“Ik geloof niet dat het wat tussen ons zal worden,” twijfelt mijn moeder hardop. “Het is een hele aardige man, hoor. We daten nu al een tijdje, maar op de een of andere manier vind ik ‘m toch een beetje vreemd…”
“Oh, vertel eens? Wat is er dan zo vreemd aan die man?” informeer ik nieuwsgierig.
“’k Weet ’t niet zo goed. Hij stuurt steeds van die rare berichten.”
“Zeker flauwe opmerkingen die alleen maar over seks gaan?”
“Nee, joh,” grinnikt mijn moeder. “Hij is praktiserend christen en heeft van te voren duidelijk aangegeven voorlopig nog geen lichamelijk contact te willen. Hij stuurt me alleen maar berichten, waarin hij verslag uitbrengt wat hij gaat doen.”
Mijn moeder zucht maar eens. “Hier, moet je dit eens horen: ‘Dag lieverd,” leest ze hardop voor, “maandag ga ik van 14 uur tot 20 uur naar mijn dochter, dinsdagochtend heb ik met mijn kleinzoon afgesproken om samen de boodschappen te halen en ‘s middags ga ik van 13 tot 15 uur wandelen met de buurman. Om 18 uur komt mijn zus koffiedrinken tot ongeveer 20 uur, want ze moet natuurlijk nog een eindje rijden voordat ze weer thuis is. Donderdag ben ik weer de hele dag op de boerderij en vrijdag…”
“Ik snap het al,” onderbreek ik mijn moeder lachend. “In plaats van al die gedetailleerde beschrijvingen had je natuurlijk veel liever gehoord dat hij non-stop in de zevende hemel verkeert, zeker zodra hij jou ziet. Maar ach, jij zocht toch een leuke en vooral actieve man? Nou, voilà!”
“Tja, dat is ook wel waar…”
“Wat doet ie trouwens de hele dag op een boerderij?”
“Geen idee. Hij maakt daar allerlei knutsels van hout, geloof ik”.
Ineens schiet mij iets te binnen. “Ma, zit hij daar toevallig van 10 tot 16 uur?
“Ja, hoe weet jij dat?” klinkt het verrast.
“Dat zijn meestal de tijden voor dagbesteding. Weet je wat ik denk? Ik vermoed dat hij naar zo’n dagbesteding voor dementerende ouderen op een of andere zorgboerderij gaat.¨
“Dat meen je toch niet?” schrikt mijn moeder. “Maar nu je het zegt, dat zou best wel eens zo kunnen zijn… Hij is inderdaad erg vergeetachtig. Zo heeft hij me al 1000 keer verteld hoe ontzettend hij het naar z’n zin heeft op die boerderij.
“Zie je wel! Licht dementerend! Dat opsommen van zijn weekindeling geeft hem natuurlijk houvast.” Case closed.
“Hoe vaak komt hij trouwens bij je langs?”
“Iedere woensdag. De rest van de week is zijn agenda altijd al helemaal vol gepland.”
“Dus hij komt iedere week op dezelfde dag op visite,” herhaal ik het oerdegelijke relatie-rooster. “Da’s natuurlijk makkelijk voor hem om te onthouden.”
“Nou lekker dan. Dus eigenlijk ben ik zijn dagbestedingsadres voor de woensdag?”
“Tja, zo zou je het kunnen bekijken. Maar…” troost ik haar lachend, “er bestaat nog altijd een kans dat jullie relatie zich van activerende naar belevingsgerichte dagbesteding zal verdiepen.”
“En wat mag dat in Godsnaam betekenen?” informeert mijn moeder argwanend.
“Nou, bij activerende dagbesteding maak je meestal iets met je handen, zoals die kaarsenstandaard, die hij daar laatst als kerstkado speciaal voor jou had gemaakt. Bij belevingsgerichte dagbesteding staat juist het prikkelen van de zintuigen centraal,” leg ik haar zo neutraal mogelijk uit. ”Zoals samen muziek luisteren of bijvoorbeeld een lekkere massage… Of samen snoezelen…”
“Wat is nou weer snoezelen?”
“Een combinatie van snuffelen en doezelen. Je gaat dan bijvoorbeeld op een massagematras of een muzikaal waterbed in een ruimte liggen, waar gedempt licht, muziek en zachte geluiden je omringen.”
Mijn moeder gaapt me vol verbazing aan.
“Bij het snoezelen worden vaak aangepaste hulpmiddelen zoals tastringen of zachte tastballen gebruikt om meerdere zintuigen te prikkelen,” leg ik haar verder uit. “Op deze manier wordt de zintuiglijke waarneming verdiept en het contact bevorderd.”
“Pff… Nou, laat dat bevorderen van dat contact maar zitten,” besluit mijn moeder resoluut.
“Ik wil een normale kerel, niet een of andere rare snoezelaar die met een paar trillende ballen naast me komt liggen om z’n vibrerende ratelslang te laten betasten. Verder voor de rest de hele dag op zo’n boerderij rondhangen… Blèh,” moppert mijn moeder. “En op woensdag ben ik zeker het hobbyvarken dat een aai over z’n bol krijgt?”
“Maar ik snap nu ook waarom hij altijd alleen ‘s woensdags langskomt,“ briest ze verontwaardigd, “want die ouwe denkt zeker: woensdagavond stierenavond!*”
*Stierenavond is Westlands voor ‘bij de meisjes op bezoek gaan‘. Oftewel: de wekelijkse wipavond. En dat doen ze in Rotterdam en omstreken dus kennelijk alleen op woensdag.

bron: pixabay.com 2387390
Uit mijn jonge jeugd ken ik de uitdrukking “Woensdagavond Bokavond”. Voor zover mij bekend werd die term in geheel Noord- en Oost-Nederland gebruikt, al hoorde ik ook wel voor woensdagavond de term ‘Wortelavond’. Lijkt er ook op, maar in mijn geboortestreek was een worteldag een gewone doordeweekse dag en was niet per se de woensdag.
Toen ik midden jaren ’60 in Arnhem ging wonen en werken, leerde dat het daar ook ‘stijfselavond’ genoemd werd. Volgens mijn hospita het het te maken met het gesteven jakje dat de dienstmeisjes in haar jeugd droegen tijdens hun uitgaansavond, ’s woensdags.
Ben maar niet de discussie met haar aangegaan over het waarheidsgehalte van haar beweringen.