Mama ligt in bed. Het is midden op de dag, maar zodra het donker wordt, denkt ze dat ze moet slapen. Ze lacht als ik haar wakker maak en komt half overeind. ‘Je mag wel blijven liggen hoor, ik kom er wel even bij zitten.’ Ze gaat weer liggen en ik ga bij haar kussen zitten. Ze begint meteen uitgebreid te vertellen. Ik heb nog koude handen dus pak haar hand. En zo blijf ik een tijdje zitten.
De laatste tijd heb ik meer moeite om naar haar toe te gaan. Een gevoel van medelijden overheerst en ik word geconfronteerd met een diepe angst om zelf ook zo te eindigen. Ze is er nog maar ook weer niet.
Door mama’s ziekte ben ik wel anders naar relaties gaan kijken. Mama is niet meer wie ze was. Communiceren door middel van taal gaat bijna niet meer. Ik weet ook niet zo goed wat we nog wel samen kunnen doen. Toch blijf ik gaan en sluit ik mijn gevoel niet af als ik bij haar ben. Zelfs niet als ik verdrietig word.
Toen mama nog gezond was, vond ik dat ze wat teveel op mij gericht was. Ze leefde altijd ontzettend met me mee, maar ze deed ook weinig echt voor zichzelf. Ik had altijd het idee dat zij vooral reageerde en niet initieerde in het leven. Ondanks dat ik veel met haar praatte, begreep ik haar drijfveren nooit zo goed. Gek genoeg ben ik de laatste paar jaar veel meer over haar te weten gekomen. Over wie ze was voor ze mij kreeg. Daardoor ben ik haar ook beter gaan begrijpen.
Precies twee jaar geleden ging het heel slecht met haar. Ze kon eigenlijk niet meer zelfstandig wonen, was constant in paniek door alle hallucinaties en dreigde steeds dat ze er dan maar een eind aan wilde maken. Ze belde me om de vijf minuten. Dag en nacht. De huisarts kwam niet en via de andere instanties duurt alles lang.
Tot dan toe schaamde ik me eigenlijk een beetje voor mijn gekke moeder. Er was nog geen diagnose en ik moest constant uitleggen wat er met haar aan de hand was. Op het dieptepunt besefte ik dat ik het niet meer kon verstoppen, ook niet voor mezelf. En ik heb de afspraak met mezelf gemaakt dat ik het helemaal aan zou gaan, hoe moeilijk ook.
In het begin was ik vooral kwaad op alle instanties en kon ik me daar nog op afreageren, maar sinds ze in een goed tehuis zit kan ik eindelijk dealen met ons.
Ze is volledig afhankelijk, nog steeds heel onrustig en ik kan bijna niks meer verzinnen wat ik nog met haar kan doen. Ik ga alleen als ik tijd heb om bij te komen na een bezoek en elke keer is het weer confronterend. Ik ben de enige die regelmatig langskomt. Al haar oude vriendinnen zijn afgehaakt. Zo af en toe komt nog wat familie maar die komen van ver.
Ik mis de oude mama, maar ik heb een nieuwe mama en zij zal altijd deel uitmaken van mijn leven. Niet omdat ze mijn moeder is en omdat het mijn plicht is, maar omdat ik van haar hou. Ik zie mensen om me heen hun hart afsluiten omdat ze nare dingen hebben meegemaakt en niet nog eens zo diep geraakt willen worden. Maar juist dat afsluiten levert zoveel meer pijn op.
Mama’s ziekte wens ik niemand toe. Toch heeft het mij veel opgeleverd. Juist doordat ik ben blijven voelen. Ik ben minder bang geworden en voel veel meer liefde. Onvoorwaardelijk.
Je kan misschien met haar zingen of dansen. Ze houdt toch van muziek?
Ik weet niet waar ze van houdt, totaal onvoorspelbaar. Dansen als afleidingsmanoeuvre werkt 1 minuut,
Ja, dan houdt het op. Wat naar voor je.