Ze trekt de gordijnen open en voelt zich opeens stukken beter. De frustratie over het feit dat ze zelfs in het weekend vroeg wakker werd, is op slag verdwenen. Zon! Het weerbericht heeft ze niet zo in de gaten gehouden de laatste dagen. Sterker nog, het weer zelf ook niet. Voor haar gevoel paste het weer zich aan aan hoe ze zich voelde. Mismoedig, verdrietig en intens moe. Steeds maar bleef ze in haar hoofd herhalen dat het tijd was voor lente en hier was hij dan opeens, onverwachts, pal voor haar neus.
Een nieuwe vlaag van energie overspoelt haar. Wat zal ze vandaag gaan doen? Fietsen? Wandelen? Een dagje wat leuks met de kinderen? Al zouden die hun eigen plan al wel weer getrokken hebben, bedenkt ze enigszins verwijtend. Een paar jaar geleden waren ze blij met een dagje op pad met mams, maar nu zitten ze liever op hun kamer naar de kleine schermpjes van hun telefoon te staren of gaan ze naar vrienden, om daar naast elkaar te gaan zitten appen of Snapchatten op de bank.
Er alleen op uit dan maar, het huishouden deze keer maar laten keer voor wat het is. Snel springt ze onder de douche. Vijf minuten laten komt ze er bijna fluitend onder vandaan. Bijna hè? Overdrijven is ook niet nodig. Ze kijkt in de spiegel. Die bolle kop, die vetrollen. Waar gaat ze het mee bedekken? Winterkleding is daar bij uitstek geschikt voor, haar lange haardos ook. Maar als ze écht wat zon wil genieten en van haar lijkbleke huid af wil, dan zal er toch wat huid getoond moeten worden. En haar haar in een staart is dan ook geen overbodige luxe. Al wat minder blij loopt ze naar de kast waar ze de zomer en lente kleding vorig jaar heeft opgeborgen. Bovenop ligt een shirt, één van de laatste die ze, voor het koud werd, aan heeft gehad. Mooi, die kan ze aan. Ze trekt hem aan en voelt gelijk dat dit ‘m niet gaat worden. Te strak, de randjes van de mouwen snijden in haar armen.
Shirt voor shirt gaat uit haar kast. Ze zitten geen van allen lekker, zijn te strak en bedekken haar rollen niet. Toch teveel chocolade en wijn deze winter. De zweetdruppels lopen inmiddels van haar voorhoofd. Wat is die zon op het raam warm, zeg! Dat had je in de winter dan weer niet. Ze kijkt naar de stapel op haar bed van gepaste en afgekeurde shirts. Voordat dat opgeruimd is…
Dochter steekt haar hoofd om de deur.
“Mam, er is geen melk meer.”
Shit. Boodschappen! Die moesten ook nog.
“Sinds wanneer drink jij melk dan?!” snauwt ze met een rood hoofd.
Dochter voelt feilloos aan hoe laat het is en gaat gauw terug naar beneden. Ze hoort haar iets mompelen tegen broerlief. Zuchtend begint ze de stapel weer op te ruimen en trekt een wijd shirt met lange mouwen uit de stapel winterkleding.
Ze sjokt naar beneden en maakt haar boodschappenlijst. Melk, brood, dieetshakes. Hoe lang nog tot de herfst?