
Bron: Netflix/Rotten Tomatoes en nielsen.com
Afgelopen weekend keek ik de laatste aflevering van de Netflix-serie “Firefly Lane”. In bed. En ja, ik heb mijn hele kussen vol gejankt. Wat een prachtige, ontroerende, perfect gemaakte serie.
“Firefly Lane” is gebaseerd op een roman van Kristin Hannah, maar de serie wijkt daar, vooral na het tweede seizoen, toch wel behoorlijk van af. Het verhaal volgt het leven van twee BFF’s, Tully (Katherine Heigl) en Kate (Sarah Chalke) over een periode van meer dan drie decennia. Het verhaal springt dan ook voortdurend heen en weer tussen hun jeugd in de jaren ’70, hun twintiger jaren, waar ze net hun eerste baan hebben, en hun volwassen levens als veertigers in het heden (vanaf 2016 tot nu). In het begin moest ik wel daar even aan wennen, maar na verloop van tijd weet je perfect wanneer wat speelt en in welke periode je zit.
De serie slaagt er glansrijk in om een diepgaande en meeslepende vriendschap te portretteren, met alle ups en downs die bij zulke lange vriendschappen horen. En de cast is in één woord geweldig. Heel natuurlijk, goed geacteerd, geen soap enscenering. Het wordt al heel snel duidelijk dat Kate en Tully gewoon bij elkaar hóren, ook al gaat het meerdere keren finaal mis met de vriendschap.
Werkelijk alle levensthema’s komen aan bod: liefde en verlies, mishandeling, succes en falen, carrière, kinderen krijgen, familie, etc. Daardoor kon ik me direct identificeren met de personages; je voelt als kijker meteen met hen mee. Ik natuurlijk vooral met hun personages op middelbare leeftijd, met alle bijbehorende perikelen, het in de overgang raken (“Ik ben een goed gevulde hormonensoep…”) en het terugkijken op vroegere beslissingen: “You [finally realize that you] don’t have forever for this shit. There’s no perfect timing for anything, but you still have to make the decisions anyway.”
Het herinneringen ophalen op die speciale momenten dat het leven enkel goed is: “I want to keep living in this perfect moment of life forever. Like living in a photograph.” Het beeld vastleggen op je netvlies en hopen dat het voor altijd zo goed blijft. Wat natuurlijk nooit het geval is. Niets blijft eeuwig goed, want: “That’s the thing about big life changes. You don’t get to chose when they happen.”
Maar vooral ook dat gevoel als je de 40-45 gepasseerd bent, dat je toekomst steeds ‘krapper’ wordt: “That’s the worst time about being middle-aged. When you’re young there’s so many possible roads to go down. A left turn, a right turn, U-turn. You got the whole map in front of you. And then sometime in your 40s, you realize there are no more U-turns. A bunch of roads are closed, and half are in the rearview mirror.”
Dat is zó passend omschreven; je kijkt naarmate je ouder wordt, steeds vaker in de achteruitkijkspiegel naar de afritten die je allemaal gepasseerd bent en waarnaar je niet meer terug kunt. No more U-turns.
“Firefly Lane” is emotioneel, soms rauw en vaak ontroerend, met bérgen drama, romantiek en nostalgie. Ik kon mezelf in zoveel dingen herkennen, en toegegeven: dat voelde echt subliem.
Maar vooral het feit dat Kate ziek wordt (agressieve vorm van kanker) en al het verdriet en lijden dat daarmee gepaard gaat, hakte er bij mij in. Natuurlijk ook vanwege mijn moeder, maar ook omdat de lijdensweg van Kate en de mensen om haar heen zó goed neergezet wordt. God, wat heb ik gehuild. Elke aflevering waren er wel tranen. En glimlachen. De geweldige muziek en die treffende quotes en levenswijsheden maakten het af.
Kortom: Binge material. Dit was echt zo’n serie waarvan ik dacht: shit, afgelopen. En nu?
Ik ga hem zeker nog een keer kijken. Wedden dat ik dan weer net zo hard mee huil?