We zitten in stilte naast elkaar in de auto. Dan zie ik dat mijn telefoon het begint op te geven. Kut. Geen navigatie meer. Ik kijk opzij naar Jack en zie dat zijn ogen rood zijn en zijn wangen nat. Deze aanblik maakt dat ook mijn tranen uitbundig beginnen te vloeien, terwijl ik vraag hoeveel procent hij nog heeft op zijn mobiel. Hij kijkt opzij en even kruizen onze blikken.
Jack snikt dat hij voelt dat hij de grootste fout van zijn leven heeft gemaakt en ik stel hem gerust. “Je bent zoals je bent, Jack, ik zal je daar nooit op veroordelen.” Ik zeg hem dat het goed is dat hij zijn twijfels serieus neemt en dat het uiteindelijk allemaal goed komt. Alleen of samen. Voor hem en voor mij. Het is even stil. Dan geeft hij aan dat ook hij nog maar 12 procent heeft en het duurt dan ook niet lang of we rijden zonder navigatie.

bron: eigen foto (LB)
Jack praat over zijn verleden. Over zijn angsten en zijn verwachtingen. Zijn eigen tekortkomingen en hoe hard hij al gewerkt heeft om te kunnen staan waar hij nu staat in het leven. Ik luister naar de mij inmiddels, voor een groot deel, bekende verhalen en voel zijn worsteling. Ik denk terug aan de zondag twee weken geleden, waar ik al afscheid had genomen van de toekomstdroom die ik voor mij had. Ik overweeg of het een mogelijkheid is voor mij om “vrienden” te blijven. Iets wat Jack al opperde in zijn emotionele relaas.
De gedachte dat hij het bed zal delen met een andere vrouw maakt me echter kotsmisselijk. Nooit meer de geur van zijn haren opsnuiven als hij slaapt. Nooit meer zijn warme handen op mijn rug. Zijn lieve ogen die me aanbidden. Zijn prachtige kaaklijn met de sexy stoppelbaard die ik bewonder als ik naast hem zit in zijn stoere mannenbak. Zoveel nooit meer.
Ik vecht uit alle macht tegen nog meer tranen en verman mezelf. Waar de fuck rijden we in vredesnaam? Ik rij al twee uur en geen idee waarheen. Geen bord gezien. Althans, niet bewust. In de verte zie ik een bekende plaatsnaam. Kassel. KASSEL?!? Ik begon goed, hoe kan ik in hemelsnaam weer op de terugweg zijn?? We schieten samen in de lach en met enige vertraging zijn we na verloop van tijd dan toch weer op de goede weg.
Samen navigeren geeft gelukkig de nodige luchtige afleiding, maar uiteindelijk heeft de lange emotionele reis ons bijna zes uur gekost. Als we de spullen uit de auto halen en binnen stappen langs mijn voordeur, breekt hij.
“Het spijt me,” snikt hij tussen de tranen door. Zo ken ik Jack helemaal niet. Deze emotionele kant maakt hem breekbaar en kwetsbaar. En het maakt dat ik eerder medelijden voel dan woede. Ik wil ook geen woede voelen of verwijten maken. Daarvoor is hij me te dierbaar.
Ik pak zijn gezicht in mijn handen en kus hem zachtjes op zijn mond. Hij beantwoordt mijn kus vol overgave en passie en ik laat me voor een kort moment meeslepen. Dan maak ik me los uit zijn strakke omhelzing en zeg dat het beter is voor ons allebei als hij nu gaat. Hij knikt. Pakt zijn spullen, kijkt nog drie keer om en rijdt weg. Ik blijf achter.
Volkomen leeg staar ik in het niets als de telefoon gaat.
“Mama, we zagen dat je weer thuis bent [kut Life 360 app]. Wat is er gebeurd?” Ik hang met een redelijk vaste stem een vage smoes op. Iets met stroomstoring en geen ander hotel beschikbaar en stel ze gerust. “Tot morgen, schatjes,” roep ik als we ophangen. Ik overweeg nog even om mijn zusje te bellen. Of mijn bestie. Ik bel niemand, maar staar enkel emotieloos vanaf de bank naar het plafond.
Het is al een uur of acht als ik een appje krijg van mijn bestie met een smiley en de woorden: “Hey, hoe is het in Das Sexparadies?? 😜“
“Hartstikke geil,” app ik terug. Ze proeft mijn sarcasme zelfs zonder emoticons en stuurt twee vraagtekens. “Nicht gut??”
“Ik ben thuis. Het is uit. Geen grap… 😭”
Ik sta op en maak thee voor mezelf. Ik ken haar. Ze belt me zo. Het duurt even, dus ik open mijn app en lees: “Ik kom naar je toe”. Oh help, daar ben ik zo niet goed in. Praten en janken. Daar heb ik echt geen zin in en ik app haar dan ook driftig terug dat ik liever alleen ben en absoluut niet in de stemming ben voor gezelschap. “Te laat, OMW.”
Met een zucht duik ik de douche om snel het zilt van de opgedroogde tranen van mijn vermoeide en gezwollen ogen te spoelen. Een dikke smeer mascara erop en nog een laag plamuur op mijn rode wangen, maar helaas kan make-up ook geen wonderen verrichten. Met lege ogen staar ik terug vanaf mijn spiegelbeeld. Nou ja, het zij zo. Als een half uur later mijn deurbel gaat, staat daar ze daar met open armen, een fles drank, een zak chips en een mega reep chocolade. Per direct is alle zorgvuldig opgebrachte maskering voor niets geweest als ze me een dikke knuffel geeft. Ik wurm me snel los, maar weet nog wel uit te brengen dat ze een schat is.
We zitten twee uur op de bank. De fles drank blijft onaangeroerd. De chips en de chocolade ook. Liters thee en duizenden woorden later zwaai ik haar uit. Dan klinkt weer mijn telefoon. Twee bedremmelde stemmetjes die zich toch echt zorgen maken. Die niet kunnen slapen, want dochterlief had contact met dochterlief van bestie die op haar beurt had gemeld dat haar moeder ad hoc mijn kant op was vertrokken.
“Is het uit met Jack?” vraagt de jongste. Ik bevestig de vraag. Beide meiden willen stante pede naar huis, dus stap ik in mijn auto en rijd naar hen toe. Daar gaat mijn zwelgen in eenzaamheid rest van het weekend. Toch dankbaar voor zo’n lieve vriendin en voor mijn twee fantastische kinderen, die nu aan beide zijden van mijn veel te grote bed liggen. Zo val ik tegen de ochtend eindelijk in slaap.