
bron: pixabay.com 1473559
Ja. Nee. Ja, sorry. Ik heb besloten dat 2023 mijn jaar van de eerlijkheid gaat worden. En dan moet ik dit dus ook maar toegeven. Het is niet makkelijk, maar het liep de spuigaten uit. Ik deed het soms wel 40-50 keer per dag. Ik deed het zelfs waar de kinderen bij waren. En tijdens mijn werk. Het hinderde me eraan, mijn taken echt goed uit te voeren.
Ik ben een chronisch musturbeerder, om het beestje maar eens bij de naam te noemen. En dat MOET stoppen.
En nee dus, géén schrijffout. Gelukkig maar. Want dat geheel met de -a- in plaats van de eerste -u- gaat natuurlijk gewoon door. Het gaat hier duidelijk om iets anders: dat gevoel dat je – van jezelf – van alles moet. Dát moet weg.
Denk maar eens na: bij alles waar je boos om wordt, waardoor je van de rel raakt of wat je frustreert, bestaat het grootste gedeelte van je gedachtegangen uit zinnen met het werkwoord ‘(zou) moeten’. Zowel met betrekking tot jezelf als tot anderen.
“Ik moet echt afvallen.”
“Die vent moet goddorie eens doorrijden en mij niet afsnijden. Eikel.”
“Ik moet de boodschappen en de was nog doen…”
“Ze moet gewoon niet zo zeiken! Trap onder de kont en door!”
“Waarom moet ik altijd voor alles opdraaien?”
“Ik moet dit vandaag af hebben. Deadline en zo.”
“Hij zou me niet zo ongemakkelijk moeten laten voelen.”
“Ik zou meer moeten sporten…”
“Zij zouden eens wat vaker rekening met mij moeten houden.”
Het punt is: bij al deze ‘moetjes’ stel ik eisen aan de werkelijkheid, in plaats van dat ik voorkeuren en wensen te kennen geef.
Moeten is prut. Willen is beter. Prefereren is goed. Preferenties kun je ook veel makkelijker uitspreken naar iemand.
“Ik zou zó graag willen dat…”
…die vent voor me op de weg eens opschoot.
…een dag 48 uur had.
…ik een dag meer tijd krijg voor deze opdracht.
“Eigenlijk wil ik heel graag…”
…meer sporten.
…beter voor mezelf zorgen.
…die boodschappen straks even doen en niet nu.
…dat ze wat meer rekening met me zouden houden.
Et cetera.
Je kunt het willen en wensen. Of je het krijgt is natuurlijk een tweede. Maar: dat wéét je bij wensen/preferenties. Het is immers geen eis, niet iets wat je met de zweep af kunt dwingen. Dus je verwachtingspatroon is ook anders en je windt je minder op als het toevallig niet gaat zoals het had ‘moeten’ gaan. Je bent niet langer aan het vechten met de realiteit. Mensen doen toch wel wat ze zelf willen. De realiteit is daarom altijd anders dan hoe jij vindt dat ie zou moeten zijn. En vechten tegen de realiteit is verrekte vermoeiend.
Inmiddels lach ik erom als iets niet gaat zoals ik ’t me voorgesteld had. Lukt nog lang niet altijd, maar wel steeds beter. Conclusie: Moet minder, wens meer. Best een grappige gedachtegang, ja.
Deze tekst is deels ontleend aan de toffe video van Prince EA:
En de goede man heeft gelijk.
Ik moet niks.
Ik wil. Ik mag. Of ik zou wensen dat.
Niets meer en niets minder.
En nu… moet ik écht verrekte nodig naar de wc.
Blog reeds eerder gepubliceerd, maar aangezien Prince EA zijn filmpjes ook recyclet, moet mag ik mee-recyclen. Handig, toch?