Donderdag
Ik ben trots op mezelf, want ik ben deze week drie keer naar mijn werk gefietst. Tegelijkertijd is dat ook weer mijn valkuil. Ik ga meteen weer zo enorm tekeer, dat ik het waarschijnlijk niet vol weet te houden. Toch ben ik blij dat het gelukt is. Het helpt me namelijk ook bij het loslaten van wat spanning. De zenuwen nemen dag na dag toe. Ik slaap slecht en ik ben moe. Alles staat in het teken van wat komen gaat en ik kan me slecht concentreren op andere zaken. Alleen op mijn werk kan ik alles loslaten. Niet veel collega’s weten wat er staat te gebeuren. Bovendien heb ik het te druk om af te dwalen. Daar ben ik blij mee. Thuis kan ik mijn ei voldoende kwijt. En ook mijn vrienden en familie staan me bij. Via de app steunen ze me waar ze kunnen. Ik ben ongekend blij met ze. Toch kan ik slecht uitleggen hoe ik me voel. Hoe zwaar deze periode is, waar ik doorheen ga. Ik koester die vrijdagsessies meer dan ik had verwacht. Het is zo fijn om niets uit te hoeven leggen. Of om me te verontschuldigen omdat ik me zo druk maak en zo bang ben voor iets waar ik zelf voor gekozen heb.
***
Vrijdag
Dit keer heb ik de auto gepakt naar de NOK en ik parkeer hem verder weg voor een stevige wandeling. Onderweg realiseer ik me dat ik langs het huis loop waar mijn vriend woonde toen we een relatie kregen. Ik staar omhoog naar het appartementje waar mijn nieuwe leven na de scheiding startte en denk bij mezelf dat nu, een paar meter verderop, wéér een nieuw leven begint.
Toen mijn ex en ik besloten dat we gelukkiger af waren zonder elkaar, had ik ook geen idee wat me aan de andere kant van die beslissing te wachten stond. Zou ik geluk vinden? Die onzekerheid maakte me destijds stapelgek. Ik voel nu hetzelfde. Wat staat me te wachten? Hoe gaat mijn verhaal straks verder als ik wakker word na de operatie? Ik kan niet wachten tot ik eindelijk aan dat traject kan beginnen en tegelijkertijd ben ik er doodsbang voor.
Deze vrijdag starten we met onze inmiddels vertrouwde psycholoog. Tijdens de sessie hoor ik mezelf tegen anderen zeggen dat ze liever voor zichzelf moeten zijn en trots op wat ze bereiken. Ik snap niet dat ik niet vaker naar mijn eigen adviezen luister. Nog steeds voelt dit hele traject als falen. Ik kom maar niet van het gevoel af dat ik dit op een andere manier had willen doen. Als ik straks in staat ben om mezelf op de juiste manier te voeden én daarnaast te sporten, dan had ik dat toch zonder operatie ook moeten kunnen? Ik heb daarom ook helemaal geen vertrouwen in mezelf. De operatie dwingt je wel tot bepaalde dingen, maar de rest moet je toch echt zelf doen. Ik ben bang dat ik dat niet red.
Dit hele traject is zoveel meer dan alleen een operatie om af te vallen. We worden echt klaargestoomd voor een totale verandering zowel geestelijk als lichamelijk. En ik ben blij dat het zo uitgebreid is, want ik heb het nodig om er echt klaar voor te zijn. Succesvol zijn meet ik niet alleen in afgevallen kilo’s, maar in de totale transformatie die we met elkaar ondergaan. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik al enorm getransformeerd ben…
De bewegingsdeskundige vertelt ons veel over bewegen na de operatie en hoe en wanneer we dat weer op kunnen pakken. Seks is de eerste drie weken na de operatie niet verstandig en het huis schoonmaken ook niet. Met dat laatste zit ik wat minder. (haha).
Na de sessie gaan we met elkaar opnieuw op de foto, omdat één van ons de eerste keer achteraan stond. Alleen haar hoofd stond erop. Nu prijkt ze tussen de rest en ik ben ongelofelijk trots op de enorme stap die zij hiermee zette.
De diëtiste voorziet ons weer van waardevolle informatie over post-operatieve voeding. De komende tijd wordt het bijna een studie om alles te combineren. Eten, drinken, vitaminen, medicijnen, ik moet alles over de dag verdelen en proberen om zoveel mogelijk goede dingen te proppen in mijn kleine kiwi-maag. Alles wat ik eet moet waardevol zijn. Ik zie de etentjes, borrels, wijntje-met-een-blokje-kaas-momentjes en een vers hard broodje met hagelslag als sneeuw voor de zon verdwijnen…
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat is vol (16)- Groepssessie drie
Dat plaatje van ‘hoe meer hoe beter’, dat zou mijn valkuil/killing point zijn. Ik zou dat gaan doen – en er op stuk lopen. Mezelf op mijn nek gaan zitten. Terwijl het mijn lijf zelf is dat aangeeft wat wel en niet (meer) gaat. Ik moet blijven leren te luisteren naar wat mijn lichaam nodig heeft. Doe ik dat niet, dan krijg ik pijn en word ik ziek.
Je hebt straks een enorme stok achter de deur, die je nu niet hebt: je lijf gaat heel duidelijk aangeven waar de grens is. Zo duidelijk dat het niet te negeren is. En dat is het grote verschil met nu, en dat is ook waarom je het dan gaat lukken.