden van muziek en voor weer anderen is het een verdienmodel. Voor aandacht, want ze hebben een fobie voor scheefliggende stoeptegels, fulmineren tegen mannen onder de noemer ‘woke feministen’ of venten hun kwaaltjes uit, omdat thuis op de bank niemand nog interesse heeft in hun chronisch zere kleine teen.
Dan zijn er nog de GoFundMe’s en Twittertikkies. Sommige initiatieven zijn hartverwarmend, maar vele zijn gewoon schaamteloze zelfverrijking. De opvallendste van de laatste tijd blijft die van de bijdrage voor een donorcontract. Van die mensen die door anderen “over de streep getrokken zijn” omdat ze uit principe niet zelf willen betalen voor de verwezenlijking van hun babydroom, maar er geen moeite mee hebben die rekening bij anderen neer te leggen – dan zijn de principes blijkbaar minder waard. De Twitter-afdeling “hypocriet in overtreffende trap” draait helemaal overuren als ze ná het behaalde doel (lees: anderen draaien op voor onze principes en dan gaan wij cocktails drinken aan de rand van een zwembad ergens in de zon) die GoFundMe page gewoon open laten staan. Dat mensen die de zin en onzin online lezen, óók een mening hebben en reageren, dat is eigenlijk weer niet de bedoeling.
“Ja, maar, je hóéft niet te reageren!” is zo ongeveer de standaardreactie van de feminazi’s (veelal met ‘aandachtsgele’ hartjes naast de naam) online. Met name op Twitter. Dat je ook niet je hele hebben en houwen online hoeft te zetten, dáár hoor je dan weer niemand over. Blijkbaar is het prima om te vermelden dat er iemand in jouw badkamer met zichzelf staat te spelen, in de hoop op een paar snelle zwemmertjes die je dan met je herbruikbare spuit bij jezelf naar binnen plempt, maar dat anderen daar dan iets van vinden, is not done.
En waarom men (ik dus) er iets van vindt? Omdat kinderen geen babypoppen zijn die je naar believen kan wegleggen. Omdat baby’s ook enorme jankerds kunnen zijn die de hele tent bij elkaar brullen, gewoon omdat het kan en je dan niet kunt zeggen: “Nu even niet, Yellow, mama heeft chronische migraine en is moe. Andere mama moet de centjes verdienen en is er daarom nu niet om zich met je bezig te houden.” Omdat dreumesen en onderzoekende peutertjes geen boodschap hebben aan je ziektes, angsten en depressies en wél de deur uit willen om de wereld te ontdekken. En ja, ik weet het, ik hoef er niets van te vinden en de rest van de goegemeente ook niet. En tóch is dat wat mensen doen.
De aandachtsgele kant (nee, níét -geile) van Twitter, die met alle fobieën en andere narigheid als verdienmodel, die vindt het vast geweldig. Die dames gooien er een TW [Trigger Warning tweet – red.] tegenaan als een man naar hen kijkt, een vrouw hen niet lief vindt, of de krantenkoppen te eng zijn voor al die tere zieltjes. Die zitten massaal in therapie vanwege hun eigen gelukkige jeugd en gaan het natuurlijk allemaal anders doen met de kleine brulaapjes in de maak. Ze kunnen en masse niet werken, (af)studeren, of überhaupt de straat op, maar een baby is dan mooi de oplossing voor alle problemen.
De andere online kant, die waar de wekker gewoon een paar keer per week gaat, díé weet hoe het is om na een doorwaakte nacht met een ziek kind tóch weer aan de slag te gaan. Dat kleine jongetjes boterhammen in dvd-spelers stoppen, of ze helemaal slopen, omdat ze willen zien hoe het werkt. Die mensen staan voor dag en dauw in het weekend langs de lijn bij een sport en smeren talloze boterhammen voor hongerige jongetjes en meisjes met voorliefde voor musicals zonder het bijbehorende talent. Die weten dat op het moment dat je nog maar nét met je ogen hebt geknipperd, baby’s hun eerste verjaardag alweer vieren. En dan moet de peuterpuberteit nog beginnen – om over die andere maar helemaal te zwijgen.
En die genderneutrale baby in de maak? Die is niet half zo maakbaar als er soms wordt gedacht. Boys will be boys is niet voor niets een gevleugelde uitspraak onder moeders van jongens. En meisjes zitten echt niet altijd in hun roze prinsessenjurkjes te tekenen zonder herrie te maken. Ze kunnen ziek zijn, ziek worden, niet alleen hulpbehoevend op de wereld komen, maar dat de rest van hun leven ook blijven. Ze kunnen een handicap hebben of er eentje oplopen door ongeluk of ziekte.
Er is helemaal niets maakbaars aan een baby. Behalve de tikkies om uit de kosten te komen. Maar of ze daar nou gelukkiger van worden als ze erachter komen op latere leeftijd?