Onlangs volgde ik, op dringend en aanhoudend advies van de werkgever, een tweedaagse taaltraining op B1-niveau: ‘Begrijpelijk Schrijven’. Nu verkeerde ik in de gelukzalige veronderstelling dat het mij in het geheel niet aan schrijversvaardigheden ontbrak, dus blijmoedig en vol zelfvertrouwen ging ik op pad.
Uit deze droom werd ik ruw wakker, want de vooraf door mij aangeleverde brieven bleken tot mijn ontsteltenis bij lange na niet B1-proof. Mijn teksten waren, evenals de zinnen, veel te lang, de woorden te moeilijk, ik gebruikte te veel beeldspraak en abstracties en bediende mij eveneens rijkelijk van oubollige woorden, als “tevens en derhalve”, of zelfs van foutieve, zoals “middels”.
Al spoedig had ik hierdoor zwaar de pest in. Ik dacht altijd dat de lezer te lui en te gemakzuchtig was om goed te lezen, maar nu bleek, tot mijn deceptie, dat het merendeel van de lezers hier überhaupt niet toe in staat was.
De groep bestond uit twaalf deelnemers, waaronder drie mannen, uit verschillende beroepsgroepen en van alle delen van het land. Het verschil in communicatiestijlen tussen de beide seksen viel mij al snel op.
De dames hadden voor alles véél tijd en véél letters nodig, maar de heren waren daar duidelijk niet zo van; zowel mondeling als schriftelijk kwamen zij, overigens tot mijn ongenoegen, sneller, makkelijker en bondiger tot de kern van de zaak.
Dat gaat natuurlijk met meer dingen zo. De noodzaak van “voorspel” is tenslotte heus niet door een manspersoon bedacht. Of dacht u soms van wel? Hoezo doelgerichtheid? Tunnelvisie en oogkleppen! Immer gerade aus!
Het is immers juist góéd om alles zeer uitgebreid en zoveel als mogelijk gedetailleerd uit te leggen, het uitvoerig te voorzien van diverse tot de verbeelding sprekende voorbeelden, en dit vervolgens diverse keren en op verschillende manieren te herhalen, overvloedig geïllustreerd met de nodige handgebaren of emoticons.
Mannen schieten ook direct de snelweg op en weten, in verband met het aangeboren richtinggevoel, precies hoe ze het beste kunnen rijden. Als ze een kwartier voor tijd ter plaatse zijn, nemen ze een kop koffie en gaan zitten.
Vrouwen kiezen bij voorkeur de toeristische route, want lekker rustig en je ziet onderweg nog eens wat, en nemen uiteraard wél een navigatiesysteem mee, maar zien desondanks kans om, wegens onoplettendheid dan wel het negeren van de stringente aanwijzingen van Tom óf het verzuimen van het uploaden van een recente update van de wegenkaart, tóch nog om te verdwalen, doch schromen niet om aan diverse derden de weg te vragen, waarna ze uiteindelijk, in verhitte toestand, te laat op de plaats van bestemming arriveren, om zich vervolgens uitvoerig en licht hysterisch hiervoor te excuseren, alvorens het, in een Tupperware-bakje meegebrachte, koolhydraatbeperkte ontbijt uitvoerig te gaan nuttigen om zich een uur later met smaak, tegen alle goede voornemens in, tóch te vergrijpen aan de roomboter-allerhande, waarbij de voorkeur uitgaat naar de spritsjes die voor de helft gedecoreerd zijn met pure chocola, wat het noodzakelijk maakt om in de koffiepauze de tandenragers uit het rode lakleren toilettasje, vanuit het zijvak van de cognackleurige suède Burkely-tas mét rits, ter hand te nemen om de ivoren boel weer enigszins te fatsoeneren om zo toch een beetje representatief voor de dag te kunnen blijven komen en niet met het schaamrood op de kaken, met de zeegroene Volkswagen Polo uit bouwjaar 2002, die overigens wél lichtmetalen velgen maar geen stuurbekrachtiging heeft, terug te hoeven reizen naar de, in landelijke stijl ingerichte, twee-onder-een-kapwoning met Engelse rozentuin in de enige vinexwijk van Appingedam-Noord.
Begrijpelijk toch?