“Bah, ik heb hier echt helemaal geen zin in.” Mijn nichtje zit mokkend tegenover me. Sinds kort geef ik haar af en toe bijles. Ze is onlangs overgestapt naar een nieuwe middelbare school, en daar bleek dat ze op haar vorige school een behoorlijke achterstand had opgelopen.
“Joh, kom op,” motiveer ik haar, “even doorzetten, dan haal je vast en zeker een goed cijfer. En het is toch best wel een leuk onderwerp, die renaissance?”
“’t Is maar wat je leuk noemt. Het lijkt wel Latijn in plaats van geschiedenis. Wat staat hier dan… Carpe nog wat… Carpetland?”
“Carpe Diem,” verbeter ik haar geduldig. “Dat betekent ‘pluk de dag’.”
“Hoe kan je de dag nou plukken? Bloemen, dat snap ik. Maar een dag?” Ze kent het spreekwoord duidelijk niet.
“Het betekent dat je elke dag je best moet doen om van het leven moet genieten,” leg ik haar uit. “In de renaissance veranderde het wereldbeeld. Daarvoor, in de middeleeuwen dus, stond God centraal. Tijdens de renaissance werd niet langer God, maar de mens zelf als het middelpunt van de samenleving beschouwd. Carpe diem was een uitspraak, die daar goed bij paste.”
“Hmmm,” bromt ze, “van het leven genieten, als je iedere dag op school moet zitten… No way.”
“Zijn jullie al klaar?” Mijn broer werpt een vluchtige blik op de stapels schoolboeken, die hier en daar op tafel liggen verspreid. “Want ik heb beloofd om vanmiddag samen te gaan zwemmen.”
“Ja hoor, pap. Ik snap alles. Heb je mijn zwemspullen al gepakt?”
Opgelucht klapt mijn nichtje haar geschiedenisboek dicht.
“Nee hoor, dame, we zijn nog niet klaar. Duurt nog zeker een half uur. En moet jij niet werken dan?” wend ik me tot mijn broer.
“Heb ik al gedaan,” grijnst mijn broer. “Vanochtend lekker vroeg begonnen.¨
“Oh ja, eigen baas. Dan kan dat.”
Mijn broer heeft een eigen aannemersbedrijf en wordt momenteel overspoeld door offerteaanvragen voor de meest uiteenlopende klussen. Maar met een simpele rekensom heeft hij ooit berekend hoeveel inkomsten hij daadwerkelijk nodig heeft, om iedere maand precies rond te kunnen komen. Zijn uitgavenpatroon heeft hij daarop aangepast. Zo ook zijn werktijden.
“Ik snap jou niet,” heb ik in het verleden wel eens opgemerkt, “als je gewoon meer uren zou gaan werken, zou je in de toekomst misschien wel eens hartstikke rijk kunnen worden?“
“En alleen maar hele dagen stressen? Dag en nacht wakker liggen van alle zorgen en op je vijftigste een hartaanval?”
“Memento Mori,” mompel ik. “Tja, daar heb je misschien best wel een punt, ja.”
“Precies, ik hoef niet zo nodig in een dure auto te rijden. Of verre reizen te maken om op een tropisch strand te liggen. Laat mij nu maar lekker genieten in mijn eigen achtertuintje. Bovendien is het zwembad hier nota bene om de hoek, dat kun je lopen!”
“Aha, nu snap ik ineens wat carpe diem betekent,” lacht mijn nichtje. ”Zullen we gaan?”
“Oké, jullie winnen.” Ik klap het geschiedenisboek dicht. “Ga maar lekker zwemmen. Veel plezier!”
Terwijl mijn broer met zijn dochter fluitend naar het zwembad loopt, rijd ik weer naar huis.
In de auto bedenk ik ineens dat de “je moet vooral van het leven genieten” mentaliteit van onze huidige generatie weleens de reden van alle personeelstekorten zou kunnen zijn. Een nieuw arbeidsethos dat niet gefocust is op (het bereiken van) welvaart, maar juist op het welzijn van de mens. En ach, misschien hebben ze wel gelijk. Tenslotte ben ik zelf, na jarenlang keihard te hebben gewerkt, nog steeds geen miljonair en woon ik ook nog steeds in een sociale huurwoning.
Wellicht zou het beslist geen slecht idee zijn om het zelf ook eens wat rustiger aan te gaan doen. Meer leuke dingen ondernemen, wat meer verantwoordelijkheden van me afschuiven… Misschien een goed voornemen voor het nieuwe jaar? Enthousiast geef ik in gedachten mijn toekomstige levensstijl alvast vorm. Er vaker op uit trekken, meer vrije tijd…
Onderwijl rijd ik door een troosteloze woonwijk. Verwaarloosde voortuinen, smoezelige vitrages en rondslingerend huisvuil geven de wijk een naargeestige aanblik. Armoede ligt her en der tussen het afval voor het oprapen. Ineens sterk begin ik te twijfelen over de haalbaarheid van mijn zojuist vormgegeven intenties.
Maar dan lees ik, zomaar ergens in het voorbijrijden, ‘Carpe Diem,’ met grote, sierlijke letters op een tuinpoort.
Is dat een teken? Vast en zeker. Dan ga ik er toch voor. Dag, bereid je erop voor geplukt te worden!

bron: eigen foto (TCB)
Geef een reactie