Een paar jaar geleden gebruikte Youp van het Hek in zijn column het woord ‘pisnicht’. No big deal, Youp zegt dat soort dingen nu eenmaal. Het is humor om te lachen en je mag over alles grapjes maken. Dat vind ik ook.
Apart slag mensen
Ik kijk naar de serie van Jerry Seinfeld, Comedians in Cars Getting Coffee. In deze serie nodigt Jerry in elke aflevering een andere comedian uit. Tijdens die date drinken ze koffie en praten ze over het vak en het leven. Regelmatig komt deze vraag voorbij: kun je over elk onderwerp een grap maken? Het antwoord is altijd ja. Niet iedereen zal het waarderen, maar ja, het mag. Comedians zijn echter een apart slag mensen met een heel eigen kijk op de wereld. Dat is voor ons stervelingen soms moeilijk te volgen, maar wel heel interessant.
Nicolaas Veul was klaar met dat constante gescheld met het woord ‘homo’ en besloot destijds dan ook om een tegencolumn te schrijven, als reactie op Youp. Hij werd beschimpt en bespot. Want humor is humor, trek het je niet aan. Dat is waar, maar wat als het woord homo inmiddels een algemeen geaccepteerd scheldwoord in de Nederlandse taal? Als je iemand uitscheldt voor homo wil je zeggen dat diegene een watje is, geen echte man. Ik vind het bijzonder hoe dat is ontstaan. Ook een apart slag mensen dat dat doet? Ik heb nog nooit iemand voor homo uitgescholden, dat is voor mij hetzelfde als het woord kanker gebruiken als scheldwoord. Onnodig en kwetsend.
Man up, joh!
Na al de ophef naar aanleiding van zijn column besloot Nicolaas een documentaire te maken over de invloed van het schelden op jonge homoseksuelen. Pisnicht: The Movie werd op 1 augustus jl. uitgezonden op NPO 3 (kun je >> hier << bekijken). Waarschijnlijk is het niet verrassend, maar de invloed is enorm. Zó groot dat uit de kast komen bijzonder moeilijk is. Inderdaad Johan Derksen, “ze” moeten niet zo moeilijk doen en gewoon ervoor uitkomen. Man up! Toch?
Helaas leven we niet in een ideale wereld waarin het niet uitmaakt met wie iemand seks heeft. Maar goed, mijnheer Derksen is een nogal heteroseksuele man. Hoe kan hij weten wat het werkelijk betekent om homo te zijn? Wat als je homo bent, maar ook supporter van bijvoorbeeld PSV en wekelijks de scheldkanonnades waarin in het woord homo vaak gebruikt wordt, moet aanhoren? Als homoseksuele puber is het op school niet veel anders. Ga je dan nog blij uit de kast komen?
‘Niks tegen homo’s, maar…’
In de documentaire gaat Nicolaas – onder andere – de straat op om willekeurige voorbijgangers te vragen of ze homo zijn. Het meest had ik te doen met het jongetje, dat zichtbaar schrok van de vraag. Hij was namelijk met zijn vader, die zei dat hij ‘op zich niets tegen homo’s had, maar…’ (kijk vanaf ca. de 32e minuut).
Ik haat dat woordje ‘maar’. Want dan weet je meteen dat er iets beledigends of doms gaat volgen. Hij had op zich niets tegen homo’s, maar hij had ook liever niet dat ze in zijn buurt woonden. Say what?? Deze donkere – ik vermoed Surinaamse – man, die ongetwijfeld zelf wel eens word geconfronteerd met discriminatie, zei dit echt? Mijn sympathie daalde in een nanoseconde naar -20. Ik kan echt helemaal niets met dit soort types. Types wier wereld “compleet instort” als hun zoon homo zou zijn, zoals deze man luid verkondigt. Je zou bijna hopen dat zijn zoontje over een paar jaar uit de kast komt. Niet voor de jongen, maar voor de man. Karma is a bitch, sir.
Als deze documentaire iets bewezen heeft, is het wel dat we qua acceptatie en tolerantie weliswaar heel blij mogen zijn dat we in Nederland wonen, maar dat we er nog láng niet zijn. Misschien is het zelfs wel weer slechter geworden. En dát baart me zorgen.

bron: pixabay.com