“Wat ik nu ga zeggen, zal je niet zo leuk vinden, vrees ik.”
Vragend kijk ik mijn lief aan.
“Ik heb besloten om toch niet met jou op vakantie te gaan.”
Vol ongeloof staar ik naar hem. We waren van plan om over drie weken naar Zuid-Frankrijk te gaan. Het appartement, met een schitterend uitzicht op de Roquebrune, hadden we zelfs al samen uitgezocht. Maandenlang had ik ernaar uitgekeken.
“Ben je nu boos?”
“Weet ik niet,” antwoord ik langzaam. Ik probeer iets te voelen, maar ik voel me voornamelijk zwaar verdoofd.
“Je wilt dus echt niet mee?” probeer ik nog even.
“Nee.”
Er valt een korte stilte.
Een stilte waarin het pijnlijke besef groeit dat het hier niet alleen om een vakantieweek gaat, maar dat zijn onderliggende boodschap eigenlijk bestaat uit de bittere conclusie dat onze levens niet langer matchen.
“Nooit gedacht dat ook jij mij in de steek zou laten.” Mijn stem trilt licht.
Met die woorden vertrek ik naar huis, om de daaropvolgende weken helemaal niets meer van hem te vernemen.
“Joh, waarom ga je niet gewoon met ons mee op vakantie?” probeert mijn zus me uit mijn dal te trekken.
“Ik heb een huis gehuurd in de Ardennen voor de hele familie met een schitterend uitzicht op een berg. Daar knap je vast van op.”
“Nee hoor,” wimpel ik af. “Da’s heel lief van je, maar in gedachten zit ik nog steeds met mijn lief hand in hand in de romantische avondzon op het balkon van ons inmiddels geannuleerde appartement…”
Maar wanneer ik bij toeval tot de onthutsende ontdekking kom dat mijn lief toch op de aanvankelijk door ons gekozen bestemming zelf vakantie viert, weet ik het ineens wel zeker. Ik ben boos. Woest zelfs.
We vertrekken naar de Ardennen. Zonder mijn lief. Maar met drie auto’s volgestouwd met familieleden, vriendinnen, de schattige puppy die mijn nichtje zojuist heeft gekregen en een hamster, waarvan slecht afscheid genomen kon worden.
Het is een kleurrijke, vrolijke stoet. De beat van de muziek schettert vrolijk uit de opengedraaide ramen. De meiden dragen zomerjurken en wufte sjaaltjes, mijn moeder heeft zich verstopt onder een idiote zonnehoed van de Action, de jongens gooien speels een bal over op de achterbank. In de auto wordt volop gezongen, mondharmonica gespeeld en mijn broer pakt zelfs zijn gitaar, terwijl de hamster alvast de Tour de France in zijn molentje probeert af te leggen.
In het vakantiehuis is het een gezellige chaos. Aan tafel delen we leuke verhalen, maar ook donkere gebeurtenissen, die met een flinke dosis humor zowaar blijken te kunnen verbleken. ‘s Avonds in mijn kamer probeer ik in het gezelschap van een overactieve puppy en dito hamster de slaap te vatten.
Maar mijn gedachten dwalen telkens af naar mijn lief. Want nog steeds heb ik niets meer van hem mogen vernemen. Wanneer ik me eindelijk slaperig voel worden, begint het onvermoeibare hondje spontaan te blaffen en start de hamster met het afleggen van de laatste etappe van de Tour.
Ik zucht vermoeid.
Abrupt stopt de hamster met rennen en lijkt hij mij aarzelend aan te kijken.
“Ach, toe dan ook maar, “ moedig ik hem schouderophalend aan.
En terwijl hij weer doorloopt, voel ik me ineens diep verbonden met de kleine, kwetsbare hamster, die eindeloos en zonder navigatie, maar vol vertrouwen naar een onbereikbare bestemming probeert te rennen.

bron: publicdomainpictures.com 74750