Omdat ik al tijden een Museumkaart en een We Are Public-pas heb, maar van beide veel te weinig gebruik maak, zal ik vanaf nu regelmatig over mijn uitstapjes schrijven. Geen recensies, maar mijn persoonlijke ervaringen. Misschien kan ik hiermee anderen inspireren om ook eens wat vaker iets cultureels te doen.
Vanmiddag kwam ik toevallig een artikel tegen over de tentoonstelling ‘Zwarte Piet in de Media’ en ik besloot om er maar meteen naartoe te gaan. Het is even zoeken, wat minder comfortabel is door de stromende regen, maar dankzij de handige bordjes loop ik dan toch bij Het Persmuseum in Amsterdam naar binnen. Er zijn nog geen bezoekers. Tegelijk met mij komt een wat oudere man binnen. Het meisje aan de balie vertelt over de twee tentoonstellingen die er zijn. ‘10×10 = 100 jaar Persmuseum’ en ‘Zwarte Piet in de Media’. “Ik kom voor de Zwarte Piet tentoonstelling,” zegt de man. Het meisje geeft nog wat uitleg die ik niet hoor omdat de man roept dat hij de oude Zwarte Piet-publicaties al tientallen keren in zijn handen heeft gehad. Ik loop richting de oude Sint-en-Piet-publicaties die in chronologische volgorde tentoongesteld zijn. Gelukkig praat de man nog even verder over de bezoekersaantallen en de interesse van de pers voor de expositie.
Ik zie plaatjes die me bekend voorkomen. In oude Sinterklaasoptochten lopen zowel witte als zwarte Pieten. De pietendiscussie speelt al vanaf halverwege de jaren zestig en ik heb nooit begrepen waarom de kleur van Piet zo’n zwaar discussiepunt moet zijn. Wit, zwart, roetveeg, blauw, geel, groen, prima toch?
In tegenstelling tot het uiterlijk van Sinterklaas, zie je dat het uiterlijk van Piet in de loop der jaren enorm is veranderd. Het is steeds meer een karikatuur geworden. Een pietenpak uit 1960 was nog prachtig tijdloos, in tegenstelling met een pietenpak van nu. Wellicht tekenend voor deze tijd waarin kleding niks mag kosten: liever veel pietenpakjes dan één mooi pietenpak.
Ik loop verder naar de andere tentoonstelling, samengesteld door 10 gastconservatoren met een invloedrijke positie in de mediawereld. Eén foto, gekozen door Sacha de Boer, trekt mijn aandacht. Het is een Benettoncampagne uit de jaren ’90. Ik herken de foto van de stervende aids-patiënt met zijn rouwende familie in een haast bijbelse setting.
Oorspronkelijk was de foto twee jaar daarvoor verschenen in LIFE Magazine, gemaakt door studente journalistiek Therese Frere. Een intiem moment, dat op verzoek van de moeder van de stervende gay-activist David Kirby is vastgelegd. De ouders van Kirby moesten zich jarenlang verdedigen: er werd gezegd dat zij en hun zoon geëxploiteerd zouden zijn door Benetton. Maar ze waren juist blij met de campagne en wat die teweeg bracht, namelijk begrip en medeleven voor mensen met AIDS.
De jaren ’90, seks was niet meer onschuldig, terwijl ik juist de leeftijd had om alles nog te ontdekken. Is er 25 jaar later eigenlijk wel zoveel veranderd? De wetenschap is gelukkig veel verder. Maar is het begrip en medeleven voor mensen met HIV of AIDS inderdaad groter geworden? Er is tegenwoordig veel meer openheid over allerlei ernstige ziektes, mede dankzij media-aandacht waarin alles bespreekbaar wordt gemaakt, maar dat geldt niet voor HIV. AIDS mag dan een gezicht hebben gekregen, HIV is nog steeds anoniem.
Bij de deur kruis ik een journalist van het Antilliaans dagblad. Hij komt voor de Zwarte Piet tentoonstelling.
100 jaar persvrijheid, 100 jaar persmuseum. Terwijl alles verandert, blijft het allemaal hetzelfde.