“Als hij haar maar niet slaat…”
Die woorden blijven maar door mijn hoofd spoken. Wat moet ik ermee? Moet ik mijn ex bellen en hem confronteren? Moet ik mijn mond houden? Lastig vind ik het.
Ik weet dat mijn ex een fantastische man kan zijn. Charmant, galant en heel mannelijk. Zoals hij bijvoorbeeld het haardhout klein sloeg met zo’n enorme bijl, daar werd ik altijd heel blij van. Dan zag je die spieren spannen en werd zijn rug wel twee keer zo breed. Van die druppeltjes zweet langs zijn ‘drie-dagen-baardje’. En altijd had hij dan zijn bouwvakkersbroek aan. Wat niets meer was dan een oude, versleten jeans. Maar die zat altijd zo lekker strak bij zijn kruis.
Wat heb ik hem vaak verwend, zo voor die brandende haard.
Tegelijkertijd kan hij zijn agressie niet in toom houden. Mij heeft hij vaak genoeg geslagen, ik moet er niet aan denken dat mijn opvolgster hetzelfde moet ervaren. Maar wie ben ik om haar daarvoor te waarschuwen? Misschien heeft hij zijn leven gebeterd.
En ik kan niet ontkennen dat ik haar soms, héél soms, best een paar tikken toewens. Ik bedoel, zoals onze zoon haar omschrijft, is ze nog hartstikke jong, superslank, blond en schandalig goed gebouwd (als in: “lekker”). Alles wat ik niet (meer) ben. Laat haar maar tegen zo’n onbedoelde vuist lopen, zodat die neus wat scheef komt te staan.
Maar die gedachten heb ik bijna alleen maar als ik nét iets teveel wijn heb gesnoven, in de weekenden. Als ik eenzaam ben, omdat onze zoon bij zijn vader is. En bij zijn “stiefmoeder”.
Misschien komt daar mijn jaloezie vandaan. Dat zij om de week mijn taken overneemt. En misschien is het wel het idee dat zij mijn ex voor de open haard aan het berijden is, na een potje houthakken.
Wie ben ik dan om haar voor de agressie te waarschuwen? Wie ben ik om mijn ex te confronteren met zijn voormalige woedeaanvallen?
Nee. Mondje dicht. Voorlopig.

Bron: Pixabay.com 2868727 (credits: user ‘thisismyurl‘)
Alle voorgaande blogs van Emma vind je >> hier <<