Toen ik zwanger was van de eerste, zat ik vol goede voornemens. Ik zou elk jaar een fotoalbum in elkaar knutselen, met teksten en mooie plaatjes van dat jaar. Laten we het erop houden dat het me gelukt is om heel veel foto’s te schieten van ons wonder. Volgens mij had ik er al meer dan vijfhonderd in één week. Er gebeurde ook zó veel. Voor het eerst kleertjes aan, luier verschonen, voeden, badderen, andere kleren aan. Zag ik daar een lachje? Snel een foto. En nog één. En nog één!
Alles staat nog netjes op memory-cards of in mijn online opslag, maar negen jaar later is dat eerste fotoalbum er nog steeds niet. Sommige foto’s hebben het wel gered om in een lijstje te komen, maar meer ook niet. Het eerste plukje haar dat afgeknipt werd, heb ik (zonder erover na te denken) opgeveegd en in de kliko gemikt. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Ik had het toch willen bewaren in dat mooie potje, dat ik gekregen had bij zijn geboorte? Zou ik misschien dan het tweede plukje haar bewaren en gewoon net doen alsof het de eerste was? Ach nee. Te laat is te laat.
Zo verging het ook de melktandjes. Die kwamen nooit in het blauwe tandendoosje met die mooie prins er op. We hebben ze nog wel trouwens, alleen zitten ze ‘tijdelijk’ in een kinderportemonnee. Ik heb namelijk geen flauw idee waar het doosje gebleven is. Kortom ik ben, wat dit betreft, niet de allerbeste of meest georganiseerde moeder. Maar ik snap ouders die dit wél uiterst minutieus doen, helemaal. En ik ben er stiekem een beetje jaloers op dat zij het wel voor elkaar krijgen om alle herinneringen netjes te bundelen, om er later nog een keer weemoedig naar te kijken. Er zijn zelfs ouders die alle schoolwerkjes netjes opbergen. Ik hoor en zie het allemaal vol bewondering aan.
Maar de laatste trend, die gaat mij toch echt té ver. Nee, dít heeft nooit, maar dan ook echt nooit op mijn lijstje gestaan. Ik kan er niets mee en ben bang dat ik in lachen uitbarst als een moeder mij hierover zal vertellen. Waarover? Over navelstrengpunniken.

Bron: commons.wikimedia.org. (cropped) – Credits/photo by: Greg G (17-12-2011) – CC BY 3.0
Toen het laatste restje van het koord dat mij en hem ooit verbond, van zijn buik afviel, zag ik toch echt geen sieraad in wording. Onder in zijn trappelzak zag ik een uitgedroogd, niet al te fris ruikend strengetje met een grote plastic klem er nog aan. Ik heb eerst zijn navel eens goed bekeken, daarna het stukje afvallig weefsel. Hop, stinkend slaapzakje in de wasmachine. Ik vouwde een schone romper om mijn kind heen en gooide het navelstrengetje in dezelfde kliko waar een paar maand later zijn eerste plukje haar in zou verdwijnen. Dat was het einde van het koordje dat maandenlang zorgde voor zijn groei.

bron: flickr.com – Photo by: Brent (24-04-2012) – CC by 2.0
Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om creatief los te gaan, het strengetje te buigen en op een lage temperatuur af te bakken in de oven. Dezelfde oven waarin ik ’s avonds mijn pasta met tomatensaus op zou warmen. Nog nooit heb ik iemand in mijn omgeving gehoord over het knutselen met navelstrengen, terwijl ik toch door aardig wat crea-bea’s omringd word. Zou het zo ver gaan dat er bij de volgende negen-maanden-beurs ook workshops ‘navelstrengetje buigen’ gegeven worden? Vertel mij, wie zit hierop te wachten?
En wat wordt de volgende trend? Korsten voorzichtig van de eerste wondjes afpulken om er een prachtig patchworkschilderij van te maken? Zodat je altijd een aandenken hebt aan zijn eerste schuurbeurt over het asfalt? Mozaïeken met meconium? Kettingen rijgen van de eerste snotkorreltjes? Aquarellen met placentabloed? Aan creativiteit in ieder geval geen gebrek.
Zo’n navelstreng is natuurlijk een wonderbaarlijk iets, een levenskoord, iets wat moeder en kind verbonden heeft. Maar als het ding eraf valt, heeft het, wat mij betreft, zijn werk gedaan én zijn beste tijd gehad.
Voor het eerstvolgende kraambezoek zal ik me in ieder geval geestelijk heel goed voorbereiden. Aan het ‘gewoon blijven lachen, al zijn de foto’s nog zo bloederig en intiem’ voeg ik voor de zekerheid ook nog maar even ‘niet schrikken als je onder een navelstrengdromenvanger door loopt’ toe.