Ik ben zonder ouders opgegroeid. Daardoor ik nieuwsgierig ben geworden naar mijn familiegeschiedenis. Het graf van mijn overgrootvader, Douwe Andries Bijlsma, mag niet geruimd worden. Ik heb er tijdens mijn studie Cultuurwetenschappen een “lieu-de-mémoire” over geschreven, dat is een een plaats van herinnering. In de afgelopen jaren heb ik vele familieverhalen verzameld en opgeschreven, enkele nog van direct betrokkenen als een oudtante of een achterneef. Douwes graf werd het startpunt van een ontdekkingsreis door de tijd, met verhalen over een straatacrobaat en zijn rebelse dochter en over een ongelukkig kind dat uiteindelijk een ongelukkige vrouw is geworden. Vele interviews, artikelen in de krant en items in historische bladen later volgde de klap op de vuurpijl: een theaterstuk dat afgelopen najaar volle zalen trok dankzij de geweldige teksten van Sietse de Vries en Ritsko van Vliet die Douwe weer tot leven wekte met zijn vertolking. Maar… wie wáren toch die mensen achter de bijnamen als Slappe Douwe, Mooie Anna en Jonnessie?
Ik vertel het je.

bron: foto uit eigen archief (MH)
“Ja maar moeke, hoe komt die baby er dan uit?”
“Ach mien kind, zoals het erin is gekomen, zo komt het er ook uit.”
En met deze geruststellende woorden was de seksuele voorlichting in 1937 ten einde. De zeventienjarige Anna had al haar moed verzameld om haar moeder om advies te vragen; die zou na het baren van negen kinderen (de tiende was nog onderweg) toch zeker wel weten hoe het in z’n werk ging.
Mooie Anna werd ze genoemd, de derde dochter in een gezin van tien kinderen, waar ’t armoe troef was. Vader Douwe was straatacrobaat, moeder Trijntje huisvrouw. ’s Ochtends wisten ze niet of er ’s avonds een maaltijd op tafel zou staan. En als er al iets te eten was, bleef het altijd de vraag of het ook genoeg zou zijn om alle hongerige magen te vullen.
Anna werkte, samen met haar oudere zuster, als mangelmeisje in een wasserette. Zwaar werk, kinderarbeid en voor een habbekrats. Ze ontmoette Sjoerd, de zoon van de vrijgevochten kapper Palstra uit Rotterdam en in haar ogen een echte man van de wereld – hij had tenslotte al in dienst gezeten. Dat Sjoerd zijn handen helemaal niet wilde warmen onder haar oksels, zoals ze zelf altijd deed, maar aan haar borsten, dat had Anna in de eerste instantie vreemd gevonden, maar eigenlijk ook wel lekker. En omdat van het een altijd het ander komt en ook in de jaren ’30 de bloemetjes en de bijtjes elkaar wel wisten te vinden, was Anna zwanger voor ze er erg in had.
Mooie Anna, die elke week een cent spaarde van haar loontje dat ze bijna helemaal moest afdragen aan haar vader. Een cent per week. En als ze dan een dubbeltje had, kocht ze er blaadjes voor bij de sigarenboer. Tijdschriften over vorsten en filmsterren, over beroemde mensen en helden. Vaak kreeg ze nog wat oude edities toegeschoven. Die werden zorgvuldig bewaard onder haar matras op zolder, waar ze wegdroomde van een ander, beter leven. Weg van de zolder die ze deelde met haar broers en zussen, twee grote matrassen onder het onbeschoten dak, waardoor het in de winters ijzig koud was. Een gordijntje deelde de ruimte in tweeën en in een hoek stond op de verhoging een tonnetje – tot in de jaren ’60 zou dat het toilet binnenshuis zijn, dat elke week werd geleegd en in de zomer zo verschrikkelijk stonk.
Mooie Anna, die al haar dromen uiteen zag spatten toen ze besefte dat ongehuwd een kind krijgen geen optie zou zijn. Dat ze zou moeten trouwen met Sjoerd en zich schikken naar zijn wil. Geen witte jurk met een sleep, geen groots feest, geen aankondiging, maar een uitstapje naar de gemeente waar de zaak beklonken werd in oktober 1937, enkele maanden voor de geboorte van haar zoon. Ze trok in bij haar kersverse echtgenoot, moest nog steeds keihard werken voor een schijntje en hield er zelf nog steeds niets aan over. En omdat verkrachting binnen het huwelijk toen nog niet strafbaar was, moest ze zich aan alle kanten overgeven. Anna haatte elk moment dat ze doorbracht in het huis van de Palstra’s, met een altijd aanwezige schoonmoeder en een echtgenoot die zij al heel gauw na het eerste gescharrel achter de wasserette was gaan verachten.

bron: foto van materiaal uit eigen archief (MH)
— wordt vervolgd —