Ik kan er niet over uit. Daarom herhaal ik het steeds weer voor mezelf: YES! De overgang is voorbij!
Af en toe komt het Menomonster nog op bezoek, maar inmiddels heb ik hem (of haar) grotendeels van mij af weten te schudden. Het heeft de nodige kleerscheuren gekost, maar ik ben er weer. Slank, rechtop – én ik kan afserveren als de beste!
Afserveren? Ja. Zelfs bijna letterlijk.
Een voorbeeld? Ineens was daar een nieuwe buurvrouw. Een pláátje om te zien en heerlijk spontaan. Ik zat er eigenlijk niet op te wachten, maar ze kwam mijn leven binnen fladderen en bracht veel energie mee. Gezellig samen de stad in, mooie foto’s van elkaar maken en meer van dien.
En dan ineens sloop daar de ellende achteraan. De buurvrouw had een burn-out, huilde steeds meer en elke keer als we elkaar zagen, werd er een bak zorgen over mij uitgestort. Ik begon er steeds meer op te letten wat ik zei, want haar humeur sloeg nog sneller om dan dat van mijn kinderen toen zij nog pubers waren. Van vrolijk kletsen naar krampachtig huilen in een fractie van een seconde.
Een tijdje later flikte ze mij een behoorlijke streek. Ik schrok ervan, want ik had het totaal niet zien aankomen. Tientallen appjes volgden. Ellenlange verhalen, waarbij ze haar excuses niet aanbood, maar vooral mij de schuld in de schoenen schoof. Ik had immers geen rekening gehouden met háár gevoelens. Ik moest haar ‘flikkerstreek’ maar begrijpen.
“Afserveren, die handel,” klonk een boosaardig stemmetje in mij. Ik pakte mijn geliefde tennisracket en liep naar de buurvrouw. Even later vloog ze als een lekke tennisbal in een grote boog naar de andere kant van mijn horizon.
Figuurlijk natuurlijk.
Hoe dan ook, sinds het overgangsmonster mij heeft verlaten, ben ik er steeds beter in geworden, in dat afserveren. Niet alleen in het weg meppen van vervelende en irritante mensen, maar vooral ook van lastige situaties, negatieve gedachten en ronduit gemene sujetten. Ik probeer er niet meer mee bezig te zijn. Ik heb er de energie niet meer voor. Vriendschap is geven en nemen en mijn grenzen zijn harder en strakker geworden.
Schrik niet van mij. Ik ben nog steeds een goed mens, vind ik zelf. En ik merk steeds vaker dat ik ook veel liever ben geworden. Een date die niet zo spannend, maar die wel gewoon een lieverd was, serveer ik niet zomaar af. Hij krijgt een tweede kans. En misschien zelfs wel een derde. Want vriendschappen met leuke mensen zijn mij veel meer waard.
Maar het ‘afserveren’ van energie slurpende, zuigende, gemene, verwende of zeurende mensen, dáár ben ik stukken beter in geworden. Daarom mijn ervaringsgebaseerde raad voor mensen in of na de overgang: wil je overleven, leer te waarderen en af te serveren!
Figuurlijk natuurlijk.

bron: pixabay.com 4792658