Als vrouw val ik op in de omgeving waar ik woon. Ik woon namelijk op het Groningse platteland, maar ik ben er niet geboren. Ik ben zo’n typisch geval van ‘import’ en dat wordt altijd vrij snel opgemerkt. Niet alleen door mijn kleding of make-up, maar vooral door mijn taalgebruik. Ik ben namelijk van nature nogal enthousiast en daar begrijpen ze hier niets van.
Een buurvrouw vertelde mij onlangs over haar bedrijfsplannen om een winkeltje in het dorp te beginnen. “Wat geweldig!” riep ik meteen en nog meer van die enthousiaste uitingen met een hoop superlatieven. Ze moest lachen en vertelde dat ze tot dan toe alleen opmerkingen had gekregen in de trant van ‘eerst zien, dan geloven’, en uitroepen van terughoudendheid als ohhhh, meuhhhhh en dusssszzzz…
Een ander voorbeeld. Een paar jaar geleden waren we met ons hengstveulen op een plaatselijke keuring van het betreffende paardenstamboek en wonnen we met hem de eerste prijs in zijn rubriek. Geweldig. Fantastisch. Super en zo nog veel meer. De jury gaf ons een hand en overhandigde een medaille en een lint om over de hals van het veulen te doen. Wat waren we trots op onze knappe kampioen. Ik herhaalde mijzelf weer met geweldig, fantastisch, super en nog veel meer. De man van de jury beantwoordde mijn enthousiasme met:“ Ja inderdaad mevrouw, het is geen verkeerd veulen.”

Bron: pixabay.com
Zijn oordeel had dus dezelfde inhoud als mijn gejubel en geschreeuw. De een praat nou eenmaal met veel woorden, de ander met een stuk minder. Hier is het overduidelijk verankerd in het Groningse dialect. Dialecten hebben zo hun eigen regels over uitingen van gevoelens. In het Groningse dialect (en misschien wel in meerdere plattelands-dialecten), is het taalgebruik vooral sober en kort en worden er weinig overtreffende trappen gebruikt. Er wordt ook vaak gepraat met dubbele ontkenning: niet-verkeerd, niet-slecht, kon-minder, enzovoort.
Inmiddels ben ik er aardig aan gewend geraakt en weet ook dat “mag wel” in feite betekent: “Ja, graag!” en “moi”: “Hey, wat leuk je te zien!”
Ik ben wel in de loop der jaren tot de conclusie gekomen dat ik mij toch prettiger voel bij mijn eigen dialect. Enthousiasminderen lukt mij niet zo goed. In die zin ben ik slecht ingeburgerd, maar ik praat het altijd goed door erop te wijzen dat ik het tenminste goed kan verstaan.
Ik ben overigens wel benieuwd hoe in meer intieme relaties of situaties met elkaar wordt gesproken. Stel je voor dat je als vrouw op een zwoele avond in een romantische of geile bui in je mooiste lingerie voor je tijger staat en hij zijn gevoelens uit met de woorden: “Niet slecht, schat. Ik heb ze minder gezien…”
Zou je dan als vrouw gillend weghollen of zou dit een startsein zijn van een groot feest omdat je weet dat zijn woorden overstromen van enthousiasme?
Marga Kuitenbrouwer-Van der Vet schrijft informatieve, kritische en humoristische blogs, columns en artikelen. Meer informatie hierover is te vinden op haar website: MargaKuitenbrouwer.weebly.com