‘Koud, hè?’ zegt mijn Buurvriendin. Ik knik.
‘Ja, berekoud!’
Ik kijk vol verbazing naar de kleren die ze draagt. Het lijkt alsof ze aan een poolexpeditie gaat beginnen.
‘Waar ga je helemaal heen dan?’ vraag ik.
‘Nou gewoon… naar de zaak,’ zegt ze lichtelijk geïrriteerd.
Logisch dat ze zo dik is aangekleed: die zaak is minstens twee kilometer verderop.
Vriendin maakt van haar wijs- en middelvinger een smalle V en houdt die tegen haar lippen. Ze ademt een teug vrieskou in en blaast zogenaamd vergenoegd de lucht in de vorm van een wolkje rook weer naar buiten. Het arme mens staat werkelijk stijf van de ontwenningsverschijnselen.
‘Als ik nog zou roken, zou ik van binnen véél warmer zijn,’ murmelt ze weemoedig. Ze kijkt mij met een knorrige blik aan. Alsof het mijn schuld is dat ze – samen met ontelbare anderen – begin januari is gestopt met roken.
‘Je bent ook nog maar net uit bed, hè?’ zeg ik vergoelijkend. En dat is overduidelijk waar, want de vouwen van haar kussensloop staan nog op een wang. ‘Vroeg in de ochtend is alles het ’t ergst…’
Getergd loopt ze naar haar stokoude auto, steekt de sleutel in het deurslot en rukt hard aan de grendel.
‘Shit!’ foetert ze. ‘Ik krijg ‘m niet open! De rubbers van de deur zijn vást vastgevroren aan het ijzer… Heb ik weer!’ Ze slaat nog wat meer stoere taal uit, maar daar trekt het portier zich helaas niets van aan.
Uit haar jaszak diept Vriendin een perskaart van de NOS op. Geen ijskrabber krabt beter dan deze toegangspas, waarmee ze klappertandend de ramen van het ijs bevrijdt. Tussendoor loopt ze terug naar de autodeur. Rukt nog een keer. Nog steeds potdicht.
‘Dít zouden ze voor de grap eens moeten filmen, die lui van de NOS. Het leed dat ijskrabben heet,’ gromt ze. Ze schrapt verder. ‘Klote kou. Straks heb ik nog slotontdooier nodig om de rits van mijn jas open te krijgen.’
Raam na raam verliest zijn ijs. Als laatste is het bijrijdersraam aan de beurt. Vriendin kijkt er even doorheen naar de “overkant”. En ziet dat het zwarte palletje nog steeds ingedrukt staat. Oftewel: de deur is niet eens van slot geweest. Gevalletje ‘éérst sleutel omdraaien en dan pas rukken’.
Wéér zo’n typische Buurvriendin-actie. Of zou het dan toch gewoon die overdosis véél te frisse, rookvrije, ‘goed geventileerde’ lucht zijn?

bron: pixabay.com 1086504