Hij piekert er niet over om zijn hond aan zijn eisende ex mee te geven. Hij likt nog liever de Kliko schoon. Maar dan duwt hij haar toch een hondenriem in de handen. ‘Ik heb erover nagedacht: je mag hem hebben,’ zegt hij met een uitermate moedeloze intonatie.
Fietsverhalen: Karakteristieke koeien en een dralende dikkerd
Mijn respect voor koeien stijgt met de minuut. Alhoewel… bedenkelijk kijk ik naar de lege weg voor me. Leeg qua koeien, maar vól met flatsen. Kordaat gooi ik mijn fiets over mijn schouder en slalom tussen de verse vlaaien door. Dáár trap ik niet in!
Bemind door drie Denen en een Fries
Drie lijven buitelen over elkaar heen om mij als eerste te begroeten. Met mijn ogen en lippen stijf dicht, wordt mijn gezicht afgelebberd door de tongen van deze drie hondse heren.
Mooi weer
‘Vandaag is het mooi weer om kinderen voor te lezen,’ zegt ze, ‘en om sherry te drinken.’ Ze giechelt en duwt haar elleboog tegen me aan. Ik lach mijn tanden bloot. Wat een gezellig mens! En ik mag zomaar naast haar op de pont staan.
Goed verhaal, lekker kort (4) – Dag zweetvoeten!
De lucht is tranentrekkend weerzinwekkend en voor een gewone sterveling niet te bevatten. Het zorgt voor vernederende taferelen. Collega’s hoesten demonstratief als hij op de gang voorbij loopt.
Goed verhaal, lekker kort (3) – Spraakgebrek
De eerste keer dat ik bruut met mijn eigen stemgeluid geconfronteerd werd, was in de zesde klas van de lagere school. De late Middeleeuwen, ja. Het was een verschrikking.
Goed verhaal, lekker kort (2) – Goed gelakt
Zwijgend kijk ik de nagellakmevrouw aan. ‘Ik zie het,’ zegt ze met een zuinig mondje, ‘u houdt niet van nagellak.’ Onmiddellijk trek ik m’n laars en sok uit en houd mijn voet ter bezichtiging omhoog. De vrouw boft; ik heb ‘m met Goede Vrijdag nog gewassen.
Annelies in winterland
‘Schiet eens op!’ brult Joop. Hij slaat met zijn vuist op de houten leuning van de stoel.
Handenwringend kijkt Annelies toe hoe Joop het flesje aan zijn lippen wil zetten.
‘Wat sta je daar te staan! Vrouwenhanden moeten blijven gaan!’ roept hij en dirigeert haar met een handbeweging naar de keuken. Annelies verlaat op een holletje de kamer.
Veiligheid voor de gewone man
“Hoe gaat dat met ’t betalen?” vraagt de klant. “De ene helft vooruit, de andere helft na levering.” Die tweede helft zal ze nooit krijgen, maar dat hoeft ook niet, want de aanbetaling dekt de gehele lading. Inwendig gloeit ze van triomf.
Prooi met (of zonder) paardengebit
Alles klopte tussen haar en haar man. Alles! Ze had honderd met hem willen worden. Samen stokoud op een parkbankje zitten en grinniken over die gekke wereld. Tot het moment dat ze dingen begon door te krijgen. Toen niet meer.
Martelwerktuig
Ik heb het gevoel dat ze zich ten koste van mij amuseren, in een tijd waarin niks meer lollig is. Dit is vele malen enger dan een naaktselfie maken. Als dit nog lang duurt, raak ik vast overstuur. Dan krijgen ze nóg meer show geleverd.
De mosselman zegt “sorry”
Briesend rijdt hij langs, zijn benen wagenwijd uit elkaar, alsof hij mij opzettelijk wil raken. Er hangt iets groot geschapens tussen. Een buik van jewelste, die al het mannelijke bedekt.
Van Taai-Dood naar Taai-Fun
‘Begin toch weer eens met een beetje sporten,’ zei ik tegen mijn puber, toen ze weer met een geestelijk afwezige blik op de bank hing. ‘Je moet toch íéts doen?’ Ik werd onvriendelijk bedankt.
Snottebel
Ik fiets terug. Toch eerst maar eens kijken of ie echt slaapt.
Ik kuch. Geen reactie. Opmerkelijk in Corona-tijden.
KUCHE UCHE!! Nog steeds geen reactie. Héél verdacht.
Happy accidents
Kind en ik hebben laatst ge-Bob-Rosst. Je weet wel, die Amerikaanse (kunst)schilder die iedereen aan het verven krijgt. Ik had van ‘m gehoord, maar nog nooit iets van zijn hand gezien. En zeker geen happy little accidents.