Ligt het aan mij, of is iedereen bezig met het verleggen van de persoonlijke prioriteiten? Een shift in hetgeen voor het werkelijke leven nog belangrijk geacht wordt? Niet dat daar wat mis mee is, maar het geeft me een lichtelijk verloren gevoel.
Back to base. De periferie verliest aan importantie. En dan merk je ineens tot wiens basis je behoort en bij wie je slechts in de periferie verkeert. Voor wie je belangrijk bent en wie jou eigenlijk kan missen als kiespijn. Dat laatste steeds vaker ook op grond van ‘andere overtuigingen’. Verschillende visies groeien uit tot verschillende werelden. Verstandige afstand wordt verstandelijke tweedeling. Met een onoverbrugbare Grand Canyon ertussen.
Een ieder aan zijn of haar kant, teruggetrokken en stil. Of het uitschreeuwend. “Het is oorlog!” heb ik al meerdere keren gehoord. En ja, zo voelt het ook. Een sluipschuttersoorlog, waarbij je geen idee meer hebt op wie je nog kunt bouwen, wie je nog kunt vertrouwen. En als het vertrouwen in ‘beter’ weg is, dan tiert het slechte welig.
Leiders die maar wat lullen en laveren, leveren wantrouwen in containerschepen aan. Via een heel smal kanaal. Eén keer de boeg in de foute richting duwen en het wantrouwen maakt er een een blokkeerschip van, waarachter alles verstokt en verstilt. Al het gemanoeuvreer ten spijt verworden we tot kluizenaars achter een niet meer vlot te trekken gevaarte.
Ik ben zelf niet beter. Ook ik graaf me in. Er zijn nog maar een paar mensen in mijn directe omgeving die meekrijgen wat er werkelijk gaande is in en om mij. Die weten waar ik me zorgen over maak en wat me nog bezig en gaande houdt. Mijn lief, mijn familie, een paar vrienden, dat was het wel. Ik vraag enkel mijzelf nog of ik zin heb in een spelletje.
Dus ook ik heb mijn prioriteiten gereset. Ik ben thuis, werk me een slag in de rondte en coccoon me een breuk. Geen tennis meer, dus af en toe wat sporten in de kelder en oefeningen voor de tv. En een wandelingetje. Lekker koken voor de kinderen. De kerstboom voortijdig optuigen, want die lichtjes zijn zo fijn. Zorgen dat het in onze grot gezellig en warm is.
Maar ik bel beduidend minder. Beperk mijn contacten. Zoek geen mensen meer op. Er zijn hele weken waarin ik, behalve mijn lief en mijn moeder, niemand spreek. En daar ook geen behoefte meer aan heb. Al helemáál niet via de asociale media. Want zelfs degenen die virtueel over elkaar heen buitelen, degenen die in normale tijden zo gruwelijk interessant zijn, houd ik angstvallig op veilige mentale afstand.
Ik wil het niet meer lezen, niet meer horen, niet meer zien. Laf? Misschien. Maar afstand houdt me nu eenmaal op de been. Laat mij in mijn hok, met de gordijnen dicht? Een beetje sneeuw erbij en de lockdown wordt vanzelf een vlokdown.
En zo wordt ook mijn cirkel, mijn humane fundament, kleiner en kleiner. Tot ik uiteindelijk op één been sta te wankelen op een omgekeerd emmertje van vertrouwen. Het evenwicht behouden, het steeds maar weer in balans blijven, ik vind het inmiddels onnoemelijk lastig. Maar in een woud van wankelaars kún je niet anders dan toegeven aan de Great Priority Reset om overeind te blijven. Het zij zo.
*Boink*

bron: pixabay.com 1264608