We zouden drie weken naar Schotland op vakantie gaan. Eindelijk. We hadden al drie keer eerder een poging gedaan. De eerste twee pogingen mislukten door vanwege corona. De derde ging niet door omdat we besloten de tuin op te knappen en je kunt je geld maar één keer uitgeven.
De vierde keer zijn we zowaar in Schotland aangekomen. Maar na twee dagen genieten van die prachtige, ruige Schotse natuur, besloot de camper kuren te krijgen. Zo ernstig, dat we allebei dachten dat het motorblok er onderuit zou vallen.
Nu is mijn lief WegenWachter. En perfectionist. Hij kan dus zelf een auto repareren. En geeft dat dan ook niet graag uit handen aan een andere monteur. Zeker niet aan een Engelse.
Dus namen we een boot terug naar huis. Precies een week na ons vertrek, reden we Nederland weer in.
Dan nog maar twee weken thuis vakantie vieren.
Maar ik was spuugchagrijnig.
Ik háát vakantiepech.
Ik kon het niet loslaten dat we niet door het prachtige Schotland aan het toeren waren. We hadden nog zoveel op de planning staan. Zoveel prachtige dingen die we nu niet gezien hebben. Zoals het eiland Skye (met z’n prachtige, grillige natuur). Het eiland Mull (en dolfijnen, otters, dassen en steenarenden spotten). Het eiland Harris (zwemmen in de Altantische Oceaan en echte Schotse tweed kopen). Inverness. Culloden. Loch Ness. Zwemmen in één van de vele Lochs. Suppen misschien wel. De ruige westkust ontdekken. Edinburgh. Rosslyn Chapel. Zoveel wat we niet gezien hebben.
Ik háát dingen niet gezien hebben.
En dan Nederland. Wat is iedereen hier gestrest! Wat is het hier toch ongelooflijk vol. En wat is iedereen hier ontzettend onbeschoft. Ik háát dat volle en gestreste.
Bovendien: wat we ook deden, alles ging mis.
Bij thuiskomst was ik al twee dagen bezig met de KPN.
We besloten een avondje naar de film te gaan om wat te ontspannen. Die film viel natuurlijk ontzettend tegen. Ook de Netflix-series die we uitkozen, waren ruk. Net als het boek dat ik aan het lezen ben.
Ik háát slechte series en boeken.
We besloten om dan maar in Nederland te gaan wandelen. Het Rosandepad. Volgens de recensies is iedereen laaiend enthousiast en is het één van de mooiste klompenpaden van Nederland.
Nou mensen, dát valt vies tegen. Gedurende het hele pad (13 kilometer) hoor je óf auto’s razen óf de trein langs denderen. Overal word je geconfronteerd met de bewoonde wereld. Een groot deel van het pad liep over een stoffig weggetje in de bloedhitte, zonder schaduw, zonder bankjes. Alle horecazaken die we tegen zouden moeten komen (8 in totaal volgens de website), waren gesloten. Op een flink deel kon ik mijn wandelstokken niet gebruiken, vanwege het smalle pad door distels, bramenstruiken en huizenhoog gras. De bewegwijzering liet te wensen over, waardoor we ook nog eens geregeld verkeerd liepen en vaak verdwaalden in woonwijken. En daardoor zeker 16 km gelopen hebben. Ik was wederom onbeschrijflijk chagrijnig en heb het grootste deel van de 16 kilometer mopperend doorgebracht.
Wandelen in de Ardennen, in Duitsland of in Schotland: schitterend.
Wandelen in Nederland…
Ik háát wandelen in Nederland.
Maar, waar een Smurf is, is een weg. Dus we gaan gewoon door.
Ik besloot pannenkoekjes te smurfen als lunch. Met spek dat we nog in Engeland gekocht hadden (ofwel; spek dat veel lekkerder smaakt dan dat spek hier in Nederland). Maar ik mag geen gluten, dus werden het boekweitpannenkoekjes. Zien ze er op alle websites prachtig uit, kunnen ze daar zelfs opgerold worden, bij mij werd het één groot oorlogsgebied. Het was een drama. Vier pannenkoeken werden na het omdraaien stante pede één groot kruimelslagveld.
Ik háát pannenkoeken smurfen.
Dus smurfde ik de koekenpan door de keuken en ging de rest van de dag op de bank zitten mokken.
Morgen willen we gaan suppen. Voor het eerst in ons leven. We willen ook nog naar een zomermarkt hier in de buurt. En misschien nog een fietstochtje naar Slot Loevestein.
Maar je weet het natuurlijk al: ook dat is gedoemd te mislukken.
Ik háát mislukte vakanties.

Bron: pixabay.com 1845719