Ze voelde haar hoofd knalrood worden. Deels van woede, deels van schaamte. Voor haar zat haar schoonmoeder te schudden van het lachen. Ze snapte niet wat er zo grappig was. Voor haar schoonmoeder was het overduidelijk heel erg amusant dat haar zoon een verhouding had. Waarom was ze op visite gegaan?
Toen ze belde om voor te stellen dat ze even op bezoek kwam, had haar schoonmoeder enthousiast gereageerd: “Natuurlijk lieverd, wanneer wil je komen? Wij willen je graag zien.” Haar schoonvader had de deur voor haar open gedaan en verbaasd gevraagd waarom ze niet achterom kwam, zoals normaal. Omdat niets meer normaal was, had ze gedacht, maar ze zei het niet. Hij had haar al snel naar de keuken gedirigeerd en daar zat haar schoonmoeder. Zoals altijd aan tafel een sudoku op te lossen. Toen ze haar schoondochter zag, legde ze het puzzelboekje aan de kant en haar leesbril er boven op.
“Lieverd toch!” zei ze en ze omhelsde haar “Ga zitten. Koffie?” Zonder het antwoord af te wachten pakte haar schoonvader de kopjes en de thermoskan. Hij schonk voor beide vrouwen de koffie in. Hij wilde nog iets afkijken op televisie en slofte de keuken uit. “Hij houdt niet van gepraat, zoals je weet. Ik ben blij dat je er bent. Vertel me hoe het met je gaat,” begon haar schoonmoeder uitnodigend.
Vanaf het moment dat hij haar voorstelde aan zijn moeder had ze een zwak voor haar gehad. “Noem me maar mam, zo noemt iedereen me,” stelde zijn moeder voor. Het had heel even vreemd gevoeld, maar het werd al snel de normaalste zaak van de wereld. Zij was zoals een Mam hoorde te zijn. Altijd een luisterend oor, had genoeg te eten en te drinken en iedereen was welkom. Zij zou een moeder worden zoals Mam.
“Nou,” sprak ze schor “ik weet niet hoe het gaat.”
Mam pakte haar hand. “Het komt wel goed lieverd. Het heeft tijd nodig.”
“Ik denk niet dat het nog goed komt tussen ons,” snikte ze.
“Dat bedoel ik ook niet. Met jou komt het goed. Tussen jullie komt het mettertijd ook vast wel goed, alleen op een andere manier.”
“Hij wil dat advocaten het afhandelen. Vreemden gaan nu een eind maken aan iets wat wij zijn begonnen. Samen. Uit liefde.” Een traan rolde over haar wangen. Haar schoonmoeder reikte haar een zakdoekje.
“Hij is boos. Ergens snap ik dat wel, maar het zal niet altijd zo blijven, zo hebben wij hem niet opgevoed.”
Ze keek haar schoonmoeder aan. Zó heb je hem niet opgevoed? Heb je hem wel opgevoed om vreemd te gaan? Dat schoot er door haar hoofd. Voor ze er erg in had, floepte het ook uit haar mond. Haar schoonmoeder keek haar geschrokken aan.
“Vreemdgaan? Nee, dat zou hij nóóit doen!”
“Wie is die Anna dan die afgelopen weekend al met de kinderen meeging naar de speeltuin?” riep ze net iets harder dan ze bedoelde.
Toen begon het. Mam begon te lachen alsof ze net de beste grap ooit had gehoord. Ze gierde het werkelijk waar uit. Haar schoonvader stak zijn hoofd om de hoek: “Wat is er zo grappig?” En hij keek zijn schoondochter aan.
“Blijkbaar vindt jouw vrouw vreemdgaan heel grappig!” beet ze hem toe en ze maakte aanstalten om op te staan.
“Nee, blijf alsjeblieft,” hinnikte haar schoonmoeder. “Het is niet netjes van mij om hier zo hard om te lachen. Maar je kent Anna.”
Ze keek haar schoonouders warrig aan. Haar schoonvader legde een hand op haar schouder en duwde haar zachtjes terug op de stoel. “Anna is de buurvrouw van hiernaast, die was al stokoud toen jullie elkaar ontmoette. Dit weekend had ze haar kleindochter op bezoek,” zei hij zachtjes met een klein glimlachje.
Het was lang geleden dat ze zich zo ongemakkelijk had gevoeld. Ze staarde naar het lege kopje en had geen idee wat ze nu moest doen. “Sorry,” zei ze bijna onhoorbaar.
“Niks sorry, lieverd. We doen net alsof we niks gehoord hebben. Toch mam? “
Haar schoonmoeder knikte en stond op om de koffiepot te pakken.
“Voor mij niet. Ik moet gaan. De meiden komen zo uit school.” Ze pakte haar tas en stond op.
“Je bent hier altijd welkom lieverd. Als je iets nodig hebt, laat het dan weten. Afgesproken?” vroeg haar schoonmoeder. Ze ontweek de knuffels van haar schoonouders en liep zo snel als ze kon richting de achterdeur.
Toen ze veilig in de auto zat, zei ze zachtjes in haar zelf: “Dag mam. Dag pap.”
Wat hier aan vooraf ging:
De fut is eruit (17)