Haai Pa, hoe is het?
Ja koet , koet, mag niet mopperen.
Mijn vader zegt expres koet. Zodat mensen die naar hem luisteren niet weten of hij kut zegt, of gewoon goed niet goed kan uitspreken. Mijn vader, mensen, heeft humor.
Ik heb deze week een training gevolgd met een diversiteit aan deelnemers. Als tweede generatie Turk in Nederland weet ik inmiddels hoe nieuwsgierig Nederlanders kunnen zijn. Maar met wat humor kom je een heel end.
Ik vertelde dus aan mijn vader dat er ook nieuwkomers in de groep zaten en de docenten steevast zeiden; ‘Wat spreek je al goed Nederlands?!’ Of vroegen; ‘Waar kom je oorspronkelijk vandaan?’
Pa is natuurlijk eerste generatie hier en heeft met nog meer (kan dat?!) vooroordelen te maken gehad dan ik.
‘Deniz, sommige Nederlanders zijn horken. Wanneer ik in Frankrijk ben, vraagt niemand me waar ik oorspronkelijk vandaan kom. En wanneer ik daar ergens op straat een groepje tegemoet loop, gaan kinderen en mensen netjes aan de kant en verontschuldigen ze zich. Hier moet ik op straat om een groep mensen heen lopen omdat ze gewoon blijven staan.’
Klopt. De Fransen zijn wat een heleboel dingen betreft beter opgevoed dan wij. Mijn kinderen eten bijvoorbeeld als varkens. De oma van mijn vader, zat vroeger in een klooster in Turkije met Franse nonnen. Zij kregen tijdens het eten een spiegel voor zich, zodat ze konden zien hoe het eruit zag als ze zaten te eten. En ze leerden hoe het bestek vastgehouden moest worden, etcetera. Dat stukje heb ik helaas niet mee geërfd.
‘Ja pa, maar we wonen nu eenmaal hier he. Je mag van mij naar Frankrijk als je wilt, hoor?’
Nee, dat hoeft niet. Maar wanneer mensen mij vragen waar ik vandaan kom, zeg ik gewoon Appingedam.