Ik woon in het centrum van de stad en kijk uit op een gezellig plein vol met terrasjes. Na mijn scheiding heb ik hier bewust voor gekozen. Het geroezemoes dat van de terrasjes afkomt geeft me een gevoel tussen de mensen te zijn. Het heeft een kalmerend effect op mij. Dat er af en toe flinke herrie kan zijn als er festivals of andere evenementen worden georganiseerd neem ik op de koop toe.
Een paar dagen geleden was het weer 4 mei. Een bijzondere dag. Het was zonnig en warm. Het plein zat vol met mensen die kwamen genieten. Veel geluid, gezellig geklets en gelach, fijn. Ik kwam uit mijn werk, kookte, at, en daarna, zo rond half acht zette ik de TV aan.
Dodenherdenking.
Opdat wij niet vergeten.
Om acht uur was al het geroezemoes op het plein verstomd. Het was doodstil. Ik was geraakt hierdoor; we zijn het blijkbaar inderdaad niet vergeten.
Om kwart voor tien werd ik echter wreed uit mijn beslommeringen gerukt. Een jonge, nieuwe bewoner aan de overkant van het plein had besloten dat het wel eens leuk zou kunnen zijn om zijn boombox op de vensterbank te zetten en loeihard Nederlandstalige liedjes over het hele plein te laten schallen. Qua hardheid was het geluid ontegenzeggelijk van festivalkwaliteit; je zou er doof van kunnen worden.
Een clubje van zo’n tien bezoekers op het plein juichte dat luidkeels toe (waarbij ik dacht: moedig dat gedrag nou niet aan, jullie gaan straks naar huis lekker slapen in je buitenwijk en wij moeten hier maar mee omgaan).
Op een gegeven moment stopte de gratis herrie even.
“Nee, stop nou niet, we willen méér!” hoorde ik het clubje roepen.
“Nee, mag niet. Mijn moeder is boos,” riep de boomboxbuurjongen.
Gelach. “Kom maar naar beneden, nemen wij het wel van je over. Wij hebben ook zo’n box!”
Hij ging erbij zitten. Zijn boombox hoefde hij inderdaad niet mee te nemen want een andere bewoner aan het plein, laten we hem Karel noemen, had zijn boombox ook al uitgegraven en keihard aangezet. Bij het clubje bleek namelijk familie van Karel te zitten. Hij had zijn box, met bluetooth via mobiel op afstand te bedienen, op zijn balkon gezet. Volumeknop op standje “wij helpen graag uw trommelvliezen om zeep”. Daarmee kon het hard en vals meezingende vriendenclubje nog meer Nederlandse schlagers en Franse chansons onder onze aandacht te brengen. Of we daar nu zin in hadden of niet.
Later kwam Karel zelf ook nog gezellig meeborrelen en liedjes uitkiezen onder het genot van een pizza om de alcoholinname te compenseren. Ik sloeg het allemaal met verwondering gade en was benieuwd hoe lang dit zou gaan duren. Bij festivals weet je precies wanneer ’t eindigt, maar hier is het maar de vraag. En ik het vertik het om in mijn pyjama naar beneden te lopen en ernaar te vragen. Dan is het namelijk nét alsof het normaal is dat je dit soort ongein uithaalt.
Kort voor middernacht stopte de herrie eindelijk. Ik hoorde Karel, na wat protesten van de feestgangers, zeggen: “Ja sorry, de buren schijnen er last van te hebben.” Goh, joh!
Ik hoorde iemand die min of meer probeerde te formuleren dat het toch echt je eigen schuld is dat je herrie gepresenteerd krijgt als je in de binnenstad durft te gaan wonen. Dat ging ongeveer zo: “Awls sje inze binnestjad gaat wonen dan weet je, euh, weet je, euh….. dan mwoet je nie sjeiken”.
Nee, gast. Ik heb niet getekend voor jouw privé feestje op dit publieke plein. Alle andere terrasjes waren al gesloten. Ik betaal daarbij een behoorlijk bedrag voor het feit dat ik hier mag wonen en wil daar wel iets van woongenot voor terug. Als je een feestje wilt houden met achterlijk harde muziek, ga dan naar je eigen huis met de ramen dicht of zet je bluetooth koptelefoon op als je je eigen buren niet lastig wilt vallen (hetgeen ik betwijfel). Het zou wat zijn als iedereen het plein gaat kapen op die manier.
Ik weet dat ik in de binnenstad geen doodse stilte kan verwachten. Sterker nog, ik wíl helemaal geen doodse stilte. Maar ik weet wél waar de grens ligt en wat mijn rechten zijn. Jouw privé feestje, met de megalomane aanname dat wij allemaal in de omgeving wel heel happy zullen zijn met jouw muzieksmaak en het keihard opdringen daarvan aan ons, past daar niet bij.
Ik heb geen idee tot hoe laat ze daar nog zaten. Ik ben naar bed gegaan, want op 5 mei moest ik gewoon werken. De pizzadoos werd trouwens achtergelaten. Opdat wij niet vergeten.

Stilleven van lege pizzadoos op verlaten terrastafel. (bron: eigen foto (VL))
Prachtig stuk!