“Jeetje Terra, wat ontzettend lullig voor je… Op het laatste moment jullie vakantie afzeggen,” herhaalt mijn vriendin het voltrokken drama, “en jou daarna finaal ghosten? Wie doet er nu zoiets?” vraagt ze zich verbaasd af.
“Mijn lief,” antwoord ik met een dunne stem.
“Je kunt ‘m nog wel steeds je lief blijven noemen, maar dit is toch overduidelijk een ex, lijkt mij?”
“Achterbaks is het!” vindt een andere vriendin. “Om gewoon, zonder iets te zeggen, dan toch nog zelf op vakantie gaan.”
Ik probeer mijn gedachten van hem los te weken, maar ik voel me intens verdrietig, diep gekwetst en volledig in de steek gelaten.
In een poging om me weer wat beter te voelen, breng ik een bezoek aan de kapper.
“Hoe zal ik het knippen?”
“Ik wil een totaal ander kapsel,“ antwoord ik onzeker. “Nieuw leven, nieuwe haren, toch?”
Terwijl de kapster een kleurtje mengt en de schaar in mijn lange, uitgegroeide haar zet, schiet me een eerdere reactie van mijn lief ex binnen, toen ik een andere keer naar de kapper was geweest.
“Wie is die mevrouw?” was toen zijn eerste reactie.
“Je vindt het dus niet mooi?”
“Jawel, heel erg mooi zelfs! Maar het is zo compleet eh… anders. Da’s wel even wennen, toch?’
Ik zuchtte maar eens; zie je wel. Mannen…
Die communiceren soms echt vreselijk onduidelijk, waardoor er vaak verwarring en tegenstrijdigheid in hun uitlatingen ontstaat en je werkelijk geen idee hebt, wat hij nu eigenlijk wilde zeggen.
Zo dus ook toen, met mijn nieuwe kapsel. Zijn weerbarstige zwijgen contrasteerde in ieder geval sterk met de romantische berichten die hij mij vlak daarvoor nog had gestuurd. Berichten waarin hij me nog overlaadde met liefdevolle complimenten. Ik snapte er helemaal niets van.
“Joh, kom op!” beurt mijn vriendin me op. “Ga wat leuks doen en probeer ‘m te vergeten.”
Ik probeer de draad weer op te pakken, maar in mijn geheugen staan natuurlijk vooral de goede herinneringen gegrift. Hoewel we elkaar vaak zonder al te veel woorden begrepen, kwamen we er zelfs met woorden meestal wel samen uit. Regelmatig maakten we elkaar aan het lachen, wisten samen veel tegenslagen te relativeren, waren elkaars beste raadgever, hielden van dezelfde muziek en van elkaar.
Verlangend denk ik terug aan de vurige nachten en andere mooie, romantische momenten.
“Au!”
“O, sorry, staat de föhn te heet?” De kapster kijkt me verschrikt aan.
“Een beetje, maar nu het gaat wel. En je hoeft je echt niet te excuseren, hoor,” stel ik haar gelijk ook maar weer gerust. “Hij wel”, mompel ik er onverstaanbaar achteraan.
“Klaar! Hoe vind je het geworden?” Verwachtingsvol kijkt de kapster me aan terwijl ze een spiegel achter mijn hoofd houdt.
“Jeetje, ik lijk wel 10 jaar jonger,” verbaas ik me zowaar.
“Het staat je echt fantastisch,” verzekert de kapster.
Ik draai mijn hoofd naar verschillende kanten en kijk nog eens goed in de spiegel naar mijn nieuwe ik.
‘Wie is die mevrouw?’
De verbaasde woorden van mijn lief destijds spelen opnieuw met mijn gedachten.
En dan schiet me ineens het antwoord te binnen, dat eigenlijk heel eenvoudig blijkt te zijn.
Die mevrouw is degene die haar lief kon laten lachen, stralen en liefhebben en die, ondanks de afstand, heel dichtbij stond. Zij was de vrouw, die altijd het beste in hem naar boven probeerde te halen om hem zo te laten ontdekken wie hij werkelijk was. En toen hij het eindelijk wist, was hij weg.
“Mooi hoor,” complimenteer ik de kapster tevreden.

bron: eigen foto (LB)