Vrijdag
Dag twee met de groep. Omdat ik ze nu ken, zijn de zenuwen weg, maar ik ben erg moe en jankerig. Ik ben bang dat ik vandaag bij ze instort als ik mijn gevoelens ga delen. Elke week bestaat de groepssessie uit drie delen: een uur met de psycholoog, een uur met de diëtist, en een uur met de bewegingsdeskundige. Vandaag starten we met de laatste en we mogen ons dus melden in de fitnessruimte. De bewegingsdeskundige is er niet om ons tot het gaatje te laten sporten, maar wel om met ons te kijken naar de mogelijkheden en belemmeringen. Ik kan alles, maar in mijn groep zijn er hier en daar toch wel wat beperkingen. De deskundige gaat ons leren om sporten te integreren in ons dagelijkse leven. Ik ben benieuwd of zij het wonder kan voltrekken dat ik het echt als deel van mijn leven ga zien en niet meer als noodzakelijk kwaad.
Ze leert ons ook over de gedragcircel. Ons brein heeft, vanwege onze beperkingen, gezorgd voor aangeleerd gedrag. Je maakt je druk of je iets wel kan, maar realiseert je niet dat het erg is dat je je dat moet afvragen. Het is gewoon geworden. Ik word geraakt door wat ze vertelt. Die week had ik een groepssessie waarbij we in een kringetje zonder tafel moesten zitten. Gelukkig wist ik het dit keer van tevoren, dus ik had rekening gehouden met mijn kleding: geen rok met panty en van boven iets wat los zit bij gebrek aan een tafel om de handel achter te verstoppen. Ik heb me nooit gerealiseerd dat er mensen zijn die daar niet bij stil hoeven te staan. Door nog meer voorbeelden die ze aandroeg moet ik mijn beeld bijstellen. Ik word wel degelijk beperkt door mijn lichaam. Ik ben me er alleen niet meer bewust van, omdat het bij me is gaan horen. En omdat het zo onderdeel is van mij, is het ook moeilijk af te leren. Food for thought.
In de pauze zit er een werkelijk prachtige en slanke dame die terugkomt voor haar medische controle. Als een roedel hongerige hyena’s storten we ons op haar. ‘Hoe zwaar was je?’ ‘Hoeveel ben je afgevallen?’ ‘Viel het mee?’ Geduldig en glimlachend legt ze alles uit. Ooit was ze één van ons. Ze snapt dat we snakken naar goede berichten. Maarliefst 60 kilo is ze afgevallen en ze toont ons een foto van de start van haar traject. Een volle vrouw staart me aan vanaf de foto. Ze is onherkenbaar veranderd. Dit stukje hoop had ik zo nodig. Ik wil dat ook!
De diëtist gooit er na de pauze een goede oneliner in: ‘Als het niet lukt om met een klein stapje te beginnen aan het behalen van je doel, dan is je doel te hoog.’ Goed punt. Bij mij is het ook altijd alles of niets. Dan eet ik wekenlang alleen maar sla en ga elke dag op de fiets naar mijn werk tot ik het spuugzat ben en weer doorsla naar de andere kant. Het is nooit in balans. Ik neem me voor om vanaf nu per week één verandering aan te brengen en mezelf de tijd te geven om langzaam aan een andere levensstijl te wennen. Wederom wijst ze ons erop dat de operatie geen wondermiddel is. ‘Als je nu overgewicht hebt, dan heb je levenslang’. Ik zal de rest van mijn leven strijd moeten voeren en elke dag keuzes moeten maken voor mijn gezondheid. Ik probeer me er niet door te laten ontmoedigen.
De laatste sessie is met de psycholoog die gaat wroeten in de oorsprong van ons overgewicht en de reden waarom we het in stand houden. We schrijven dit voor onszelf op en delen daarna onze verhalen. Hoe pijnlijk het ook is om te horen waar we allemaal mee worstelen, ik merk dat ik stukje bij beetje meer ‘open’ ga bij deze mensen. Niets is hier raar en dat voelt goed. Tegelijkertijd zijn hun verhalen zoveel heftiger dan mijn kleine verdrietjes dat ik die ook (te) vaak bij me houdt. Ruimte innemen in deze groep vind ik moeilijk. Na 3,5 intensieve uren zit week twee er alweer op. In één van de volgende weken mag de sportkleding in de tas. De crosstrainer moet mijn vriend worden.
Ik heb nog een lange weg te gaan…
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat is vol (14)- Pre-operatieve screening
Je weet wat er gebeurt als je geen ruimte inneemt, hè..