Bij de gate van de Ryanair-vlucht zie ik haar al zitten. Geschatte honderdveertig kilo schoon aan de haak. Het toonbeeld van Hollands welvaren. Ronde wangen, ronde kont. Met haar lange, geblondeerde lokken, blozend gelaat en dijen waar je ‘U’ tegen zegt (jawel, met een hoofdletter), heeft ze iets van een wellustige, voluptueuze, gestrande zeemeermin. Met haar indrukwekkende boezem vooruit, gelijk de boeg van een slagschip, zo trekt zij ten strijde te midden van haar medepassagiers richting vliegtuig, nadat de mededeling voor boarding is gedaan.
Je zal er maar naast zitten, denk ik bij mijzelf, haar fraai gevormde achterkant bestuderend. Dat dacht ik blijkbaar iets te hard. Tart je het noodlot, dan komt Madame Karma je meteen opeisen. Op een middenstoel gezeten, kan ik nog net een krampachtige glimlach opbrengen als de zeemeermin naar de stoel naast mij wijst. Die bij het raam. Ouch.
Ik overweeg niet eens mijn knieën op te trekken om haar door te laten, dat zou onbegonnen werk zijn geweest. In plaats daarvan sta ik op en verlaat de rij, maak een zwaaidraai naar rechts en laat haar voor. Hoe ze het voor elkaar krijgt om zich langs de drie stoelen te wringen – ja, bij Ryanair moet je overal voor betalen, ook voor een beetje ruimte – is mij een raadsel.
Als haar machtige bilwerk zich eindelijk langs de stoelleuningen op de zitting heeft geperst, moet ik mij bedwingen om niet te gaan klappen; een bewonderenswaardige prestatie. Maar nu komt de rest van Hollands Glorie: haar rechterarm drapeert zij niet alleen op, maar ook over de leuning, waarbij ik noodgedwongen naar mijn buurman op rechts moet uitwijken. Met een ‘hé, ik heb óók betaald hoor voor deze vlucht’-frons op zijn gezicht, kijkt hij mij dermate vorsend aan, dat ik maar weer naar links leun. Oh nee, dat gaat niet.
De vraag hoe en of ik de reis naar Faro ga overleven, wordt steeds prangender. In mijn wanhoop zoek ik afleiding in het suffe Ryanair-tijdschrift, dat ik ternauwernood uit de stoelzak voor mij heb weten te plukken. Net als ik van gekkigheid niet meer weet hoe ik moet zitten, valt mijn oog op de advertentie:
‘Koop nu twee stoelen voor de prijs van één!’
Ik scheur de bladzij eruit en frommel die in de ruimte tussen onze stoelen. Daar, waar ik vermoed dat Glorie’s hand zich bevindt. Ik hoop innig dat ze straks de prop papier voelt en de pagina nieuwsgierig ontvouwt. Vooralsnog is enkel een luid gesnurk mijn dank.
Volgende keer koop ik gewoon zelf die twee stoelen, denk ik bijna hardop. Kan mij het schelen. Maar voor nu rest mij enkel het herhalen van mijn mantra. Faro, ik kom eraan!

bron: pixabay.com 2410190