
bron: pixabay.com 401499
9 november 2022.
Ik zit op de hartbewaking aan het ziekbed van een vriendin. Drie dagen eerder heeft ze een hartinfarct gehad. Zomaar, vanuit het niets; tot nu toe heeft ze nooit hartproblemen gehad.
Ik aai over haar hand. ‘Hoe voel je je?’
‘Het gaat, vannacht veel gepiekerd en vanochtend zag ik het even niet zitten. Maar nu krijg ik iets meer hoop. De arts is geweest, mijn toestand is nog wel zorgelijk, maar dat ik weer zelf kan plassen, is een goed teken.’
Ik knik en geef een kneepje in haar hand.
‘Maar het is toch vreselijk dat ik alleen maar kan afwachten. Of ik zonder apparatuur kan. En als dat niet gaat, dan is er niets meer.’ Ze kijkt me rustig aan.
Ik slik. Het kalmerings-pammetje doet bij haar wat het moet doen, dat is wel duidelijk.
‘De onderste helft van mijn hart is afgestorven. Als ik hier doorheen kom, hoe zal ik er dan aan toe zijn?’
Ze verwacht niet echt een antwoord.
De deur gaat open, een verpleegkundige komt binnen. Tijd om even naar de wachtkamer te gaan. Het tijdschrift Happinez ligt op tafel.
Mijn gedachten dwalen af.
Ze had weliswaar eerder geen hartproblemen maar al wel allerhande andere gezondheidsperikelen. Ik heb me vaak afgevraagd hoe het kan dat een – in mijn ogen – vrij gezonde vrouw het een na het ander krijgt, zonder dat er een oorzaak wordt gevonden. Ziekte van Crohn, reuma, longproblemen, immuunziekte, oogontsteking met slechter wordend zicht tot gevolg. Kan iets als het langdurig gebruik van prednison daar debet aan zijn?
Herinneringen komen naar boven. Aan samen carnaval vieren, samen zeilen, zij bij ons langs in Frankrijk, tranen om slappe klets en verdriet. Maar ook het overlijden van haar zoon, bijna zes jaar geleden, heeft er dieper dan diepst ingehakt. Ik heb het eerder gezien bij mijn moeder toen mijn zus overleed. En ik zie het nu. Geen kind zo aanwezig als het kind dat wordt gemist.
Ik ga naar haar kamer om gedag te zeggen. Heel even bekruipt me een gevoel van iets definitiefs. Nee, nee, niet toelaten. Hoop houden. In de dagen erna neemt de onrust toe. Het afkoppelen van apparatuur lijkt even goed te gaan tot haar hart het niet meer aan kan.
Ze overlijdt.
Ze is dood.
Kun je sterven aan een gebroken hart ? Ik denk van wel.
Nee, ik laat je niet los. Je verhuist van m’n buitenwereld naar een plekje in mijn hart. En daar ben je niet alleen.
Je bent in goed gezelschap.
En door. Maar dat gaat nog niet zo gemakkelijk. Ik wilde een dikke j’accuse gaan schrijven. Over de mensheid en onze vernietigende honger naar meer, groter, duurder, langer, beter, verder, strakker, mooier (voor wie?!), mooist (voor wie?!). Nieuw zeer. Puinzooi. Ik laat het idee varen. Onbelangrijk. Voor nu.
En door. Omdat het eenmaal zo is. Omdat houden van en verdrietig zijn bij elkaar horen.
Omdat ik het leven én de sterfelijkheid omhels.
Ik mis je.