“Sorry hoor, maar volgens mij heeft U verkeerd aangeslagen?”
Ik heb zojuist afgerekend in de Bouwmarkt en kijk verbaasd naar de prijzen die op mijn kassabon staan vermeld. “Op de schappen stonden toch echt veel lagere prijzen,” meen ik me te herinneren.
“Dat klopt.”
Verbaasd kijk ik de caissière aan.
“Maar dan lijkt het mij dat het juist níét klopt?”
De caissière haalt onverschillig haar schouders op.
“Mevrouw, de prijzen stijgen dagelijks zo snel, dat we echt geen tijd meer hebben om ze nog aan te passen. Zeker niet nu we zo onderbezet zijn.”
Haastig reken ik af, want wie weet worden die prijzen nóg eens verhoogd, terwijl ik met de caissière in gesprek ben.
Als ik ’s middags in de supermarkt loop, valt het me op dat veel levensmiddelen ook ineens fors duurder zijn geworden. Omdat ik inmiddels weet dat de kassa zomaar een hogere prijs kan aanslaan dan de prijs die op het schap staat vermeld, besluit ik voor de zekerheid om maar even flink door te stappen achter mijn boodschappenkar. Hopelijk voorkom ik daarmee dat ik straks ook nog eens extra voorrijkosten op mijn kassabon zal terugvinden.
Was ik voorheen nogal besluiteloos als ik moest kiezen wat we ’s avonds zouden eten, nu twijfel ik geen seconde. Vanavond staan varkenslapjes à la minute op het menu. Dat ligt vooraan. Snel gooi ik het vlees en de overige wekelijkse boodschappen in mijn kar. Wanneer ik niet meteen de Pickwick thee kan vinden, sla ik voor de zekerheid het verwenmomentje voor mezelf maar eens een keer over. Tijd kost geld! De kassa rinkelt immers al voordat je afrekent.
Terwijl ik gehaast richting kassa loop, word ik links ingehaald door een rennend peutermeisje, die een zwenkend miniatuur exemplaar van een boodschappenkar voor zich uit duwt. Tot mijn grote verbazing zie ik dat er een heuse tablet op het mini-karretje is gemonteerd. Waarschijnlijk probeert de Coop op deze manier het boodschappen doen een stuk aantrekkelijker te maken voor zowel kinderen als hun ouders.
“Ik wil DIE!” Het kleine meisje stopt abrupt en wijst vastbesloten naar een grote zak snoepgoed.
“Zoek eerst maar eens welke knop je moet indrukken op de tablet. Dan mag je het daarna in je winkelmandje gooien,” moedigt haar vader haar aan. ”Je mag er alles ingooien wat je lekker vindt!”
“Slim bedacht!” schiet er door me heen. Op deze manier kunnen gedrein en driftbuien heel eenvoudig worden voorkomen. Met een beetje geluk is dat kind eeuwig bezig om de juiste knop te vinden. Bovendien bespaart het natuurlijk ook aardig wat geld, wanneer papa straks, net voordat hij bij de kassa is aangekomen, alle lekkernijen, die zijn dochter in het winkelmandje heeft verzameld, heel gemakkelijk met één knop kan wissen.
Om af te rekenen besluit ik gebruik te maken van de zelfscankassa. Zo ontwijk ik niet alleen de lange wachtrij (tijdverspilling!), maar ontloop ik tevens het risico dat iemand iets kleins afrekent met een briefje van 50. Of dat ik moet wachten op een klant, die uitgebreid kleingeld staat te tellen om het verschuldigde bedrag precies gepast te kunnen betalen. Ik scan netjes alle boodschappen en reken vervolgens een bedrag af, dat vele malen hoger is dan ik gewend ben en dat nauwelijks door de huidige inflatie cijfers kan worden verklaard.
Geïnspireerd door het ijverige winkelgedrag van de peuter bedenk ik dan ineens, dat ik voortaan misschien zelf ook met zo’n leuk miniatuurkarretje boodschappen zou kunnen doen. De noodzakelijke boodschappen zou ik in het karretje kunnen leggen en alle overbodige, luxe artikelen in het digitale winkelmandje, om deze uiteindelijk te wissen.
Het lijkt me eerlijk gezegd niet eens zo’n slecht idee. Het zou me niet alleen veel geld schelen, maar een prettige bijkomstigheid is ook nog eens, dat mijn boodschappenkar voortaan weer heel goed gevuld oogt.