“Nou, volgens mij is ie toch echt niet helemaal in orde daar in zijn bovenkamer,” oordeelt een buurman over Sam, die aan de overkant woont.
“Jawel, hoor. Alles oké daarboven. Hij is zelfs erg intelligent,” verdedig ik mijn buurjongen. “Alleen is hij een beetje autistisch en heeft hij moeite om zelf structuur in zijn leven aan te brengen, waardoor hij al snel het overzicht verliest.”
Inmiddels is het alweer een tijd geleden, dat Sam aarzelend op mijn raam klopte.
“Buurvrouw, zou ik misschien uw oven mogen gebruiken, om een pizza op te warmen? Mijn gas en licht is afgesloten.” En dat midden in de winter…
“Natuurlijk, kom binnen,” was mijn spontane reactie. “Ga maar alvast aan tafel zitten; hier is het in ieder geval lekker warm.”
Het was het begin van een bijzondere vriendschap, waarin ik Sam regelmatig heb geholpen, wanneer dat nodig was.
Zo lukte het mij zowaar om zijn contract voor gas en licht weer opnieuw aan te laten sluiten, zijn schuldeisers ervan te overtuigen dat er beslist geen ruimte meer in zijn budget was om zelfs maar één euro schuld af te lossen. Ook schakelde ik een pro Deo advocaat in om te voorkomen dat hij binnenkort uit zijn woning zou worden gezet.
Gisteren stond hij weer voor mijn deur. Deze keer had hij iemand meegenomen.
“Ha, Terra, ik wil je even voorstellen aan Henk, mijn nieuwe begeleider. Hij is van de gemeente. Maar hij is wel oké, hoor,” voegt hij er snel geruststellend aan toe. Alsof mensen van de gemeente standaard niet oké zijn. Ik moet er even om glimlachen. Henk doet maar alsof ie niks gehoord heeft.
“Fijn dat je eindelijk een hulpverlener hebt gevonden die je vertrouwt, Sam. Kom binnen! Hebben jullie zin in koffie?”
“Ja graag!”
“We wandelen iedere vrijdag samen in het bos,” ratelt Sam. “Zodat ik weer wat vaker naar buiten ga. Tijdens het wandelen kletsen we heel wat af.”
“Klinkt goed,” lach ik. “Eindelijk een hulpverlener, die echte gesprekken met je voert.”
“Ja, precies,” zucht Sam. “Niet zo’n Miep, die tijdens een gesprek alleen maar een dossier zit te typen en voor de rest niks voor je doet. Henk is anders, hij is een beetje net zoals jij…” Voor het gemak neem ik maar aan dat dit als compliment bedoeld is.
“Hij weet van aanpakken,” verduidelijkt Sam. “Vorige week heeft hij mij geholpen om mijn huis weer schoon te krijgen en zijn we laatst samen naar de kleding- en voedselbank geweest.”
“Niet lullen, maar poetsen,” grinnik ik zachtjes. “Henk, misschien is het dan nu tijd dat ik alle administratie van Sam aan jou overdraag?”
“Ja, dat zou inderdaad handig zijn.”
Ik geef hem een dikke map, waarin zich vooral stapels brieven van schuldeisers en psychologische rapporten bevinden.
“Ah, fijn, maar die psychologische rapporten heb ik niet nodig.”
“Er staat echt een hele hoop onzin in,” weet Sam. “Daarin wordt beweerd dat ik gek ben, omdat ik met mijn katten hele gesprekken zou voeren. Maar wist je dat katten in de natuur niet eens miauwen, maar dat ze dit zichzelf hebben aangeleerd om met mensen te kunnen communiceren?”
“Nee dat wist ik niet, Sam. Grappig.”
“Dus ik ben helemaal niet raar, want ik voer tenminste nog een gesprek met een levend wezen. Je moet bedenken dat de mensen die mij veroordelen, zelf zowat alleen maar gesprekken voeren met robots voeren via een of andere chatbox. Zij communiceren eigenlijk met iemand, die niet eens bestaat.”
“Da’s waar. Tegenwoordig babbelen zelfs kleine kinderen met Siri op hun iPad.”
“Precies! Mensen communiceren tegenwoordig steeds vaker op afstand met elkaar. Ze kletsen liever tegen een of andere smartwatch dan dat ze elkaar in de ogen kijken. Welke gek praat nu tegen een horloge?”
“Mooi opgemerkt, Sam,” complimenteert Henk.
Ik kijk naar buiten en zie de buurman, die Sam veroordeelde, voorbij lopen.
Hij heeft Sam nog nooit gesproken.

Bron: pexels.com 4283837 (credits: Pablo de Haro)
Geef een reactie