‘Omdraaien en schoonmaken!’ De verzetsstrijders draaien om. Even staan ze daar onbeweeglijk. Daarna luid gejuich. Op de muur van de Scheveningse gevangenis staat met grote letters gekalkt: “In deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie, potverdorie!”
Goed verhaal, lekker kort (13) – De nieuwe vriendin
Zoals gewoonlijk reageert Chantal lauw. Ze vindt het allemaal wel best; voor hem doet ze alles. Ze heeft een ingetogen, meegaand karakter en moeite met uiten van haar emoties. Dat vindt hij wel een minpuntje. Een man heeft immers ook weleens behoefte aan een liefkozend woord?
Goed verhaal, lekker kort (12) – Het duivelsverbond der woorden
Julia kan niet meer. Zittend op de houten vloer wiegt ze huilend heen en weer. Ze piekert in het donker. Ze is verdwaald in haar eigen leven. Hoe verslaat ze de duivel? Want dat hij de duivel is, weet ze inmiddels zeker.
Complimenten voor een hooligan
In Huize Kakelbont woont een regelrechte hooligan: Saar – ons Franse hangoorkonijn. Ze heeft het formaat van een flink uit de kluiten gewassen kat en de manieren van een opperrelschopper.
Spit is shit
Met behulp van de deurpost en de wasbak hijs ik me uiteindelijk toch overeind en schuifel naar de trap. Daar krijg ik vlijmscherpe steken en zwarte vlekken voor mijn ogen. Ik durf niet naar beneden en begin te grienen. Zachtjes. Want ook dat doet zeer. Spit is shit.
Goed verhaal, lekker kort (11) – De Naaktloper
Eigenlijk zou ze zo meteen iets tegen de naaktloper moeten zeggen, waardoor hij even van zijn stuk is gebracht. Maar niet iets grofs; zo is ze niet. Nee, het moet iets zijn wat hem een licht gevoel van verwarring geeft.
Goed verhaal, lekker kort (10) – Het Hiernamaals
Ze draait zich om naar het raam en kijkt naar de hemel. Ze heeft altijd geloofd in iets sterkers dan zijzelf. Ook al behandelde haar man haar dertig jaar als een stuk vuil, in haar binnenste was altijd een vuurtje blijven smeulen.
Goed verhaal, lekker kort (9) – De Gigolo [vervolg]
Eenmaal op de hotelkamer gaat hij languit op het bed liggen. Hij klopt met zijn vlakke hand op de plek naast hem, om aan te geven dat hij haar daar verwacht. Een béétje vreemd, maar omdat ze hem als ongevaarlijke goeierd heeft getaxeerd, gaat ze niet moeilijk doen.
Goed verhaal, lekker kort (8) – Altijd-prijs-mensen
Vandaag gaat zij de prijs ophalen. Eindelijk heeft zij óók iets gewonnen. Wat ze gewonnen heeft, weet ze niet precies. Het woord kent ze niet, maar het rolt wel lekker over de tong.
Fietsverhalen: Klabam! Klapband!
Verwachtingsvol zie ik hoe Meneer de Wielrenner zijn spierballen laat rollen. Hij heeft er zichtbaar moeite mee. Wat mij weer iets meer tevreden stemt. Hij pompt en pompt… Geniepig piept een bobbel binnenband door het rubber van de buitenband.
To see or not to see
‘Goedemiddag,’ zegt de opticien beleefd. Zijn adamsappel bobbelt op en neer. Hij kijkt allesbehalve verheugd. Ik snap zijn reserves: als ik zijn stoepje al niet zie, wat blijft er dan straks nog van zijn interieur over?
Fietsverhalen: De Wanhopige Wielrenner (een man en zijn lekke band)
De wanhopige wielrenner aanschouwt alles in volle verbijstering. Schichtig kijkt hij in het rond. Als er maar geen bekende langskomt; dan wordt hij de rest van zijn leven eraan herinnerd dat een vrouwelijke pseudo-wegenwacht zijn band verwisselde.
Goed verhaal, lekker kort (7) – Schijtmus
Als de dierenarts me ziet, tovert hij een glimlach op zijn gezicht en spreekt de geruststellende woorden: ‘Ah…een musje, leg ‘m daar maar neer, dan kijk ik er straks naar. Ga maar naar huis, komt helemaal goed met dat musje.’ NOT.
Goed verhaal, lekker kort (6) – Simpel hondengeluk
Hij piekert er niet over om zijn hond aan zijn eisende ex mee te geven. Hij likt nog liever de Kliko schoon. Maar dan duwt hij haar toch een hondenriem in de handen. ‘Ik heb erover nagedacht: je mag hem hebben,’ zegt hij met een uitermate moedeloze intonatie.
Fietsverhalen: Karakteristieke koeien en een dralende dikkerd
Mijn respect voor koeien stijgt met de minuut. Alhoewel… bedenkelijk kijk ik naar de lege weg voor me. Leeg qua koeien, maar vól met flatsen. Kordaat gooi ik mijn fiets over mijn schouder en slalom tussen de verse vlaaien door. Dáár trap ik niet in!