Toen Nicky (31) kort voor de kerst vorig jaar hoorde dat ze baarmoederhalskanker had, begon ze direct met schrijven. Alles wat er gebeurde, alles wat er door haar heen ging, alles wat de kanker met haar deed, en nog steeds doet, ook al is ’t nu ‘weg’. Maar gaat het ooit weer weg? In je hoofd blijft het. De vermurwende angst, de hevige hoop, de enorme vecht- en levenslust. Hier op HoeVrouwenDenken vertelt ze haar verhaal.
>> Wat hieraan voorafging (Afl. 2) <<
We lopen samen de supermarkt uit. Mijn man heeft twee volle tassen met boodschappen in zijn handen en ik slenter achter hem aan. We lopen door het parkje naar huis. Ik voel me fijn. De zon schijnt, de vogels fluiten en overal komen de eerste bloemen tevoorschijn. We kletsen over van alles en nog wat. Ineens voel ik een flinke klap in mijn buik. Ik grijp met mijn handen naar de plek. Het valt me op dat mijn buik best bol is. Ik hoor hem grinniken: ‘Is ze weer aan het schoppen?’
Verward kijk ik hem aan. Ben ik zwanger? Ik kan toch helemaal niet zwanger zijn? Mijn baarmoeder is eruit. Alles is eruit gehaald! Zelfs de top van mijn vagina is verwijderd en dicht gehecht. Hoe kan dit? Ik trek wat onhandig mijn shirt omhoog en zie een mooie, bollende buik tevoorschijn komen. Ik laat mijn handen eroverheen glijden. Wat voelt dit fijn. Wat een wonder! En daar is weer een schopje. Ik zie zelfs de vorm van haar voetje al! Hoeveel weken ben ik eigenlijk al zwanger? Ik kijk op en zoek naar mijn lief, maar hij is weg. Net als het mooie parkje.
Ineens ben ik ook in een andere ruimte. Het lijkt op de praktijk van de gynaecoloog. Ik lig in de behandelstoel. Mijn voeten zitten vast in twee steunen.
‘Ah, mevrouw van den Broek. Wat fijn dat u zo snel mogelijk kon komen. We hebben duidelijk een probleem,’ zegt de gynaecoloog. Ik voel dat het angstzweet me uitbreekt. Problemen? Weer kanker? Terwijl ze haar handschoenen aantrekt, praat ze verder: ‘De top van de vagina is volledig dicht gegroeid. Hoe er daar überhaupt een kindje heeft kunnen groeien, is me een raadsel. Maar laten we eerst eens gaan kijken.’
Ze pakt het echo-apparaat en een grote knijpfles met gel. ‘We doen eerst even een uitwendige echo.’ Ze maakt mijn buik vrij van kleding en spuit er een flinke klodder glijmiddel op.
‘Wilt u graag meekijken?’
Nog voordat ik de vraag heb beantwoord, draait ze het scherm naar mij toe en begint met de echo. Ze speurt mijn buik af in de hoop ons meisje te vinden. Terwijl ik meekijk, wordt de ruimte om ons heen heel erg krap en benauwd.
‘Is alles wel goed?’ vraag ik onzeker. De gynaecoloog antwoordt niet. Ze gaat helemaal op in haar werk. Dat baart me nog meer zorgen. ‘Hallo, mevrouw? Kunt u mij vertellen hoe het gaat? Hoe ver ben ik? Hoe lang ben ik al zwanger?’
De gynaecoloog stopt met over mijn buik te roeren. Ze kijkt me zorgelijk aan en zucht. ‘Het spijt me, u bent niet zwanger.’ Een schok gaat door mijn lijf. Meteen ben ik intens verdrietig.
‘Níét zwanger? Maar er was toch een wonder gebeurd?’ hoor ik mezelf zachtjes stamelen. De arts kijkt me vol medeleven aan. ‘Helaas Nicky, jij zult nooit meer zwanger worden.’
Om 04.12 uur schrok ik wakker. Zweterig, buikpijn en verdrietig. Wat een nachtmerrie. Of eigenlijk toch echt de realiteit.
Terwijl ik dit typ, stromen de tranen over mijn wangen. Mijn hart doet pijn. Immens veel pijn. Mijn keel knijpt zich samen en de wereld voelt onmenselijk oneerlijk.
Kanker heeft voor mij de keuze gemaakt. Ja, ik ben mama van twee lieve jongens, maar die zo gewenste derde baby zal er nooit meer komen. Ik hoor mensen zeggen: ‘je moet blij zijn! Jij hebt tenminste al twee gezonde jongens. Sommige vrouwen hebben de pech volledig kinderloos te blijven.’
Maar ik ben niet blij. Mijn hart is gebroken.
Neem me dit niet kwalijk, alsjeblieft? Ik snap echt wel dat ik van geluk mag spreken tegenover iemand die ook een kinderwens had en nu geheel kinderloos moet blijven. Ik gun iedereen een kind om van te houden als er de plek en de liefde voor is! Maar het doet gewoon zo verdomd veel pijn. Zo graag nog een kind willen en niet meer kunnen krijgen. Ongeacht hoeveel er al rondlopen.
Die keuze is nu gemaakt voor mij. Niet door mij. De babykleertjes die ik heb bewaard nadat onze beide zoontjes eruit gegroeid waren, liggen nu voorgoed te verstoffen in de kast van onze jongste. En ooit zal ik ze moeten opruimen. Er komt geen mooie, lieve, zachte baby meer in die kleertjes. Geen kleine Ivo, geen kleine Mea… Niks meer.
Vaarwel, babywens.
Ooit hoop ik dit een plekje te kunnen geven. Maar voor nu blijf ik even huilen. Want dat mag ook. Ik mag ook rouwen. Ik had gewoon nog zó ontzettend veel plek in mijn hart voor nog een kindje.

bron: pixabay.com 935985